Header


Homepage | De Markt | Portefeuille | Quotes| Archives | Aanmelden | Contact
 

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN XXXXI
(13 januari 2021)

Waar staan we anno 2021? Sinds de financiële markten met digitaal geprint geld zonder enige dekking(!) in wezen kunstmatig in leven worden gehouden, komt hiermee de toekomst in alle toonaarden bloot te liggen. De seinen staan daarmee op rood. Opvallend genoeg schrikt dit de beurzen (nog) niet af, want het eind van corona lijkt in zicht en daarmee is de onafwendbare transitie “verder weg”.

De feiten spreken voor zich:
  • Met corona nog aldoor als “tractie” blijft de schuldopbouw onstuitbaar
  • Tegelijkertijd kijken de beleggers gesteund door de digitale geldpers weer uit naar het aantrekken van de economische groei nu de vaccins hun werk gaan doen
  • Van een andere orde is dat de groeiende onevenwichtigheden in inkomen als gevolg van diezelfde digitale drukpers tot toenemende sociale spanningen leiden.
De centrale bankiers zijn machteloos en koesteren slechts hoop dat straks niet alle vingers op hen zullen worden gericht. Zij hebben vanaf de crisis in 2008 meer dan ooit aan de basis van deze ontwikkelingen gestaan. Het zijn echter de regeringsleiders geweest die zich in dit beleid bij gebrek aan visie en daadkracht hebben kunnen koesteren.

Wanneer de staat zonder voldoende dekking straks als “koning zonder kleren” te kijk staat, gaat ons dat als staatsonderdaan direct aan. Vanuit het voorbeeld van de implosie van de voormalige Sovjet-Unie 30 jaar geleden liggen twee scenario’s open:
  • Het onder staatsgezag toeëigenen van alle bezit inclusief de productiemiddelen, in de Westerse wereld aangeduid als communisme en daar als socialisme, met net voldoende “kruimels om de meute rustig te houden”
  • Het doemscenario van de oligarchie die zich dit bezit na de implosie in hoge mate wist toe te eigenen, zoals dat na 1980 steeds meer tot uitdrukking kwam.
Dekselse uitdaging
Gezien de globalisering zal er voor het eerst in de geschiedenis geopteerd dienen te worden voor duurzame mondiale oplossingen, niet alleen op monetair terrein maar tegelijk ook op het terrein van het klimaat en de biodiversiteit. Het gaat meer dan ooit om het scheppen van nieuwe en vooral blijvende overlevingskansen op basis van adequate databronnen!

Complicerende factor
Opvallend zijn de jongste prijsstijgingen in de grondstoffen- en landbouwsector. De CRB (Commodity Research Bureau) Index steeg de afgelopen maand zelfs met bijna 12%. Indien hieraan niet spoedig een einde komt, zal de inflatie niet lang op zich laten wachten met als inzet onomkeerbare kapitaalvernietiging. Met de crypto’s als de huidige kanarie in de kolenmijn is dit wel precies het scenario waarop de Fed sinds maart vorig jaar had “gemikt.” Er was alleen niet bij verteld dat daarmee de geest uit de monetaire fles zou kunnen springen, resulterend in de bekende self-fulfilling prophesy. Als het inflatieproces op gang komt, verliezen de fiat valuta hun laatste resterende koopkracht m.u.v. de Chinese munt en het edelmetaal, waarop deze munt in hoge mate rust.

Alleen een flinke renteverhoging zou nog voor afkoeling kunnen zorgen maar daarmee zou de economische groei onder fatale druk komen te staan. Dat voorbeeld kennen we nog uit 1980 toen de nieuwe Fed president Paul Volcker de renteschroef aandraaide met een wereldwijde recessie ten spijt. Bovendien zou nu ook de rente gefinancierd dienen te worden daar de middelen hiertoe ten ene male ontbreken. Dit essentiële “rentewapen” heeft de  Fed zich uit handen weten te spelen! Destijds kon Volcker de basisrente in korte tijd nog tot 22,25% opvoeren. Dat veroorzaakte destijds een gevoelige economische teruggang maar naarmate de  rente na verloop van tijd als gevolg van een afnemende inflatie verder kon dalen, was er weer ruimte voor economische groei. Volcker had alleen nooit kunnen denken dat die dalende rentetrend in 40 jaar zou uitvloeien in een nooit eerder vertoonde  negatieve rentetrend. Volgens de hieronder gepubliceerde cijfers van het Congressional Budget Office over het tweede halfjaar van 2020 (het boekjaar loopt van september/september) laten deze cijfers een dramatisch beeld zien. Ook op dit terrein heeft “de heer” Trump z’n sporen “verdiend”!

Dit aldoor verslechterende beeld gevoegd bij de economische malaise (corona), vormt een  regelrechte race  naar de monetaire bodem. Een ombuiging van dit beleid zou zelfs in 2008 al redelijk discutabel zijn geweest, toen de “officiële” inflatie nog rond 3,5% schommelde.

Intussen is de yield op deze 10-jarige lening sinds juli vorig jaar (nog nauwelijks zichtbaar) verdubbeld. De stijging vormt een niet onbelangrijke indicatie van afnemend vertrouwen in de dollar en is bijgevolg ook reden om koste wat het kost het vertrouwen zo veel mogelijk te stutten door met de goudprijs te blijven stunten. Deze dook eind vorige met een smak van 3,3% beneden het niveau van $1.850 terwijl juist de inflatiesignalen begonnen te knipperen. De financiële markten reageerden hier niet op.


De inflatie mag evenwel oplopen zolang de rente maar (super)laag blijft. Ook een dalende dollar zal eerder aanleiding zijn voor een oplopende beurs vanuit de verwachting dat de export zal stijgen.  


Spelers op de achtergrond
Een dalende dollar zal eerder aanleiding zijn voor een oplopende beurs vanuit de verwachting dat de export zal stijgen. Intussen zijn China en Rusland als “de grootaandeelhouders” in Amerikaans staatspapier zonder ruchtbaarheid doende hun bezit verder af te bouwen. Het opgegeven bezit zal wellicht groter zijn dan het reële bezit zoals dat in edelmetaal precies omgekeerd is. Niettemin wijzen beide ontwikkelingen in dezelfde richting. Plus ça change, nu alle tekorten door de Fed “opgeveegd” moeten worden. Zo ook het huidige tekort op de  begroting ad $3,1 biljoen. De Fed is daarmee grootfinancier van de staat, een bizarre en onhoudbare ontwikkeling!  
 

Volgens het laatste opgegeven cijfer daterend van mei vorig jaar zou China met $1,08 biljoen nog ca. 4% in handen hebben van de totaal uitstaande Amerikaanse nationale schuld van $25,8 biljoen. Rusland heeft het bezit aan Amerikaanse leningen volgens een opgave in juli vorig jaar weten terug te brengen naar ca. $850 miljard. Welk rentebestanddeel daarop rust, is onbekend.

(Hyper)inflatie
Mocht de inflatie voorbij de gestelde doelstelling van 2% oplopen dan is de Fed machteloos. Hierin was ook “voorzien” in de zin dat er vóór 2023 sowieso geen renteverhoging zou plaats vinden. Aankomend president Biden krijgt dan ook nog tijd om vriend en vijand met meer geld te paaien. Onbekend is of hij de uitdrukking après nous le déluge kent. In de V.S. heeft zich  nog nooit een hyperinflatie à la het Derde Duitse Rijk of de Sovjet-Unie voorgedaan. Vandaar dat het opkopen van staatsschuld door de Fed (gevolgd door de meeste andere centrale banken) in combinatie met ultra lage (negatieve) rentes en ongekende vergrotingen van de geldhoeveelheid thans tot “het nieuwe normaal” behoort. Het is in het geheel niet verbazingwekkend om de voormalige Fed president Janet Yellen te horen verzekeren dat ‘we need not expect another financial crisis in our lifetime!’ Curieus is het werkwoord ‘need’! Ze zal dan in de komende ministersperiode waarschijnlijk evenmin schrikken van een inflatiecijfer van 4% of 5%. Zeker zal het al “druk genoeg” hebben met de herfinanciering van een schuld van $7,7 biljoen – tegen welke voorwaarden?  

Ze moet dan evenmin vreemd hebben opgekeken van onderstaande “enigszins” oplopende schuldtrend, ofschoon hedge fund manager Ray Dalio met zijn hyperinflatie alarm haar onlangs nog had gewaarschuwd. Een bekende spreuk is ‘When money dies, is a tale of privation and degradation’ (ontbering en achteruitgang) als gevolg van koopkrachtberoving. Dat heeft de Sovjet-Unie 30 jaar geleden ervaren en zo ook het Derde Duitse Rijk 100 jaar geleden als we dicht bij huis blijven. Thans is dit het mondiale perspectief!   

Systeemvergiftiging
Deze ontwikkeling is temeer desastreus in de wetenschap dat het hier in hoge mate improductief geld betreft. Dat betekent niets anders dan verzanding in een onomkeerbare en onafwendbare systeemvergiftiging, gecamoufleerd door stijgende vermogenswaarden. Deze markten worden op geen enkele wijze meer gevoed door economische groei noch door groei van het besteedbare inkomen, behoudens voor de inmiddels bekende één procent vermogensbezitters.

Bovenstaande ontwikkeling – groei S&P 500 in relatie tot de winstontwikkeling – valt niet meer uit te leggen en vraagt bijgevolg om een dolkstoot in de richting van de beurs.  

De vraag is natuurlijk waar de klappen het eerst zullen vallen. Op zich zullen China en Rusland nog geen haast hebben. Het grootste gevaar schuilt naar alle waarschijnlijkheid in de inflatieontwikkeling in de Westerse wereld. Een sterke vergroting van de geldhoeveelheid in combinatie met een merkbare inflatie brengt een zgn. double whammy op gang die aanvankelijk minder voelbaar is zolang de afnemende koopkracht met nog meer (los)geld wordt gecompenseerd.    

Enige oplossing
Zoals reeds diverse malen in deze column is gememoreerd, is met de institutionalisering van een nieuwe goudkoppeling (repegging) geen betere oplossing denkbaar. Vanuit het verleden weten we dat hiermee de meest stabiele economische ontwikkeling wordt verkregen. Voor de have not landen zal het IMF als faciliteringsstation moeten dienen. Het behoeft geen betoog dat de goudprijs gezien de alsdan ontstane immense vraag evenredig zal stijgen.  

Bitcoin vormt geen alternatief daar geen enkele centrale bank deze munt in bezit heeft. Wel wordt hier en daar met een eigen nationale “stekkermunt” geëxperimenteerd, met als enig voordeel dat een eventuele bankrun middels de stekker in de kiem kan worden gesmoord. Dus dat is geen werkbaar alternatief.

Goud
Het was natuurlijk tekenend dat de papieren goudprijs op de COMEX Futures beurs in alle bovengenoemd gewoel vorige week  “nog even” met ruim 3,3% moest worden “bijgesteld”. Afgezien van de inflatie is een oplopende goudprijs – eventueel in lockstep met de inflatie – een te opvallende indicatie van afnemend vertrouwen in de dollar. Anderzijds wordt er nog naarstig door centrale banken geshopt die “het goedje” graag zo goedkoop mogelijk wensen in te laan, zo lang dat nog gaat. Op een stand van ca. $1.850 staat de goudprijs ondanks de vele manipulaties nog altijd op niet meer dan een slordige $40 beneden het hoogtepunt in september 2011. De inflatie vanaf die tijd werd doodleuk weggemanipuleerd!

Deze manipulaties hadden bij gebrek aan voldoende aanbod al meerdere malen onder flinke spanning gestaan, met het risico dat de hoeveelheid opgevraagd metaal groter was dan de beschikbare hoeveelheid. Op dat moment zou de beer niet meer te temmen zijn geweest!  

Met goud geldt ook zilver nog altijd als verreweg de goedkoopste commodity, hoewel goud in wezen geen commodity is maar als “koopkrachtbarometer” de monetaire oerfunctie vervult van het totaal aan uitgegeven fiatpapier.     

Gegeven alle eerdergenoemde markthazards is de toekomst nog nooit zo ongewis geweest als thans. De beste “polis” hiertegen blijft onverkort het niet bij te drukken goud. De jaarlijkse productie schommelt rond 2.400 à 2.500, waarvan een aanzienlijk deel direct door de centrale banken (China en Rusland) wordt opgeëist! Zojuist verscheen op Bloomberg het bericht dat de Russische goudvoorraad intussen groter is dan die van de V.S. ad 8.133 ton (volgens audit in 1955!). Er werd niet bijgezegd hoeveel groter.  

Robert Broncel

Copyright, 13 januari 2021  

NB. deze column wordt ook verzonden aan DNB president Klaas Knot.

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2019 © Robert Broncel