Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

DE EEUWIGE ROL VAN GOUD II
(22 maart 2019)

Het lijkt er vooralsnog op dat de Moderne Monetaire Theorie (MMT) het voordeel van de twijfel heeft. Deze theorie is populair bij de centrale bankiers die mede op grond hiervan menen (nog steeds) ongeremd gratis geld te kunnen bijdrukken. Zelfs Disney had zo’n “papiermolen” nog niet bedacht!

 

Goede reden waarom goud wereldwijd millennialang het meest begeerde goedje was én zal blijven! Het valt immers niet bij te drukken en kent evenmin een ‘counterparty risk’. Onze “Gouden Eeuw” zou zonder het op de Spanjaarden en Portugezen veroverde goud dat toebehoorde aan de Indianen (vergeef me het woord) nooit in de geschiedenisboekjes zijn opgenomen!

 

Waarom wordt bij “landjepik” doorgaans goud het eerste “ingepikt” en waarom wordt hierover altijd gezwegen? We weten het maar al te goed, terwijl het intussen als een terzijde geschoven “barbaars relikwie” wordt afgedaan. Was het niet de financiële crisis in 2008 die mede aanleiding was tot de introductie van de Bitcoin? Dit zou de centrale bankiers tot nadenken gestemd moeten hebben anders dan de goudprijs te “machineren” en de geldpers te blijven hanteren.

 

SDR alternatief

De signalen om tot een nieuwe monetaire orde te komen worden daardoor steeds sterker, overigens met uitsluiting van een sleutel (reserve) rol van één bepaalde munt. In de wandelgangen werd wel al eerder gesuggereerd dat de Special Drawing Rights (SDR) van het IMF deze functie zouden kunnen overnemen. De US dollar maakt met bijna 42% verreweg het grootste deel van “dit mandje” uit en verliest daarmee nog steeds niet de reservefunctie in het internationale betalingsverkeer. De SDR had oorspronkelijk een goudwaarde van 0,888671 gram fijngoud, het dollar equivalent. De onderliggende waarde van de SDR werd ontleend aan de belangrijkste in omloop zijnde muntsoorten als de euro met bijna 31%, de Chinese yuan met bijna 11% (sinds kort), de yen en het Britse pond elk met ruim 8%.

 

China alternatief

De keuze voor de SDR bij een omslag van het monetaire systeem zal hooguit van tijdelijke aard zijn totdat China qua economische potentie en monetaire infrastructuur het stokje van de dollar zal kunnen overnemen. Dat moment zou uiterlijk bij het bereiken van het 100-jarige bestaan van de Chinese Volksrepubliek in 2049 bereikt dienen te zijn, honderd jaar na de oprichting hiervan maar wellicht (veel) eerder. De weerstand hiertegen vooral in de Westerse wereld zal groot zijn, omdat daarmee het monetaire en ook economische zwaartepunt naar het Oosten verschuift. Intussen is China bezig zowel te land, ter zee als in de lucht (ruimtevaart) een dominantere rol te spelen die de V.S. niet onberoerd zal laten. Handelsschermutselingen als ook onverhoedse over en weer cyberaanvallen zouden dit proces kunnen vertragen of  juist in de hand werken maar ook niet meer dan dat. Deze trend is nu eenmaal gezet.  


De goud standaard

In z’n laatste bulletin onder de titel “A Return to the Gold Standard?” gaf Jim Rickards, befaamd monetair strategisch commentator, aan met deze mogelijkheid rekening te houden. Wel schrijft hij tegelijkertijd dat ‘gold is not the only solution; the easiest sounding solution is a policy approach to stronger growth that would provide enough output and taxes to support current levels of spending and stabilize the debt situation’. Dat is precies wat Trump met z’n belastingverlagingen en andere stimuleringsmaatregelen probeert te bewerkstelligen met intussen een nagenoeg omgekeerd evenredig resultaat. Dus dat lijkt weinig haalbaar en zoals hij zelf aangeeft, niet meer dan  een ‘growth or bust program’.  

 

Voorts zegt hij: ‘as an alternative, politicians could reduce spending and entitlements on a gradual multidecade basis in a way that preserved benefits for the oldest and most needy etc.’ Dat is op zich prachtig maar dan zullen toch eerst die potten moeten worden bijgevuld met een huidig tekort van ruim $ 70 biljoen. Tenslotte zegt hij “some combination of stronger growth and a modest scaling back of future entitlements would be salutary’. Mooi gezegd maar ook dit zullen ijdele woorden blijken te zijn bij een schuldhoogte die intussen de grens van $22 biljoen is gepasseerd resulterend in een BBP/schuld ratio van 106%, waarmee de  stimuleringsgrens ruimschoots gepasseerd is. 

