Na nagenoeg 4 jaar heb ik voor mijn relaties
ruime ervaring kunnen opdoen met een onafhankelijke
participatie-maatschappij die qua
operationeel profiel in feite z’n weerga niet heeft. Voorts
met een continuïteit, opbrengst-schaal
en perspectieven die meer dan de helft van de investeerders
(ruim 500) heeft doen besluiten hun investering (met winst)
opnieuw in te zetten.
Investeerders wordt thans de mogelijkheid geboden te
participeren in een absoluut uniek en grootschalig
(internationaal) duurzaamheidsproject, dat door het
Internationaal Energie Agentschap (IEA) werd aangemerkt als
onovertroffen en meest efficiënt. Het hierbij centraal
staande productiebedrijf (in eigendom) werd met name genoemd
als toonaangevend op dit terrein (informatie beschikbaar).
Men kan in dit project participeren in de
vorm van een ‘bond’ (obligatie) met een realistische rente
(passieve participatie) die op enige tijd converteerbaar is
in een directe participatie met recht op winstdeling, met
een beoogd rendement van 15% ’s jaars (actieve
participatie). Optie tot conversie is aan de investeerder.
De participaties zijn onderhands verhandelbaar.
Deze “trapsgewijze” procedure heeft te maken
met het bestuurlijke uitgangspunt dat het financiële
startrisico bij elk project altijd voor rekening van de
onderneming komt en niet van de investeerder. Dat is niet
alleen een vertrouwenwekkend gegeven naar de investeerders
toe maar eenmaal “op kruishoogte vliegend” behoudt het
bestuur zich de optie voor tot het aanhouden van een
aanmerkelijk (meerderheids)belang voor de volle looptijd van
het project/onderneming. Het bestuur wordt aldus niet
gehonoreerd middels fees maar naar en na de
gegenereerde opbrengsten van een project. Je zou als het
ware kunnen spreken van een joint venture van het bestuur
met de investeerder/participant. Een ander aspect hierbij is
dat de waarde en prijsbepaling van de participaties altijd
transparant wordt verricht door gerenommeerde
onafhankelijke audit partijen.
In feite biedt deze aantrekkelijke werkwijze
meer motivatie tot investeren dan in een aandeel van een
beurs-genoteerd bedrijf, waarbij het
passief afwachten is wat het resultaat zal worden. Bovendien
is men niet afhankelijk van het beurssentiment dat somtijds
leidt tot beeldvertekening.
Private Equity heeft in de loop der jaren
hier en daar ook reputatieschade opgelopen, waarbij “de
uitverkoop” van V&D als gevolg van een ‘kick and rush’ opzet
nog het meest in het geheugen ligt. Daarvan kan binnen
deze opzet nooit sprake zijn daar is gekozen voor een
verdienmodel waarbij de gedane investeringen voor eigen
rekening en risico komen en ergo daarmee ook de
opbrengsten. Na een grondige due diligence van elk
potentieel project (dikwijls in samenhang met andere grote
marktpartijen) zal te allen tijde vanuit het oogpunt van
meerwaarde creatie uit onderwaardering, duurzaamheid en
toekomstbestendigheid worden geopereerd. Dit zijn
zwaarwegende factoren die altijd als leidraad fungeren.
Verder wordt door de participant niet geïnvesteerd in de
‘combine’ van projecten maar in een enkel project. Daarmee
ontstaat affiniteit en ook een bepaalde betrokkenheid,
blijkens de tussentijdse verslagpresentaties waarbij er
altijd sprake van “voorkennis” is.
Bovendien bestaat te allen tijde de
mogelijkheid tot vragen stellen, terwijl men tevens kan
kennismaken met andere investeerders en/of partners van het
bedrijf. De ervaring leert dat dergelijke bijeenkomsten
buitengewoon worden gewaardeerd. (Voor)kennis en vertrouwen
vormen immers de basis en bestendiging van elk
investeringsbesluit.
Wellicht goed om nog even kort de werkwijze
van Private Equity (PE) in het algemeen te belichten.
Middels het nemen van een belang verschaft PE kapitaal aan
een doorgaans niet-beursgenoteerd bedrijf of onderneming met
het oog op waardecreatie zoals dat ook bij een
beursgenoteerd bedrijf het geval behoort te zijn. In
tegenstelling tot de passieve rol van banken als
kapitaalverschaffer gaat het bij PE om het actief toevoegen
van reële waarde – geen ‘buy and hold’ maar ‘buy and build’.
Daarbij kan de financiering zowel van individuele alsook van
professionele investeerders afkomstig zijn.
Op grond van mijn ervaringen en die van mijn
relaties is een profiel samengesteld (zie beneden) dat ter
goedkeuring is voorgelegd aan het bestuur. Dit is gedaan om
nieuwe investeerders het nodige onderzoek- en
beoordelingswerk te besparen alsmede om dit te toetsen aan
de hand van eventuele zelf eerder opgedane
praktijkervaringen.
Gezien de discrete manier waarop de
onderhavige participatiemaatschappij opereert, ben ik niet
gehouden naam en toenaam op voorhand vrij te geven maar pas
nadat interesse is getoond om nader kennis te maken. Tijdens
het vrijblijvende kennismakingsgesprek komen alle facetten
w.o. opzet, werkwijze, uitvoering, expertise, resultaten met
alle benodigde toelichting aan de orde.
Om te kunnen deelnemen is een minimale
deelnamesom van 100.000 euro vereist (poelvorming
toegestaan).Daarmee vervalt de prospectusplicht (AFM) maar
anderzijds worden de richtlijnen van dit instituut
nauwlettend opgevolgd. Bovendien vindt er altijd uitvoerige
(schriftelijke) voorlichting plaats. Voor zover mij bekend
is heeft zich nog nooit een incident of geschil voorgedaan.
Gezien de looptijd, opbrengsten en
buitengewoon gunstige risico/opbrengstverhouding van dit
project kan serieus (langjarige) pensioenvorming worden
overwogen.
Zie verder onderstaand profiel. |