Header


Homepage | De Markt | Portefeuille | Quotes| Archives | Aanmelden | Contact
 

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN XXXXVI
(25 mei 2021)

Met een marktkapitalisatie van een adembenemende $49.1 biljoen is Wall Street volgens opgave van Siblis Research Global Financial Database, thans groter dan het gezamenlijke BBP van de V.S., China, Japan en Duitsland. Een nooit eerder vertoond beeld! Terwijl de ter zake doende spelers als de centrale bank, de Amerikaanse Office of the Comptroller, de Federal Deposit Insurance Corp. alsmede de Securities Exchange Commission (beurswaakhond) de ernst van de opgeblazen beurs toch ook zouden moeten beseffen!

De ‘bull’ beurs steeg vanaf de crisis in 2008/9 in een nagenoeg rechte streep! In de laatste 12 maanden steeg Wall Street maar liefst met bijna 50%, een ongekende stijging binnen een dergelijk tijdsbestek. Gekte tref je dus niet alleen in het gekkenhuis! Een aantal importante instituten zoals Goldman Sachs, JP Morgan, Morgan Stanley en Bank of America lijken intussen hun beleggingsinzichten te hebben bijgesteld en zullen ongetwijfeld meer bijval zien.

Intussen ontstaat er een generatie in het besef dat de beurs in wezen maar één kant uit kan.

De rol van de Federal Reserve
Officieel was het de taak van de Federal Reserve om de gezondheid van de economie centraal in het oog te houden, een stabiele groei te bevorderen en tevens de inflatie “onder schot te houden”. Vooral sinds de crisis van 10 jaar geleden werd echter met de bovenstaande doelstellingen volledig de hand gelicht, uit vrees de economie door alle ontstane schuldvorming verder te derailleren indien het monetaire systeem zou worden gesaneerd.

Voor “deze oplossing” werd geopteerd in de hoop de gevolgen van de kredietcrisis “ongemerkt” onder de mat te kunnen schuiven om daarmee het ‘feel good’ gevoel weer aan te wakkeren. Extend and pretend! Daartoe diende uiteraard ook het edelmetaal als koopkracht parameter te worden “bevroren”. Dat middels dit “vrijgevige” monetaire beleid met een “non rentevoet” de beurs en de vastgoedmarkt ongestoord konden groeien met als “toegift” een sterk groeiende inkomensongelijkheid, werd “in gemoede stilte” voor kennisgeving aangenomen.

Zijn er dan geen zorgen? Zeker, maar wat moet je bij een voortdurend ultra lage rente? Met onderstaande signalen zie je nu wel de lucht betrekken zonder dat er vooralsnog naar een paraplu wordt gegrepen!

Zo dikwijls is er in deze column op gewezen dat schulden plempen met nieuwe schuld slechts leidt tot meer schuld en de monetaire problematiek daarmee alleen maar verder wordt aangewakkerd! Intussen blijken we opnieuw in een schuldklimaat à la jaren ’30 en ’40 te zijn beland, bekend terrein!

Bij een intrinsiek volstrekt uit de hand gelopen schuldvorming vallen alle illusies weg. Pas na het bekend worden van het veel hoger dan verwachte Amerikaanse inflatiecijfer over de maand april zijn er wenkbrauwen gaan fronsen. Een stijgende inflatie legt immers opwaartse druk op de rentevoet.

Negatieve perspectieven:
  • stuurloze centrale bank, waarvan Janet Yellen als voormalig Fed “icoon” met haar tegengesproken uitspraken op één dag inzake inflatie- en rentestijging exemplarisch was; zij weet als geen ander dat inflatie- en rentestijging de lynch pin betekenen voor de koopkracht annex economie
  • mogelijke implosie van de COMEX futures beurs vanwege de edelmetaal “controle”
  • dreigende implosie van de biljoenen derivatenmarkt, door Warren Buffett van Berkshire Hathaway omschreven als weapons of mass destruction
  • dreigende implosie van de REPO markt, de onderlinge korte termijn leningenmarkt onder banken die tevens de houdbaarheid van alle grote banken aangaat
  • toenemende sociale onzekerheid, polarisatie, normvervaging en onbehagen.
Rond eind jaren ‘70/begin ‘80 kon de inflatie oplopend tot >15% bij een schuld quote rond 40% van het BBP middels een forse renteverhoging van de Federal fund Rate oplopend tot >22% alsnog bedwongen worden. Dat veroorzaakte weliswaar een zware internationale economische crisis maar naarmate de hoge rente nadien tot zelfs het 0-punt werd afgebouwd volgde een langdurige zij het ietwat hobbelige economische periode van vooruitgang. Met de huidige schuldquote van bijna 110% zou een dergelijk scenario ondenkbaar zijn.

Thans zou elk procent renteverhoging de druk op de reeds te hoge staatsschuld gevoelig opvoeren en de “fiduciariteit” van de dollar en het internationale monetaire systeem immens aantasten. Die druk zou zich dan vertalen in een steeds hogere renteprijs en daarmee de groei van de staatsschuld een nieuwe aanzet geven. Zou de inflatie in de (nabije) toekomst verder oplopen dan is deze onder de huidige omstandigheden onbestrijdbaar geworden en zal er aan de geldontwaarding een vrije doortocht moeten worden verleend.

Naarmate dan het vertrouwen in de koopkracht navenant terugloopt, ontstaat een soort perpetuüm mobilae of een zelf genererende (hyper)inflatie, waarvan de voorbeelden in het verleden voor het oprapen liggen. De centrale bankiers hebben zichzelf alsdan als lame ducks afgeserveerd en gedeklasseerd tot staatsserviele, valsspelende monopolyspelers.

Niet geleerde lessen
Triest is dat we van de monetaire ondergangshistorie (Perzische Rijk, Romeinse Rijk, het Franse Rijk, het Derde Rijk en recent het Sovjet Rijk) niets opgestoken blijken te hebben als gevolg waarvan ons nageslacht “een zware klus” wacht. Hoe lang moeten we blijven toezien op een l’hístoire se répête? Wordt het niet tijd dit onderwerp in de economieboekjes beter te belichten? Wetenschap impliceert niet alleen willen weten maar vooral ook willen leren!

Niet genoeg kan worden herhaald dat de huidige ontwikkeling rechtstreeks valt af te leiden uit de ontbinding van de Bretton Woods overeenkomst in 1971. De sterk op en neer gaande bewegingen sinds die tijd zijn hiervan het sprekende bewijs.

‘In gold we trust’
Het aloude adagium ‘in gold we trust’ zal bijgevolg opnieuw in ere hersteld dienen te worden. Dat houdt in dat de monetaire koopkracht wordt bepaald door het onderliggende goud en niet langer door een arbitrair centraal bankbeleid, maar door een beleid gestoeld op stabiliteit met een centrale rol voor het edelmetaal als de klassieke store of value waarin de uitstaande schuld gereflecteerd staat.

Een staat zal dan gehouden zijn een balanced budget politiek te voeren op basis van het beschikbare edelmetaal. Mocht een handelsbalans niettemin negatief uitslaan dan is de staat gehouden het verschil middels de aankoop van additioneel goud af te dekken. In principe behoort hiermee een negatieve handelsbalans tot het verleden. Bedenk daarbij dat goud door de eeuwen heen als het hoogste goed werd beschouwd. Bedenk ook dat in tijden van oorlog de bezetter altijd het eerst op zoek naar goud ging!

Voor de toekomst zal naast een economisch stabiele ontwikkeling met alle inzet eveneens naar een ecologisch stabiele ontwikkeling gestreefd dienen te worden! Gelukkig heeft de jongere generatie hiernaar veel meer oor dan de oudere. Immers, zij hebben de toekomst nog aan hun voeten liggen Wellicht zal e.e.a. impliceren dat we met minder tevreden zouden moeten (kunnen?) zijn. Waarom steeds meer terwijl het met minder ook heeft gekund!

Vooruitlopend op een monetaire reset lijkt volgens commentator Alasdair Macleod van Goldmoney het einde van het papieren (backwardation) tijdperk in zicht te komen. Dit als gevolg van de introductie van de Net Stable Funding Requirement (NSFR) voor de banken met betrekking tot hun vereiste posities in goud, zilver en andere basis commodities.

Na invoering van deze NSFR rulings door de Bank of International Settlements (BIS) te Basel in de loop van dit jaar kunnen de banken significant hoge boetes verwachten door futures posities in te nemen. Dat heeft vervolgens repercussies voor de London Bullion Market (LBMA) die deswege verdere derivatieve liquiditeit en geassocieerde dienstverlening zal stop zetten. Daarmee zou een aanzet worden gegeven tot minder of geen papieren manipulatie op de COMEX gezien de geringere beschikking van fysiek goud. De facto dienen de COMEX numbers afgestemd te zijn op de beschikbaarheid van fysiek metaal in Londen.

Voor de LBMA “hangt” er nog een addertje in het gras waar het handelt om niet op naam gesteld (unallocated) goud. Bepalend wordt dan hoe de UK regulator hiermee zal omgaan. Verder hebben we te maken met zgn. leased gold dat de opslagcentra heeft verlaten en merendeels in Chinese en Indiase handen is beland en niet meer zal terugkeren, zeker niet na de stijging van de goudprijs in de laatste jaren. Hetzelfde gebeurde met de ETF’s (Exchange Traded Funds) die dikwijls door dezelfde partijen werden leeggeschud. Voorts zijn er staten geweest w.o. Duitsland en ook Nederland die een deel van hun Amerikaanse opslag hebben teruggevorderd nadat de dreiging van de belly up gegane Sovjet-Unie niet langer opportuun was. De andere bij de Amerikanen niet naar voren gebrachte reden bleek het afnemende vertrouwen in de houdbaarheid van de opslag onder Amerikaanse hoede!

Het totaal aan gemijnd goud wordt geschat op een slordige 200.000 ton maar het grootste deel hiervan behoort niet tot het monetaire goud doch opgepot of verwerkt in juwelen. Volgens het IMF bedraagt de totale voorraad aan monetair “beschikbaar” goud een ruime 35.000 ton.

Wat zilver betreft, gelden dezelfde nieuwe regels. Dit metaal kent vooral industriële toepassingen. Volgens het Silver Institute ligt de jaarlijkse vraag ruwweg op een miljard ounces, waarvan ca. een kwart voor rekening van beleggers komt en een slordige 150.000 ounces in een ETF mand valt. Slechts 18,5% komt voort uit recycling.

De nieuwe NSFR regels gelden overigens voor alle commodity derivaten (futures) inclusief energie. De kans bestaat dat de commodity prijzen als gevolg hiervan zullen gaan stijgen! De vraag blijft of de NFSR nog ruimte biedt voor een zekere ontsnappingsroute voor de centrale banken. In de volgende column wordt hieraan aandacht besteed.

Inflatie
Nu het woord inflatie na het bekend worden van dit cijfer over de maand april zo nadrukkelijk is gevallen, is het goed er even bij stil te staan. Het door het Bureau of Labour Statistics (BLS) uitgebrachte cijfer staat bekend als de CPI (Consumer Price Index).

Dit april cijfer kwam op een onverwacht hoge uitslag van 4,2% te staan, aanzienlijk boven de doelstelling van 2%, hoewel een hogere uitslag wel werd verwacht vanwege:
  1. de inhaalvraag na de corona versoepelingsmaatregelen
  2. de aanvoervertraging als gevolg van de mondiaal ingestorte container logistiek, die naar verwachting nog wel even kan aanhouden, met flink hogere tarieven
  3. de gestegen hard assets prijzen, waarbij China recent heeft aangegeven hiertegen maatregelen te zullen treffen maar of deze doel zullen treffen, is nog onduidelijk
  4. de onzekere factor die vooralsnog opgesloten ligt in mogelijke loonsverhogingen; uit onderstaande charts blijkt dat het aandeel van de werkenden in het nationale inkomen voor lange tijd structureel is achtergebleven.

Opvallend is dat Europa aanvankelijk een somberder beeld gaf maar sinds de crisis in 2008/09 juist een gunstiger beeld liet zien.

De vraag is terecht of de opgetreden stijging van structurele dan wel incidentele aard zal zijn, waarover de meningen overigens verdeeld zijn. De Fed en de ECB gokken op een tijdelijke hick up, terwijl de consument hiervan lang niet overtuigd is en voor zover de portemonnee reikt deze ook trekt. Daarmee zou een onherstelbare trendbreuk kunnen ontstaan en zou in potentie deze breuk een eigen leven kunnen gaan leiden.

In onderstaande Shadow Stats chart zijn ook voedsel en energie opgenomen leidend tot een uitslag met de factor 2 t.o.v. de CPI. Een dergelijk cijfer begint intussen aan te tikken dus zoveel zekerheid kan er niet schuilen in de benadering van deze centrale banken.

Overigens worden centrale banken verdacht van het “heimelijk” bevorderen van inflatie teneinde op deze wijze schulden te kunnen laten verdampen. Middels het in de biljoenen lopende monetaire expansie beleid wordt met de ene hand genomen wat met de andere wordt gegeven of zoals econoom Milton Friedman het uitdrukte: “taxation without legislation”. Het gevaar schuilt evenwel in een zgn. Demand Pull/Cost Push spiraal die eenmaal “op dreef” niet meer valt in te dammen noch terug te draaien.

Immers, de geldhoeveelheid is oneindig geëxplodeerd! Dan ontstaat het bekende proces dat steeds meer geld naar minder goederen op zoek gaat. Dat is alleen te voorkomen door juist niet de lonen te verhogen. Die roep wordt dan uiteraard juist snel groter. Dit temeer bij een productiviteitsleemte, waarvan de werkenden niet hebben kunnen profiteren. In onderstaande grafiek wordt duidelijk gemaakt dat de uurlonen significant achtergebleven zijn bij de gestegen productiviteit. Dit proces dateert in feite al vanaf begin jaren ’70 na ontkoppeling van opnieuw de dollar/goud relatie. Hiermee verkreeg de Federal Reserve de vrije hand ongelimiteerd dollars te drukken zonder dat er iemand van wakker lag.

Uit onderstaande grafieken blijkt welke “onderhuidse” ontwikkelingen zich in de afgelopen 50 jaar hebben voorgedaan. Deze vragen thans om een realistische compensatie.

Terugziende is het welhaast onbegrijpelijk dat een dergelijke trend zo lang heeft kunnen stand houden zonder dat er noemenswaardige reuring is ontstaan anders dan de vaststelling dat er sprake is van een evidente inkomensongelijkheid. Ook hier blijkt de oorzaak te zijn gelegen in de loskoppeling van de dollar/goud relatie. De woorden van president Nixon gewijd aan deze loskoppeling ‘I’ll promise you the dollar will be as good as gold’ heeft hij voor de eeuwigheidswaarde uitzonderlijk goed gekozen. In elk geval bleken de opeenvolgende Fed presidenten Paul Volcker, Alan Greenspan, Ben Bernanke, Janet Yellen en nu ook Jerome Powell hiervan kennelijk “overtuigd” te zijn geweest!

De flagrante opstuwing van de geldhoeveelheid sinds 2020 was mede te danken aan corona. De bovenstaande beelden zullen hopelijk straks ook in de economieboekjes verschijnen om te laten zien hoe het juist niet moet! Tegen die tijd zitten we al ruimschoots in Andere Tijden!

Robert Broncel

Copyright, 25 mei 2021

NB. deze column wordt eveneens verzonden aan DNB president Klaas Knot.
 
 

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2019 © Robert Broncel