 

Verder in dit artikel stelt hij de definitie van de “Goud Standaard” aan de orde, alsmede de vraag bij welke waarde  “een valutaire fix” gemaakt zou dienen te worden. Tot 1971 gold een waarde van $35 per troy ounce (op basis van de destijds officieel bekende voorraadgegevens van de centrale banken van ongeveer 33.000 ton). Uitgaande van een mondiale ‘money supply’ ad $25 biljoen en uitgaande van een dekking van 40% van deze ‘supply’ zit je al snel op een waarde van $9.000 per ounce. Rekening houdend met de verdere groei van de geldhoeveelheid zullen we eerder afstevenen op een cijfer van $10.000 per ounce. Maar stelt hij: is een nieuwe goud standaard wel het antwoord in de wetenschap dat het met deze standaard al een aantal malen (1914, 1933 en 1971) niet goed is afgelopen? Telkens opnieuw vond de Amerikaanse regering het wel handig om de binding met goud los te laten ‘to resort to inflation to fight wars or solve debt problems as they have done in the past’, stelde hij.

 

Argumenten als:

  • Een goud standaard werkt niet meer in de hedendaagse mondiaal digitale economie

  • Er is niet genoeg goud om het hedendaagse internationale monetaire systeem te dragen

  • De mijnbouwproductie groeit te traag om de economische groei bij te houden of

  • Goud beperkt de beleidsruimte van centrale banken om de geldhoeveelheid te vergroten

werden alle weerlegd.

 

Het voert in dit bestek te ver om op elk van deze weerleggingen in te gaan. Wel kan van het laatste (en meest gehanteerde) argument worden gezegd dat naarmate de economische groei vordert, er altijd goud kan worden bijgekocht vanuit de  jaarproduktie van ca. 2.500 ton. In het verleden, bij een geldhoeveelheid gelimiteerd tot 250% van de beschikbare goudhoeveelheid groeide volgens Rickards de geldhoeveelheid nooit meer dan tot 100% van de onderliggende goudwaarde. Het probleem was nooit het gebrek aan geld maar het gebrek aan leencapaciteit om de economie uit het dal te trekken. Dit als gevolg van een te stringent monetair beleid zonder dat goud hierbij een rol speelde. M.a.w. het probleem lag niet bij het goud maar bij het gevoerde beleid.

 

Ook voerde Rickards aan dat goud tevens een eind zou kunnen maken aan het systeem van “zwevende valuta’s” en de kosten/risico’s die hiermee gepaard gaan. Zo stond onze gulden tot augustus ’71 gepind op een koers van gemiddeld fl. 3,60 tegen de dollar en bestond er een vaste relatie van de meeste valuta’s met de dollar die op haar beurt weer gekoppeld was aan goud. Op deze wijze hadden alle valuta’s min of meer een vaste koppeling met elkaar die alleen kon wijzigen indien een land haar munt wenste op- maar meestal af te waarderen vanwege de opgelopen inflatie (het aloude probleem!).

 

Pas bij hernieuwde interesse voor goud vanuit China sinds 2010 begonnen diverse andere centrale banken ook weer goud te kopen na eerst op “gezag” van de V.S. eind jaren ‘90/begin’00 te verkopen teneinde de dollar te steunen. Vooral de aankopen door landen als China, Rusland, India, Iran en Turkije trokken en trekken de aandacht. Dat heeft evenwel niet geleid tot een hogere prijs, omdat alle landen baat hebben bij een nog steeds zo laag mogelijke prijs zolang ze aan de inkoopzijde staan. De COMEX futures beurs in New York biedt daarbij middels de beproefde  tactiek van ‘backwardation’ (lagere prijszetting voor de toekomst bij een gemiddelde verhouding van 1 : 100) met het risico dat het niet aanwezige fysieke goud bij spanning plots wordt opgevraagd! In sommige vakkringen wordt deze tactiek beschouwd als een achterhoedegevecht als laatste stuiptrekking van de totaal “uitgewoonde” dollar.

 

Historische prijsontwikkeling

In de 19e eeuw had de Revolutionaire Regering in de V.S.  geen beschikking over goud en maakte gebruik van de Mexicaanse zilveren dollar die in Mexico werd gemunt (Hugo Salinas). Deze dollar bezat .774 puur zilver ounce bij een verhouding van 16 ounces zilver tegen 1 ounce goud.

