Dat de grenzen
van de Amerikaanse schuldgroei in zicht komen, daarover bestaat
weinig verschil van mening maar wel over de vraag hoeveel rek er
nog in zit. Immers, nu China de kwaliteitsrating van deze schuld
neerwaarts heeft bijgesteld, zal de animo bepaald niet toenemen.
Daar komt bij dat de door Trump geïnitieerde “handelsoorlog” met
speerpunt gericht op China als “complicerend” mag worden
beschouwd.
Volgens het
Chinese rating bureau Dagong is China thans nog houdster van een
slordige $1,2 biljoen aan Amerikaanse staatsleningen. Ook werd
speciale aandacht gewijd aan Trumps tax package ter grootte van
$1,4 biljoen die straks bovenop de $21 biljoen aan staatsschuld
komt en de terugbetaling kwetsbaarder maakt. Verder werd gewezen
op het feit dat de groeiende staatsschuld afgezet tegen de
economische groei en de fiscale inkomsten een steeds hoger
schuldplafond zullen vereisen. Vooral Dagongs zinsnede
‘the virtual solvency of the federal government would be likely
to become the detonator of the next financial crisis’
was niet mis te verstaan behalve door het steeds “rossiger”
wordende Witte Huis.
Volgens Jim
Rickards van Strategic Intelligence en auteur van diverse boeken
w.o. The Death of Money, zal Trump het er evenmin bij laten
zitten dat China zich sinds 1989 voor een slordige $1 biljoen
aan U.S. intellectueel eigendom (patentrechten) heeft
toegeëigend en dat onder de Trade Act van 1974 zal terugeisen.
Voorts
waarschuwde professor Kenneth Rogoff van Harvard University dat
China zich bij verdere verhogingen van de rente in het centrum
van de volgende mondiale financiële crisis zal bevinden. Rogoff
geldt als de financieel crisisexpert bij uitstek. Samen met z’n
collega Carmen Reinhart schreef hij hun welbekende werk ‘This
Time Is Different’(2009), met de centrale vraag “hoe
houdbaar het huidige financiële bestel nog is?”
Na bijna 10
jaar lijkt alles “onder aanvoering van de lage rente” beter dan
toen – economische groei, werkgelegenheid, winstgevendheid,
productiviteit, investeringen Wat nu als de rente gaat stijgen
in een land dat nog zo nadrukkelijk afhankelijk is van
investeringen en goedkoop geld? Een rentestijging ingegeven door
welke motieven ook zal China niet kunnen ontlopen zo min als de
door de V.S. opgelegde handelsrestricties. De vraag is wat China
hiertegenover zal stellen en in welke vorm? Vooralsnog houdt
president Xi zich afgezien van enkele speldenprikjes nog
redelijk op de vlakte. Verder ziet hij in dat alle houders van
Amerikaanse staatsschuld zoals overheden, centrale banken,
institutionele beleggers etc. meer zullen gaan inleveren
naarmate de rente stijgt. Dat geldt in sterke mate ook voor
China.
Tegelijk ziet
Xi ook dat de Amerikaanse staatsschuld alleen al in het laatste
halfjaar met meer dan een biljoen dollar is gegroeid, terwijl
het economisch toch niet zodanig tegenzat. Vorig jaar groeide de
economie met 2,5% in reële termen. Onder bijtelling van de
inflatie zou dat cijfer zelfs op 4,4% uitkomen. Niettemin
groeide de nationale schuld met 6,6% of een toename van 36%,
inclusief inflatie. Hij weet eveneens dat de Amerikaanse
economie vanaf 2008 van $14,5 biljoen naar thans $19,7 biljoen
is gegroeid - een stijging met 36% - maar hij zag
tegelijkertijd dat de staatsschuld in die zelfde periode van
$9,4 biljoen naar ruim $21 biljoen is gestegen, of een stijging
met 123%! Er gaat dus veel meer uit dan er binnenkomt. Dat heeft
tot gevolg dat de laatste renteafdracht zelfs bij deze lage
rente bijna $460 miljard of ca. 15% van de fiscale inkomsten
vergde en gedoemd is verder te stijgen.
Met de kosten
van de sociale zekerheid, pensioenen, ziektekostenverplichtingen
en defensie uitgaven, Homeland Security, infrastructuur,
buitenlandse hulp en diverse andere uitgaven w.o. het Pension
Benefit Guarantee Fund, het Disability Insurance Fund, het
Federal Highway Fund en zo nog een aantal andere doelen schuift
dat naar een lange termijn ongedekt uitgaventotaal van vele
tientallen biljoenen. Ook in dat opzicht vormt een handelsoorlog
zeker geen positieve bijdrage.
Oud-Republikeins presidentskandidaat Ron Paul maakte in z’n
jongste statement nogmaals duidelijk dat een handelsoorlog
allerminst een adequaat antwoord biedt op verbetering van de
huidige economische ontwikkeling en ten koste zal gaan van de
Amerikaanse alsmede van de mondiale economie. In plaats daarvan
zouden juist de werkelijke oorzaken van de huidige
schuldproblematiek dienen te worden aangepakt. Op dat laatste
had hij al vele malen gehamerd, vermoedelijk de belangrijkste
reden om bij de laatste verkiezingen buiten de boot te zijn
gevallen.
Intussen is
optimist Larry Kudlov als nieuw economisch adviseur aan Trumps
team toegevoegd. Larry trekt niet zo hard aan de
overheidstekorten. In tegendeel. Op CNBC verkondigde hij een
week geleden dat er geen reden tot paniek is daar de economische
groei er voor zal zorgen dat “het vlekje” van de schuldgroei zal
worden weggewerkt. De belastingverlagingen en de verzachting van
de banknormen zullen resulteren in een ‘tremendous investment
boom’. Om die reden gaf hij in het zelfde interview aan:
‘buy the dollar and sell gold’ maar dit proces is de facto
al sinds september 2011 gaande.
Het is evenwel
goed te weten dat Kudlov hoofdeconoom was bij Bear Stearns toen
deze bank in maart 2008 als eerste belly up ging. In
december 2007 gaf hij in de National Review nog aan dat ‘for
the coming year there is no recession coming, the pessimists are
wrong, it’s not going to happen, at a bare minimum we are
looking at Goldilocks 2.0, the Bush boom is alive and well’.
In maart 2008 meende hij z’n mening iets te moeten bijstellen
met: ‘maybe we’re going to have a mild correction, maybe not’
waaraan hij toevoegde: ‘I’m going to bet that the economy
will be rebounding sometime this summer, if not sooner. Actually,
we’re in a slow patch, that’s all and it’s nothing to get up in
arms about’, waarvan acte!
Als gevolg van
de superlage rente zijn intussen alle vermogenscategorieën
(aandelen, obligaties, vastgoed, kunst) zodanig ‘out of sinck’
geraakt dat je sterk moet hopen dat Kudlov het met zijn visie
bij het rechte eind heeft. Zijn verleden doet evenwel op z’n
minst de wenkbrauwen optrekken, met de vraag hoe lang hij op
deze zetel mag blijven zitten.
|