Header

 

DE STRATEGISCHE MODELPORTEFEUILLE
Voorbericht met Laatste Stand van Zaken – 2e hj 2021

Algemeen
De vaste lezer van mijn columns kent inmiddels wel “de barometerstand”, ook al verkeert de day of reckoning vooralsnog in nevelen. Deze leek zich aanvankelijk aan te dienen bij de val van Lehman in 2008 maar werd destijds via een buitengewone krachtsinspanning door de Fed met het Amerikaanse ministerie van Financiën afgewend, waartoe werkelijk alle “onoirbare” middelen geheiligd waren. Als antwoord op een definitieve koopkrachtomslag bleek de Strategische Portefeuille meer dan opportuun.

Doordat de banken het krediet als vliegwiel van de economie om zeep hadden geholpen, probeerden de centrale banken dat euvel middels reddingsoperaties, geldverruiming (QE) etc. te bestrijden. Daartoe dienden lagere rentes, opkoop van staatsleningen (met afnemende risicopercepties tot gevolg) en voorts “geminimaliseerde” edelmetaalbeprijzing ter ondersteuning van het vertrouwen in de dollar. Dit na opnieuw een bijzonder wankel moment in augustus 2011. Na deze ingrepen liet de sinds 2009 virale Strategische Modelportefeuille aanvankelijk een dalend patroon zien. Bij een omslag destijds zou het beeld precies omgekeerd zijn geweest. Gezien de ongekend grote schuldcreatie staat thans een veel omvangrijkere monetaire crisis afgetekend ‘in the cards’, met dito gevolgen!

Ondanks alle onzekerheid zoals de geostrategische en handelsrelatie V.S. – China en de Fed die de controle kwijt is, verkeren de beurzen nog altijd “in hogere sferen”en lijkt er aan deze langste bull run aller tijden nog geen eind te komen. Dat heeft sterk te maken met de volstrekt zoek gespeelde risico- perceptie als gevolg van de ultra lage rente. Hiermee werd de facto reeds aangegeven dat de waarde van het fiatgeld, waarvan de rente de prijs representeert, reeds tot nul was afgeschreven. Dus anderzijds: waar moet dan het geld bij een dergelijke rentestand heen? Naar die sectoren die het marktvertrouwen in stand dienen te houden en juist niet naar edelmetaal als barometer van het monetaire systeem! Het is om die reden dat het edelmetaal op de “papieren” futuresmarkt COMEX consequent “naar beneden diende te worden bijgestuurd”. Dit valt temeer op nu de commodities als gevolg van de opkomende inflatie sterk in prijs zijn gestegen en bijdragen tot nieuwe inflatie.

Bij de verruiming van de kapitaalmarkt (Modern Monetary Theory - MMT*) begon “het geloof” steeds meer post te vatten dat er geen grenzen meer aan de schuldgroei kleven en centrale banken zich in feite weinig zorg hoeven te maken over een afnemend vertrouwen in het functioneren van de huidige financiële markten. Echter, met name de leading centrale banken als de Fed alsook de ECB zien een ongekend gigantisch grote donkere bui hangen, nu ze hun belangrijkste “speeltje”, in casu het rente- instrument hebben verspeeld. De angst voor een toenemende inflatie is groot zonder dat dit instrument nog kan worden ingezet op straffe van een fors dalende beurs en dito vastgoedmarkt. Voorts is het afwachten wat de economie gaat doen wanneer de coronasteunmaatregelen verder worden afgebouwd. Dat zelfde geldt voor de afbouw van de centrale bankopkoopprogramma ’s. Zou de economische groei nog enigszins gelijke tred met de schuldgroei kunnen houden dan zou daarmee nog enig “uitstel van executie” kunnen worden bewerkstelligd. Echter, deze verhouding is volslagen ‘out of sync’ geslagen nu de mondiale schuld op een factor van ruim drie van het mondiale BBP is komen te liggen. Hier is sprake van een volstrekt onherstelbare miss match!
  • MMT impliceert een niet langer aan inkomsten gebonden uitgavenpatroon; in een dergelijke situatie behoeft een regering geen belastingen te verhogen en kan geld blijven lenen tegen een ultra laag rentetarief, met de geldpers altijd achter de hand.

Onderwijl dreigen de midden- en lagere sociale klassen buiten de boot te vallen. Zie hieronder de inkomensontwikkeling tussen het top 5% inkomenssegment en het 50% middensegment die reeds in 2018 in de Washington Post stond afgedrukt, zonder dat hiermee intussen ook maar iets is gedaan.

De top 5% zit op een stijging van boven 50% terwijl de rest sinds 1973 (!) neerkijkt op een daling van 4.6%. Deze grafiek is al lang niet actueel meer en draagt intussen cijfers van 57% plus en ca. 6% min.

De aanhoudende inkomensongelijkheid ook bij een matig groeiende economie vormt op enige termijn een voedingsbodem tot sociale onrust, tenzij hieraan middels verhoging van lonen en uitkeringen tegemoet wordt gekomen. Dat lost evenwel niets op want daarmee zijn we terug bij de loon/prijsspiraal van de jaren ’70 die destijds middels een ongekend hoge renteopslag ternauwernood kon worden bedwongen. In 1980 werd de Federal Fund Rate – het stuurmechanisme van de Fed – opgeschroefd naar 22,25%! De beurzen alsmede de vastgoedmarkten stortten dramatisch in. Een dergelijke ingreep is nu gezien de nog nooit eerder vertoonde schuldhoogte en de onverminderd sterke aangroei ervan ondenkbaar geworden. Kortom, het scenario van een gevreesde hyperinflatie ligt hiermee ‘in the cards’, ook al wordt zulks door de centrale bankiers sterk ontkend! Mede gegeven de nog altijd verstoorde productie- en distributielijnen als gevolg van corona wordt gegokt op een tijdelijk inflatie effect maar deze wens lijkt steeds verder van de vader weg te glijden. De meeste mensen zijn voor het levensonderhoud puur afhankelijk van hun inkomen (later pensioen) en anticiperen daarbij op een soortgelijke koopkracht in de toekomst. Intussen blijkt ruim 40% van de Amerikaanse bevolking niet (meer) op vakantie te kunnen. Over de toekomstige koopkracht worden vanuit de centrale bank noch regering concrete uitspraken gedaan. Echter, naarmate die toekomst een ongewisser beeld krijgt, zal dat de rust in de samenleving niet ten goede komen. Om die reden zijn er meerdere steunprogramma ’s ontwikkeld die slechts bijdragen tot de vergroting van dat vermaledijde steeds verder uitgegroeide en uitgroeiende begrotingstekort. Daartoe dient in de V.S. in oktober a.s. het schuldplafond te worden verhoogd. Als die “hete aardappel” in het Congres dan niet wordt doorgeslikt, verkeert de V.S. formeel in staat van faillissement. Met een eventuele ophoging van het schuldplafond wordt de schuldschepping weer “nieuwe kansen” geboden, zonder enige inschatting te kunnen maken op navenant hogere inkomsten en/of inflatie!

Gelet op het behoud van koopkracht als belangrijkste economische overlevingsprioriteit is het zaak hierop zo goed mogelijk voorbereid en ingespeeld te zijn waarbij de basisbehoeften als water, (duurzaam) voedsel, (groene) energie, grondstoffen én edelmetaal (koopkracht!) buiten een dak boven het hoofd de basis vormen. Ons huis wordt tegen brand, inbraak en stormschade verzekerd maar een adequate verzekering tegen toekomstig koopkrachtverlies bestaat er niet. Dat gaat direct onze lifestyle, onze sociale voorzieningen en pensioen aan! Toekomstige uitkeringen of een door koopkracht “uitgewoond “ pensioen helpen je dan geen steek verder. Juist om deze reden heeft de Strategische ModelPortefeuille een basisfunctie als “polis” tegen toekomstig koopkrachtverlies!

NB. Voor een compleet en gedetailleerd beeld per sector leest u alles in de Portefeuille. De Portefeuille vraagt geen groot kapitaalbeslag en is geschikt voor zowel kleinere als ook grotere (professionele) beleggers. De Portefeuille is zodanig ingericht dat alle facetten van behoeftevoorziening en liquiditeit hierin voorzien. Voor zover men reeds over een beleggingsportefeuille beschikt, verdient het aanbeveling deze kritisch tegen het licht van de Strategische Modelportefeuille te houden. Bij twijfel of onzekerheid staat altijd een kosteloos consult ten dienste.

Volgens de Wall Street Journal staat intussen ruim 64% van alle bedrijfsschuld van bedrijven in de Russell 2000 genoteerd als ‘junk’. Niettemin staan de koersen op een all-time high. De belegger betaalt gemiddeld niet alleen een te hoge prijs voor de toekomstige winst maar tegelijk ook een te hoge prijs voor de ‘net assets’ (vermogen minus schuld)! Daarbij in aanmerking genomen dat de netto koopkracht (inkomen minus inflatie) de laatste decennia de facto stagnerend is geweest.

Volgens Weiss Research zou de totale Amerikaanse ‘corporate debt’ intussen uitkomen op een niveau van ruim $18 biljoen tegen een BBP van bijna 24 biljoen ofwel een bestanddeel van 75%. Veel geleend geld is opgegaan aan de opkoop van eigen aandelen om de koers te stimuleren, waarmee tevens het bestuur is gediend. Ook dit is een ongehoorde ontwikkeling die zich in het verleden op deze schaal nooit heeft voorgedaan. Als de rente stijgt, zullen er ongetwijfeld vele slachtoffers vallen.

Uit onderzoek van Deutsche Bank blijkt de schuld/BBP verhouding mondiaal steeds verder uit het lood te schieten, met verreweg de grootste excessen binnen de Angelsaksische (sociaal/cultureel meer opportunistisch ingestelde) gemeenschappen. Verrassend daarbij is dat niet de V.S. leader of this pack blijkt te zijn maar buurman Canada gevolgd door Japan. Dit was het beeld anno 2020 en zal intussen gegeven de coronamaatregelen ongetwijfeld een nog “fraaier” aanzien hebben gekregen.

Gezien de sterk internationale handelsverbondenheid zal bij een krach het huidige mondiale monetaire systeem naar verwachting met één ruk omver gaan. Dit kan zelfs overnight plaats vinden!

De schuldhoogte in de V.S. anno 2020 lag op nagenoeg het zelfde peil als kort na WO II na de enorme oorlogsinspanningen. Gezien de huidige stand van zaken zal een verdere weg omhoog “de enige uitweg” blijken te zijn. Daarmee zal de koopkracht nog verder verwateren en tevens leiden tot een soortgelijke verwatering van de uitstaande schulden. Een ontwikkeling waarbij in het verleden zonder één uitzondering alle voorgaande “papieren” muntsoorten het loodje hebben moeten leggen. Kortom, er blijken uit het verleden nooit monetaire lessen te zijn getrokken, omdat de politieke wil daartoe (met opzet?) afwezig was!

Andere indicatoren
De door Dr. Robert Shiller, Nobelprijs laureaat 2013, ontwikkelde CAPE Ratio (Cyclically Adjusted Price-to Earnings Ratio) gemeten vanaf 2010 vertoont wederom een sterk stijgende tendens, zoals deze zich bijvoorbeeld ook voordeed in de aanloop van de tech wreck in 2000/01. De toenmalige Fed president Alan Greenspan sprak 3 jaar daarvoor al van een ‘irrational exuberance’, die aanvankelijk slechts voor kennisgeving werd aangenomen.

Het meest beangstigende element bij de huidige koershoogte is dat de beurs sinds de crash in 2008/9 niet langer economisch maar continu puur technisch monetair wordt gedreven. Het meest pregnante onderdeel hiervan betreft uiteraard de ongekende geldmarktverruiming en de daarmee samenhangende extreem lage rente, die de beleidsruimte van de centrale banken als de Fed, ECB, BoJ en BoE c.s. hebben doen verdampen.

Voorts “zwerven” daar de biljoenen aan “stille” derivaten (afgeleide producten), door Warren Buffett omschreven als financial weapons of mass destruction, die geheel naar de achtergrond zijn gedrongen, maar bij significante marktspanningen als een enorme katalysator kunnen fungeren.

Een graadmeter die nauwelijks nog wordt gevolgd, is de snelheid van het geld in omloop die al lange tijd een consequent een “nogal” dalende trend laat zien. Naarmate de omloopsnelheid daalt, neemt de economische activiteit af. Ondanks alle verwoede pogingen om de economische groei te stimuleren, blijkt hiervan nog altijd bitter weinig.

Terugblik
De voorgaande ontwikkelingen zijn uiteindelijk terug te voeren tot de historische datum van 15 augustus 1971 toen ‘tricky Dick’ Nixon - ‘I’m not a crook’ - de dollar liet loskoppelen van het goud (“tijdelijk” zei hij er nadrukkelijk bij) om daarmee ruim baan te maken voor een schuldcreatie zonder weerga. Op die datum In New York verblijvend heb ik Nixon op dat moment ‘life’ kunnen aanschouwen, zonder destijds nog de consequenties van deze beslissing te hebben kunnen overzien .

Hij motiveerde deze beslissing met: ‘to defend the dollar against the shadowy and intangible money speculators by removing its convertibility’, een uitspraak die er niet om “loog” maar buitengewoon leugenachtig was en bleek. Even treffend waren z’n woorden: ‘I’ll promise you that the dollar will be as good as gold’. Hij moest daarbij wel even met z’n ogen knipperen.

In die tijd besefte nagenoeg niemand wat de vergaande gevolgen zouden zijn van dit NOOIT meer teruggedraaide besluit. Nauwelijks was er een econoom die er op wees dat hiermee de poorten open zouden gaan voor een ongelimiteerde bijdruk van dollars, met een welhaast ongedachte “gratis” import (olie!) tot gevolg. De dollar was immers de reservemunt. De V.S. “kampte” vervolgens decennia lang met tekorten op de handelsbalans zonder dat er een sterveling om maalde.

Buiten de oprichting van de Federal Reserve Board in 1913 als quasi centrale bank die steeds meer als “regisseur” van de mondiale monetaire markt optrad en de huidige fatale ontwikkelingen heeft gefaciliteerd, bleek de ontkoppeling van de dollar/goud relatie de meest evidente miskleun te zijn geweest. Het grootste “schuldcomplex” aller tijden dat hiervan het gevolg is (zie chart beneden), zal niet anders dan tot de zwaarste economische crisis aller tijden leiden!

Het onvoorstelbare gevolg: bij een Dow stand van ca. 1.000 punten en een goudprijs van $35 per ounce op de dag van de ontkoppeling in 1971 zou je de Dow destijds voor een slordige 29 ounces hebben kunnen kopen. Thans op een Dow stand van bijna 35.000 punten (all-time high) en goud intussen op een sterk gemanipuleerd niveau rond $1.750 per ounce zou je “slechts” iets meer dan 19 ounces hoeven neer te leggen. Over koopkracht gesproken! Kortom, had je sinds die tijd nooit iets anders gedaan dan goud hebben bezeten dan zou je thans bij wijze van spreken ruwweg bijna anderhalf maal de Dow “op zak” hebben gehad. En dit ondanks de niet aflatende manipulaties! Een uitspraak die in 1971 voor volstrekt ondenkbaar zou zijn gehouden. Gegeven de uitstaande uitzinnig hoge schulden zijn er ramingen gemaakt omtrent de hoogte van de goudprijs bij een nieuwe fixing. Deze ramingen lopen uiteen van $10.000 - $25.000 of meer. Zelfs een fixing op $5.000 zou voor de have nots reeds tot dramatische gevolgen leiden!

De huizenhoge schuld als zwaard van Damocles

De bovenstaande chart heeft op “eenzame hoogte” in mijn columns gestaan, er op duidend dat we hier te maken hebben met een fenomeen dat nooit eerder is vertoond: een ongebreidelde en steeds snellere aangroei van de staatsschuld!

De schuldgroei vormt niet alleen voor de V.S. de allergrootste bedreiging maar voor de gehele financiële wereld en de wereldeconomie. Deze ontwikkeling is al dermate lang gaande dat die uit zicht dreigt te raken. Als “heilige graal” blijft de economische groei centraal in beeld staan, terwijl deze NOOIT meer in staat zal zijn om “het vlekje” van de schuldgroei te kunnen wegwerken. Deze almaar aangroeiende schuld zou niet alleen tot “ernstig nadenken” moeten stemmen, maar vooral de kiem tot een sterk wantrouwen dienen te baren! Waarom gebeurt dat dan niet? Van alle tijden is dat er van een aanstormende ramp van ongekende afmetingen “gemakshalve” wordt weggekeken (normalcy bias)! Dit gold tot voor kort ook het klimaat alsmede de afbraak van onze biodiversiteit. En nóg zijn er partijen die spreken van ‘klimaatgeklets”, niet alleen in Nederland! De schuldgroei werd de afgelopen jaren weliswaar enigszins getemperd door de rente aldoor neerwaarts bij te stellen, ook al was deze bedoeld om de economie te stimuleren. Wanneer de koersen van de langer lopende leningen stijgen, resulteert dat in een negatieve yield of opbrengst. In het verleden wees een dergelijke ontwikkeling op een recessie als gevolg van een verhoging van de korte rente om een dreigend inflatiegevaar te neutraliseren. Bij een neerwaartse “bijsturing” van de korte rente is dat juist niet aan de orde. Daarmee hebben de centrale banken met de Fed voorop dit wapen volledig uit handen gegeven, zoals boven staat aangeduid. Als gevolg van de gestegen vraag, vooral door de opkoop van centrale banken van langer lopend staatspapier stijgen de koersen weliswaar maar tegelijkertijd daalt de yield gezien de geringere renteopbrengst. We spreken dan van een ongezonde zgn. inverse yield curve.

Een inverse of negative yield curve duidt op een ontwikkeling, waarbij een langere termijn schuldinstrument als bijv. de Amerikaanse Treasury een lagere yield (opbrengst) laat zien dan een kortere termijnschuld. Een soortgelijk verschijnsel zien we ook op de COMEX futures beurs waar goud en zilver tegen een lagere futuresprijs worden verhandeld dan de dagprijs op de LBMA (London Bullion Metals Exchange), zgn. backwardation tegen forwardation ofwel de omgekeerde wereld!

Gezien de neerwaartse rente-ingrepen is dit fenomeen een veel minder betrouwbare recessie indicator gebleken. Zolang de schuldgroei niet afneemt (daarop is geen enkel uitzicht!), zal er aan deze ontwikkeling geen einde komen. Tegelijk geldt deze ontwikkeling als een regelrechte depressie-indicator met stagflatie (stagnerende groei in combinatie met een toenemende inflatie) als meest kenmerkende eigenschap.

Nergens beter dan in China en Rusland worden bovengeschetste ontwikkelingen zo nadrukkelijk onderkend. Niet voor niets blijken deze twee landen de grootste en meest actieve partijen op de edelmetaalmarkt te zijn, terwijl ze ook de grootste producenten zijn. Met een voorzichtig getaxeerde voorraad van ca. 2.500 ton in Rusland en wellicht het tienvoudige hiervan in China (taxatie GoldBullion in 2021) is men in die landen redelijk goed gepositioneerd en geprepareerd op toekomstige monetaire “ontwikkelingen”. Deze landen kunnen zich een relatief hogere schuldquote permitteren dan vele Westerse landen met minder goud “in huis”. E.e.a. impliceert dat hiermee het machtsepicentrum zich oostwaarts zal gaan bewegen.

De meeste Europese landen blijken intussen tegen een hogere schuldquote (staatsschuld vs. BBP) aan te hikken dan bij de opzet van de Europese Monetaire Unie (EMU) was vastgelegd in de Akkoorden van Maastricht (1991). De overeengekomen maximale schuldquote is weliswaar vastgesteld op niet meer 60% van het BBP maar deze bleek voor Duitsland na de eenwording in oktober 1990 al snel niet haalbaar en werd ras overschreden. Een slecht voorbeeld voor de andere EMU deelnemers nadat de hierop rustende sancties in de vorm van boetes niet werden opgelegd, vanwege het kostenplaatje van de samensmelting met een destijds totaal “obsoleet” Oost-Duitsland.

Zo zijn er nu diverse landen in Europa met een aanzienlijk hogere schuldquote dan oorspronkelijk was overeengekomen, waarbij de grens van 95% als zeer kritisch wordt beschouwd. De vraag is of deze quote ueberhaupt nog weer het niveau van 60% zal weten te bereiken, vooral tegen de achtergrond van de relatief trage economische groei. Daarbij komt dat In de zuidelijke landen de groei bovendien in sterke mate met schuld wordt gefinancierd. Nederland en Duitsland (niet opgenomen) met een huidige quote beneden 60% steken hierbij gunstig af (overigens ten koste van overheidstaken als de zorg, onderwijs, defensie en justitie en voor Duitsland ook geldend voor de infrastructuur). Volgens onderstaande chart van het Duitse statistiekbureau Statista blijken de grootste pijnpunten zich in onderstaande landen te bevinden.

Het zorglijke is bovendien dat een groot deel van deze schulden middels de aankoop van (staats)schuldpapier door de ECB in Frankfurt geparkeerd staat. Weliswaar was de ECB aanvankelijk voornemens deze aankoop af te bouwen maar waarschijnlijker is dat de ECB dit beleid niet of nauwelijks kan wijzigen op straffe van rentestijgingen in de zuidelijke landen. Kortom, ook een ontwikkeling zonder een wezenlijk positief perspectief.

Conclusie
Samenvattend mogen we vaststellen dat de toekomst nog nooit om zoveel financiële aandacht heeft gevraagd als in deze fase van monetaire “verwildering”. Het is onverminderd de hoogste tijd om de ‘normalcy bias’ vaarwel te zeggen en terug te keren tot een ‘back to basics mindset’, waar het onder cruciale omstandigheden de facto altijd om gaat!
Op grond hiervan vervult de Strategische Modelportefeuille een uiterst zinvolle overweging om straks niet verrast te worden door een onontkoombare en onoverzienbare koopkrachtdaling. Dit impliceert overigens niet direct te moeten instappen maar vooral eerst de beurskrach af te wachten, behalve waar het gaat om edelmetaal (zie noot beneden).

Terzijde: op verzoek van een aantal high net worth investors in 2014 is buiten de bestaande sectoren in de Portefeuille ook gekeken naar de mogelijkheid van een niet-beurs gerelateerd kwalitatief hoogwaardig alternatief. Als voorwaarden golden een uniek investeringsconcept, langjarig solide track record, een bovengemiddeld gunstige opbrengst/risico verhouding, geen management fees en niet minder belangrijk: bovengemiddelde resultaten. Na ruim 7 jaar ervaring met dit fonds heeft dat de investeerders geen windeieren gelegd. Dit “alternatief” geldt als supplement in de Portefeuille.

Intussen heeft onderhavig fonds zich vooral gericht op de energietransitie en is met een eigen revolutionaire vinding middels een 50/50 joint-venture in zee gegaan met de Gasunie, met als inzet de productie en distributie van waterstof, groen gas en syngas als welkome aanvulling op de thans ontstane tekorten. Hierbij zal een aanzienlijk aandeel CO2 uit te atmosfeer worden onttrokken! Arcelor Mittal ziet hierin ook een belangrijke stap om tot de productie van “groen staal” te komen en daarmee haar wereldwijde continuïteit te waarborgen. De minimum investeringshoogte zal in principe vanaf 1 oktober a.s. worden verhoogd van €100.000 naar €500.000 voor de volgende tranches II en III.


Noot: edelmetaal als koopkrachtdrager is in de Portefeuille een aanzienlijke rol toebedeeld. De nadruk is hierbij niet alleen komen te liggen op de ultieme veiligheid als koopkrachtdrager, maar ook op de veiligheid van aankoop en bezit in meerdere vormen. Zoals bekend wordt edelmetaal door diverse partijen aangeboden, maar niet altijd wordt de veiligheid van aankoop en bezit gewaarborgd. Gezien de permanente prijsmanipulaties is het edelmetaal afgezet tegen de huidige mondiale schuldhoogte daarentegen nog nooit zo goedkoop geweest!

Robert Broncel

Copyright, 30 september 2021
 
 

Homepage | De Markt | Columns | Quotes| Archives | Private Equity | Aanmelden | Contact

 


Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2021 © Robert Broncel