 

Van 1776 tot 1933 bedroeg de goudprijs $20,67 ofwel één dollar bezat een tegenwaarde van 0,0484 ounce (1 ounce delen door 20,67). Bij een dollar equivalent van $35 per ounce daalde de tegenwaarde naar 0,0286 ounce (1 ounce delen door 35). Thans bij een equivalent van ca. $1.300 per ounce daalt de tegenwaarde naar 0,000769 ounce goud, vertaald in een bijna te verwaarlozen koopkracht van de dollar.

 

Zou de Fed definitief besluiten tot een verdere afbouw van de geldverruiming bij een eveneens verder stijgende schuldendruk dan schuilt hierin de totale ineenstorting van een “waterhoofd” beleid. Dus rest de Fed met alle andere centrale banken in het kielzog niets anders dan bijdrukken, resulterend in een dollar straks met een tegenwaarde van 0,0000000 ounces goud, waarmee de omslag of ‘reset’ van het monetaire systeem voor 100% is beslecht.

 

De rente

Met de ogen dicht luidt het rentebesluit van de Fed op 20 maart voor de rest van het jaar de rente ongewijzigd te laten. Per slot is een recessie het laatste wat je op je geweten wilt hebben. Het valt evenwel te betwijfelen of dit besluit gestand kan worden gedaan afhankelijk van verdere mogelijk zwaarwegende ontwikkelingen. Voorts heeft de Fed  (om liquiditeitsredenen) aangekondigd vanaf september ook haar balance sheet niet verder af te bouwen. Sinds oktober 2017 was de Fed nog niet veel verder opgeschoten dan een afbouw met $500 miljard op een totaal van ruim $4,5 biljoen.

 

Hoe dan ook, voor de Fed blijft het sterk laveren tussen de Scylla en de Charibdis als bakens van benauwenis zoals een mogelijke in- of stagflatie, de (her)verkiezing van Trump of de mogelijke verslechtering van de handelsrelatie met China. Onder geen scenario is een hogere rente noch liquiditeitsafbouw op straffe van veel rumoer op de kapitaalmarkten denkbaar.

 

Dit is aldoor het centrale thema in mijn columns geweest. Ga daar maar aan staan als centrale bank die slechts te doen staat zichzelf op te heffen. Nu was de Fed in 1913 (Jeckyll Island) al niet als federale bank opgericht maar als ‘kongsi’ van een 5-tal banken die na de crisis in 1907 hun belangen wensten veilig te stellen, met de mededeling aan het publiek dat hun deposito’s hiermee tevens zouden zijn gegarandeerd! Hoe sterk die garantie was, bleek vooral ten tijde van  de Grote Depressie in de jaren ’30.    

 

Groei van het Amerikaanse defensiebudget

Dat is nog niet alles want het Rutherford Institute, dat kritisch de bewegingen van de Amerikaanse overheid/regering volgt, maakt zich ernstige zorgen over de invloed van het militair/industriële complex op het Pentagon en het Witte Huis. Sinds 2001 heeft de Amerikaanse regering voor meer dan $4,7 biljoen aan defensie uitgaven besteed en dat is meer dan 50% van alle militaire uitgaven van de 19 grootste naties ter wereld bij elkaar. Weliswaar wordt er intussen hier en daar wat afbouw gepleegd ter zake van de 1,3 miljoen manschappen en bases verspreid over 177 landen maar de afbouw daarvan gaat veelvoudig op aan de ontwikkeling van allerhande nieuwe “speeltjes” als supersone bommenwerpers, ultramodern scheepstuig en ruimteraketten.

 

Met diepe droefenis werd ook gesteld dat America’s expanding military empire is bleeding the country at a rate of more than $32 million per hour!’. Deze “inspanning” was mede te danken aan gigantic unconstitutional accounting fraud, deliberately cooking the books to mislead Congress and drive the DoD’s (ministerie van Defensie) budgets ever higher regardless of military necessity – representing trillions of dollars’ worth of seemingly nonexistent transactions – knowing that Congress would rely on those misleading reports.

 

Als op dit vlak niet wordt ingegrepen dan is er naast een onbeheersbare schuldgroei ook sprake van een onbeheersbare budgetgroei. Voormalig president Eisenhower had al eens gewaarschuwd voor een profit-driven war machine endangering our liberties and democratic processes.

 

Van Trump is bekend dat hij de defensie inspanningen verder wil opvoeren om ‘adequaat’ voorbereid te zijn op een eventuele oorlog met Rusland en/of China. Vanaf de implosie van het Perzische Rijk 400 jaar BC weten we al dat grootscheepse militaire inspanningen de lus om de hals van elk groot Rijk hebben gevormd. Arme Jerome Powell!

 

Robert Broncel

Copyright, 22 maart 2019

 

PS. deze column wordt eveneens verzonden aan DNB president Klaas Knot

 
 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel