Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN(XII)
(4 december 2018)

De financiële wereld werd plots verrast door Fed voorzitter Powells uitspraak dat de korte rente  maar “iets beneden neutraal” zou noteren óf de volgende verhoging zou wel eens iets langer op zich kunnen laten wachten”. Gunstig voor de beurs die een sprongetje maakte. Een dag later meldde Associated Press dat “president Donald Trump een grotere bedreiging voor de economie vormt dan een verder oplopende handelsoorlog” naar aanleiding van Trumps gut feeling dat hij de Fed als een veel groter probleem zag dan China.

 

Krasse termen die niet echt bijdragen tot een betere gemoedsrust. In elk geval heeft Trump zojuist op de G-20 meeting in Buenos Aires gemeend de handelsrelatie met China niet nog aan te scherpen door een grace period van 90 dagen in te lassen om onderhandelaars kans te bieden tot een voor hem “zinvol”een vergelijk te komen.  

 

Of  Powell overigens een knieval voor Trump heeft gemaakt, zullen we nooit weten. Het kan zijn dat hij zich door Trump juist gesteund voelde de rente toch maar niet verder te verhogen, waarvan hij de uitkomsten immers al kent. De markten zijn er evenwel nog niet gerust op.

 

Je hoeft Powell niet te vertellen dat het Amerikaanse tekort op de begroting intussen tot boven $1 biljoen (12 nullen) is opgelopen, hetgeen iedere dag een rentelast met zich meebrengt van ca. $1,5 miljard. Zelfs zonder renteverhoging stijgt die last vanwege de verder oplopende vele verplichtingen in de komende jaren naar ca. $2 miljard per dag.

 

Evenmin onbelangrijk waren de woorden van Trumps veiligheidsadviseur John Bolton die op een bijeenkomst op de Alexander Hamilton Society liet weten dat de huidige schuldhoogte tot een ‘economic threat to the nation’s security’ leidt. Opvallend was wederom dat de financiële pers hieraan maar weinig woorden “vuil maakte”. Boltons niet minder grote angst is dat een schuldcrisis tot afbrokkeling van Amerika’s militaire aanwezigheid in de wereld leidt die ook iedere dag “een paar duiten” kost.

 

Voor volgend jaar is een defensiebudget voorzien van “slechts” $716 miljard of bijna $2 miljard per dag, verreweg het grootste budget ter wereld. Wat voert het Witte Huis tot steeds grotere defensie uitgaven? Is dat de angst voor de “boze” buitenwereld of wordt er rekening gehouden met een ‘melt down’ van het monetaire systeem als gevolg waarvan mag worden verwacht dat er sociale onrust uitbreekt. Wat is dan onder die omstandigheden beter om een buitenlands geweldsconflict uit te lokken, bij voorkeur met Rusland dat voor de V.S. beter “behapbaar” is dan China. Bovendien ligt Rusland veel beter “ingekapseld” dan China. In het Pentagon liggen de nodige strijdplannen klaar. Hopelijk zal in dit geval het gezond verstand zowel in de V.S. als ook in Europa blijven overheersen. 

De val van het systeem maakt tevens een einde aan de rol van de dollar als ’s werelds reservevaluta waarmee ook de afbrokkeling van Amerika’s mondiale militaire aanwezigheid in zicht komt. Dat is precies waarop president Poetin al enkele malen heeft geduid. Ongetwijfeld is hier de wens de vader van de gedachte die eveneens speelt bij de Chinese president Xi Yinping.

 

Eén van de economische consequenties van teveel schuld is dat teveel belastinggeld op gaat aan non-productieve uitgaven die op geen enkele wijze bijdragen aan de economische groei. In dat kader kwam de Center on Budget and Policy Priorities (niet zo bekend hier) uit met een non-productief cijfer van bijna 75% van het Federale uitgavenpatroon. Dat mag je zonder meer verontrustend noemen daar het geen ruimte biedt voor een substantiële economische groei in de toekomst. Die groei zal dan voor het overgrote deel uit het bedrijfsleven moeten komen en gebaseerd is op vertrouwen dus ook vertrouwen in Trump!

 

JP Morgan voorziet nog een ander probleem en dat is een daling van de mondiale vraag naar schuldpapier nu QT steeds meer begint te bijten. Als de vraag daalt, zal er een hoger rentekaartje aan moeten worden gehangen en dat is eveneens fnuikend zonder dat de inflatie oploopt en meer neigt tot dalen vooral nu de olieprijs in korte tijd met ruim 30% is gedaald. Ook in dat kader valt een hogere rente slecht te verkopen, terwijl de economische groei eerder tendeert tot verzwakken.

 

Volgens het gezaghebbende onafhankelijke Economic Cycle Research Institute (ECRI)  in Pennsylvania zou de gezamenlijke schuld van de V.S., Eurozone, Japan en China in de laatste 12 maanden tien maal harder zijn gegroeid dan de economische groei is toegenomen. Dus waar het geboden is om juist de schuldquote (schuldverhouding tot het BBP) te verlagen, vindt precies het omgekeerde plaats. De Amerikaanse schuldquote ligt nu op een hoogte van ca. 106% en deze ontwikkeling laat geen ruimte meer tot verlaging, wel verhoging! In Japan ligt de schuldquote zelfs boven 200%! Meer schuld produceert minder economische groei daar er steeds minder investeringsmiddelen beschikbaar komen 

 

 

Volgens economen Kenneth Rogoff en Carmen Reinhart, die de monetaire geschiedenis gedurende de laatste 800 jaar hebben doorgelicht, ligt het kritische draaipunt rond een quote van 90%. Powell moet dit toch ongetwijfeld ook weten! Wat kan hij doen om dit scenario te keren? Zoals al zo dikwijls in deze column is gememoreerd is er maar één oplossing om het schuldprobleem te lijf te gaan en dat is door deze middels inflatie te laten “verdampen”.

 

De centrale banken hoopten middels QE (verruiming van de geldhoeveelheid) inflatie te kunnen initiëren. Dat effect werd teniet gedaan doordat dit digitale geld voornamelijk bij de grote banken terecht kwam die het opnieuw bij de centrale bank stalden om er rente (hoe miniem ook) mee op te strijken totdat deze uiteindelijk negatief werd. Alleen de beurs, de vastgoed- en kunstmarkt hebben ervan kunnen profiteren. Voorts kochten bedrijven  grootschalig hun eigen aandelen op topniveau in en dat zorgde voor nog meer koersstijging.

 

CEO Larry Fink van Black Rock - ’s werelds grootste vermogensbeheerder - meldde tijdens een paneldiscussie tijdens de New Economic Forum in Singapore vorige maand dat de dagen van de dollar als reservevaluta ‘numbered’ zijn. Hij wees daarbij precies op de pijnpunten:

  • Het groeiende Amerikaanse overheidstekort en de immer groeiende staatsschuld

  • De afnemende ‘appetite’ om Amerikaanse staatsschuld op te kopen

  • Het gevecht dat Trump aangaat met Amerika’s ‘biggest lender’ China (handelsoorlog)

Zelfs voormalig World Bank Chief Economist Justin Yifu gaf aan dat ‘the dominance of the greenback is the root cause of the global financial and economic crises’ (zie meervoud!).

Hierboven een schets van Deutsche Bank die ook het Perzische, Romeinse, Byzantijnse en Ottomaanse Rijk in dit rijtje als “de lichtende voorbeelden” had kunnen opnemen!

 

Terug naar het heden, waar steeds meer kunstgrepen nodig bleken om het wankele monetaire evenwicht vooralsnog gaande te houden  waaronder de hendel op de geldhoeveelheid, de continu lage rente alsmede “de grip” op de goudprijs.

 

Wat dit laatste betreft, is het op termijn onontkoombaar dat de zo lang “gepende” goudprijs middels “backwardation” op de COMEX termijnbeurs in New York (puur staatskapitalisme) zal moeten worden losgelaten door de markt via “contango” (vrije marktwerking) z’n werk te laten doen!
 

Toen de goudprijs in 2011 tot boven $1.900 was gestegen, moest “de rode vlag” uit om de goudprijs via backwardation” terug te voeren (manipuleren) naar het huidige niveau rond $1.200. Binnen de centrale banken werd gevreesd voor “een afgang” van de dollar. Niettemin geloven velen nog steeds – zelfs binnen de handel – dat deze (veel te lage) prijs het gevolg is geweest van het vrije marktmechanisme. Kwestie van huiswerk maken.

 

De meest “wilde” verhalen hebben de laatste jaren de ronde gedaan tot welke hoogte de goudprijs zou moeten stijgen om de schuldratio weer tot een aanvaardbare hoogte te laten dalen. Een niveau van $5.000 per ounce ligt min of meer binnen de communis opinio. Voor Japan zou dat niveau meer op $10.000 duiden. Dat zou dan een inflatie van een slordige 400% c.q. 800%  impliceren, een “knap”dure ingreep om daarmee weer draagvlak voor de uitstaande schuld te creëren. Een soortgelijke beweging heeft zich in de vorige eeuw al tweemaal eerder voorgedaan. Het zij nog maar eens herhaald!

 

De eerste keer was in 1933 ten tijde van president Roosevelt toen de goudprijs van $20,67 naar $35 per ounce werd opgekrikt resulterend in een inflatie ca. 75%. De tweede keer was in augustus 1971 toen president Nixon de dollar loskoppelde uit de Bretton Woods afspraken (1944) als gevolg waarvan de goudprijs in 10 jaar van $35 naar ruim $800 opliep, met een jaarlijks steeds verder oplopende inflatie richting 15% in het kielzog. Toen beschikte de Fed nog over het rentewapen dat ze nu niet meer heeft gezien de genoemde fatale consequenties.

 

Revaluatie van de goudprijs is het enig denkbare scenario om het marktvertrouwen te doen herwinnen. “Andere smaken” zijn er niet tenzij er “ruim baan” wordt gemaakt voor een totaal vrije inflatie oplopend naar hyperinflatie die eveneens de marktvraag naar goud in alle toonaarden ontembaar maakt! Voordeel voor de beleidsmakers is dat dit laatste min of meer geleidelijk gaat en hen iets “minder” kwetsbaar maakt. “Andere tijden” dringen zich hoe dan ook steeds meer op!  

 

Robert Broncel

Copyright, 4 december 2018  



PS. deze column wordt ook aan DNB president Klaas Knot verzonden.

 
 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel