Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN(XVI)
(10 mei 2019)

Politieke ontwikkelingen daargelaten was het nog nooit zo simpel om de beurs te voorspellen. Immers, bij een permanente rente van iets meer dan “nul” kan de  beurs maar één richting uit, tenminste als je de aandelen “inflatie” wilt bijbenen. Tijd voor euforie?

 

Met Trump als ’s werelds “opper roerganger” en de Fed min of meer in zijn broekzak staan alle beurssignalen op groen. Die kleur wordt bovendien versterkt met de inzet van zijn infrastructuurplan ad $2 biljoen. Budgettaire ruimte is er niet, dus wordt deze post “eenvoudig”  doorgeschoven naar de reeds uitstaande staatsschuld van ruim $21 biljoen. Prachtig toch?! In papier uitgedrukt zou de V.S. intussen nagenoeg onbebost zijn geworden.

 

De rente als dominante factor

Dat de rente (ondanks de lage stand) een steeds groter aandeel opslokt van het jaarlijkse budget, ook daarvan schijnt niemand nog wakker te liggen. Het rentebestanddeel is nu al groter dan het totale budgettekort ad $439 miljard in 2015 en zal zich ongetwijfeld in een stijgende lijn voortzetten. Het rumoer over het almaar oplopende schuldplafond bleek  niet meer dan een wassen neus of zoals het “daar” heet: een ‘no brainer’.

Fed voorzitter Powell ziet “dit tafereel” uiteraard ook voorbijkomen maar moet dit als “papieren tijger” met lede ogen aanzien. Hij wenst juist de rente te verhogen om straks dit “instrument” weer te kunnen inzetten als de inflatie onverhoopt mocht stijgen. Met het opnieuw omhoog draaien van de renteknop krijgt hij iedereen over zich heen met Trump (die volgend jaar weer herkozen wenst te worden) voorop.

 

Centrale bankenbeleid

De centrale bankiers van de ECB en de BoJ zitten met dezelfde knoop als de Fed en kunnen niet anders dan “het walletje bij het schuurtje houden” op straffe van een ongewenste substantiële economische terugval. Sterker, ECB president Draghi herhaalde onlangs nog zijn ‘whatever it takes’ dreigement. Tijd voor vervroegd pensioen?

Teneinde toch enige rechtvaardiging in haar bestaansrecht te vinden, bracht de Fed  begin deze maand het halfjaarlijkse Financial Stability Rapport uit, met daarin wijzend op de ‘elevated asset elevations’, de ‘high risk appetite’ en het grote aantal uitstaande leningen zowel bij huishoudens als het bedrijfsleven. Volstrekt oud nieuws!

 

Met de beurzen op een ‘all time high’ die verder naar “de stratosfeer” gekeerd staan, dient de belegger geen hoogtevrees te hebben. Het plaatje werd voorts “verfraaid” met het onverwacht hoge groeicijfer in het eerste kwartaal met 3,2%, het hoogste sinds 2015. Tegelijk was er sprake van een lager handelstekort als gevolg van een lagere import doordat de vraag afnam zonder dat er sprake was van een substantieel hogere export. Er doorheen kijkend bepaald niet wat je noemt een sterke uitslag. Het laatste lage tekort dateerde van de  jaren 2008/9.

 

Mismatches

Als de euforie gepaard gaat met ‘mismatches’ dan gelden deze als waarschuwingssignalen. Onderkend waren de ‘all time highs’ die al langere tijd niet in overeenstemming zijn met de kwaliteit van de economie (constante groei in combinatie met een relatief lage staatsschuld).

 

Recent werd de beurs opgefleurd met het jongste wederom lagere werkloosheidscijfer. Op zich verheugend zeker als er thans slechts 6,2 miljoen Amerikanen als ‘unemployed’ te boek staan. Maar opgeteld bij de 95,57 miljoen ‘not in the labor force’ categorie (werkloos maar niet meer als werkzoekend ingeschreven) dan resulteert volgens John Williams van Shadowstats een werkloosheid van 21,2%. Voorts steeg het aantal ‘not in the labor force’ nagenoeg even sterk als waarmee de categorie ‘not employed’ was gedaald, coïncidentie? 

 

Begin deze maand rapporteerde Bloomberg dat Trump overweegt om het ‘national poverty level’ aan te passen, omdat er te veel mensen gebruik maken van ‘welfare programs’ om  aanspraak te kunnen maken op medische voorzieningen en ‘foodstamps’. Een gezin bestaande uit vier personen met een jaarinkomen van maximaal $25.900 wordt geacht beneden de armoedegrens te leven. Eén van de voorstellen was om de ‘chained CPI’ (inflatie) wat naar beneden bij te stellen, zodat de consument zal uitkijken naar goedkopere producten. De bedoeling hiervan is om de toegang tot bijstand te verhogen en door uit te gaan van een wat “vriendelijker” inflatie heeft de Fed nog minder reden om de rente te verhogen (twee vliegen in één klap).

Al in december vorig jaar gaf Trump aan dat miljoenen lichamelijk gezonde mensen aanklopten voor bijstand zonder op zoek te zijn naar werk. Het gaat er juist om deze mensen van afhankelijke staatssteun te bewegen naar ‘a good paying job and a rewarding career’, zoals hij zei.

 

Op dit moment verkeren er volgens een speciaal VN rapport 40 miljoen Amerikanen op de armoedegrens, 18,5 miljoen in extreme armoede en 5,3 miljoen in Derde Wereld condities.

Voorts meldde het American Cancer Institute dat maar liefst 137 miljoen Amerikanen zoals werd uitgedrukt: ‘suffered medical financial hardship in the past year’. Dat geldt dan ruim  een derde van de bevolking!

 

Ook stond het bovengenoemde VN rapport stil bij het feit dat de V.S. ‘has one of the highest rates of income inequality among Western nations’. In dit rapport werd Trump bekritiseerd voor de $1,5 biljoen belastingverlagingen die deze ongelijkheid nog sterker accentueren.

 

Overigens is de groeiende inkomens- en vermogensongelijkheid een fenomeen dat thans in toenemende mate in steeds meer landen valt waar te nemen, met “de gele hesjes” in Frankrijk als het meest naar buiten tredende trendsignaal. Ook DNB maakte van deze ontwikkeling onlangs met enige zorg melding.

De opkomst van populistische politieke partijen lijkt hiermee samen te hangen daar steeds minder kiesgerechtigden zich vertegenwoordigd voelen binnen het huidige politieke establishment.

 

Een andere ‘mismatch’ blijkt uit de al tijden eerder waargenomen inverse ‘yield curves’, waarbij het rendement op de korter lopende leningen hoger is dan op de langer lopende leningen als gevolg van de onzekere toekomst en de groeiende geldhoeveelheid sinds 2009.

 

In dat kader liet de 95-jarige Charlie Munger, “maatje” van Warren Buffett (Berkshire Hathaway), zich deze week in een interview op CNBC o.m. ontvallen:

  • ‘I’m so afraid of a democracy getting the idea that you can just print money to solve all problems but who knows when money printing gets out of control?

  • If you end up printing too much, you end up like Venezuela’.

Ongetwijfeld woorden die voor kennisgeving zullen worden aangenomen zonder toe te geven dat de weg terug eigenlijk al vanaf de jaren volgend op 2008 is afgesneden.

Daar een renteverhoging hoegenaamd is uitgesloten, terwijl anderzijds een nieuwe QE ronde tot een “motie van ongeloofwaardigheid” zou leiden, overweegt de Fed een slimmere vorm van monetaire verruiming in te zetten door de banken te faciliteren om staatspapier om te wisselen in reserves en vice versa. Op deze manier kunnen de banken op ieder gewenst moment van liquiditeit worden voorzien. Verder onderzoekt het IMF de mogelijkheid voor centrale banken om de negatieve rente in een volgende crisis eventueel op te voeren. Men ziet de bui kennelijk al hangen?

 

Dit soort uitlatingen lijkt het zijn symptomatisch voor de vrees voor een volgende (onafwendbare) crisis als “nageboorte” van die van 2008/9. Basel II en III zouden hiertegen juist afdoende borg moeten staan.

 

Basel III

Tegen de achtergrond van de verzwakte positie van de centrale banken sinds de crisis 2008/9 was het noodzakelijk om tot nieuwe gedragsregels en afspraken te komen om een “herhaling van zetten” te voorkomen. Te dien einde publiceerde de Basel Committee on Banking Supervision (BCBS) van de Bank of International Settlements (BIS) te Basel, ook wel het Politburo genoemd,  reeds in december 2010 de nodige “hervormingen” op het terrein van de kapitaal- en liquiditeitseisen die als het ware ten tijde van de crisis bloot kwamen te liggen.

 

De belangrijkste oorzaak van deze crisis lag in ‘the built up of excessive on and off  balance sheet leverage’ zonder voldoende zicht te hebben op de kwaliteit en kwantiteit van de  onderliggende kapitaalstromen. Als gevolg hiervan was het banksysteem niet in staat de hieruit voortvloeiende verliezen op te vangen. De doelstelling van de BCBS was om vanaf aanvang de gereguleerde kapitaalstructuur van het Basel II akkoord te versterken middels  Basel III. Opvallend is dat er van de derivaten als ‘weapons of financial mass destruction’ (Warren Buffett) niet is gerept.

 

Waar Basel II meer was gericht op de activazijde van de balans, wordt in Basel III meer naar de passivazijde gekeken, zowel in termen van kapitaal als liquiditeit. Hier gaat het dan met nadruk om de hogere kapitaalratio’s alsmede het verhogen van tarieven op diverse activiteiten met focus op ‘counterparty credit risk’. De minimum ratio lag op 3% van het balanstotaal, met het risico dat bij een ‘default’ van 3% op het uitstaande leenkapitaal de bank de facto failliet zou zijn.

 

Een en ander grijpt uiteindelijk terug op de tijd dat de dollar nog gekoppeld was aan goud, die werd losgelaten in augustus 1971. Weliswaar werd de dollar daarop gekoppeld aan olie (petrodollar) voor één gram goud per vat maar daarop kun je geen nieuw bankensysteem funderen. Het mag eigenlijk een wonder heten dat er al niet eerder een stevige crisis is uitgebroken, hoewel de rappe stijging van het goud in de jaren ’70 daarop wel wees. Echter, in die tijd kon een crisis (inflatie) nog worden bezworen met een torenhoge rente – de Federal Fund Rate werd in 1980 tot boven 20% opgeschroefd! Dat is nu volstrekt ondenkbaar zodat Basel III nog geenszins een garantie vormt tegen een volgende crisis, hooguit een drempeltje.

 

Daar het in dit bestek te ver voert om uitvoerig op Basel III in te gaan, zie verder de Basel III Summary (Basel III Summary).

 

Robert Broncel

 

Copyright, 10 mei 2019

 

 

PS. deze column wordt ook verzonden aan DNB president Klaas Knot  

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel