Voorbericht bij DE STRATEGISCHE MODELPORTEFEUILLE – augustus
2018 |
Algemeen
De vaste lezer van mijn columns kent inmiddels
wel “de barometerstand”, ook al verkeert de day of reckoning
vooralsnog in nevelen. Deze leek zich aan te dienen bij de val
van Lehman in 2008 maar werd destijds na een buitengewone
krachtsinspanning door de Fed met het Amerikaanse ministerie van
Financiën afgewend waartoe werkelijk alle “onoirbare” middelen
geheiligd bleken. Als antwoord op een definitieve
koopkrachtomslag was een Strategische Portefeuille meer dan
opportuun.
Doordat de banken het krediet als vliegwiel van
de economie om zeep hadden geholpen, probeerden de centrale
banken dat euvel middels geldverruiming (QE), reddingsoperaties
etc. te bestrijden. Daartoe dienden lage rentes, opkoop van
staatsleningen (met afnemende risicopercepties tot gevolg) en
voorts “geminimaliseerde” edelmetaalbeprijzing” na nog een
“wankel moment” in aug/sep 2011 ter ondersteuning van het
vertrouwen in de dollar. Na deze ingrepen liet de inmiddels
virale Strategische Modelportefeuille aanvankelijk een dalend
patroon zien. Bij een omslag toen zou het beeld precies
omgekeerd zijn geweest. Gezien de ongekend grote
schuldcreatie staat thans een veel omvangrijkere monetaire
crisis afgetekend ‘in the cards’.
Zelfs nu de ‘QE dope’ in de V.S. is gestaakt
blijft de rust op de financiële markten gehandhaafd, ook na “het
strooien” van sancties richting China,Rusland en Iran. Het flink
naar boven bijgestelde Amerikaanse BBP groeicijfer over het 2e
kwartaal naar 4,1% bood daarbij opluchting, vooral nadat ook het
BBP uit hoofde van een inflatiebijstelling met ruwweg een
biljoen naar boven kon worden opgekrikt. Aan de mate van
betrouwbaarheid wordt intussen steeds meer getwijfeld. Men
vermoedt dat “de hand” van Trump hieraan niet vreemd is. Doch,
mocht de Fed het voorgestelde programma van renteverhogingen
wensen uit te voeren dan zal de groei navenant weer afnemen,
terwijl de valutaire spanningen met de ‘emerging markets’
evenredig zullen toenemen.
Ondanks alle onzekerheid verkeren de beurzen
reeds geruime tijd “in hogere sferen”en lijkt er aan deze
uitzonderlijk lange bull run geen eind te komen. Dat
houdt verband met de enorme liquiditeit die sinds 2009 in de
markt is gestort alsmede de uitzonderlijk lage rente
(kunstgrepen!). Voorts was er als gevolg van die lage rente veel
minder interesse voor een rentedragende vermogensklasse als de
obligatiemarkt en werd er gezocht naar meer rendement zoals in
aandelen en vastgoed.
Vanwege de aanhoudende verruiming van de
kapitaalmarkten begon “het geloof” steeds meer post te vatten
dat er geen grenzen meer aan de schuldgroei kleven en centrale
banken zich in feite weinig zorg hoeven te maken over een
afnemend vertrouwen in het functioneren van de huidige
financiële markten. Intussen wordt al gefluisterd dat een
verdere beursstijging van 20% tot 25% binnen het raam der
mogelijkheden zou liggen. Inderdaad, indien de economische groei
gelijke tred zou houden met de schuldgroei valt hiervoor wel wat
te zeggen. Echter, deze verhouding is volslagen ‘out of sync’ of
is volslagen zoek gespeeld nu de mondiale schuld op een factor
drie van het mondiale BBP ligt. Onderwijl
dreigen de middenklassers en de onderklasse zonder eigen huis en
een flinke aandelenportefeuille buiten de boot te vallen terwijl
de werkgelegenheid en de arbeidsparticipatie ondanks de
“gekunstelde” cijfers achterblijven. Dus zal er vanuit deze
groepen steeds meer inspanning moeten worden geleverd om aan de
toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen zoals ziektekosten,
pensioenpremies, schuldaflossing etc.
Zie hieronder de inkomensontwikkeling tussen het
top 5% inkomenssegment en het 50% middensegment die onlangs
stond afgedrukt in de Washington Post, een bijzonder schrijnend
beeld! De top 5% zit op een stijging van ruim 50% terwijl de 50%
middengroep neerkijkt op een daling van ruim 4%. Deze grafiek is
al niet eens meer actueel en draagt nu cijfers van 55% plus en
5% min. |
|
De meeste mensen zijn voor hun levensonderhoud
puur van hun inkomen (en later pensioen) afhankelijk en
anticiperen daarbij op dezelfde koopkracht in de toekomst. Over
onze toekomstige koopkracht worden maar weinig concrete
uitspraken gedaan, zodat die zorg bijgevolg bij de meesten niet
al te sterk leeft. Logisch omdat een ongewisse toekomst de
onrust in de samenleving zou doen aanwakkeren. Deze ontwikkeling
doet denken aan de tijd vóór het uitbreken van de Franse
Revolutie in 1789 toen de burgerij en alles daaronder zich begon
te realiseren dat er ergens “iets haperde”.
Gelet op het behoud van koopkracht als
belangrijkste overlevingsprioriteit is het zaak hierop zo goed
mogelijk voorbereid en ingespeeld te zijn waarbij basisbehoeften
als water, voedsel, (groene) energie, grondstoffen èn
koopkracht (buiten een dak boven het hoofd) het paradigma
vormen. Ons huis wordt tegen brand, inbraak en stormschade
verzekerd maar een adequate verzekering tegen toekomstig
koopkrachtverlies bestaat er niet. Dat geldt ook voor ons latere
pensioen. Een door koopkracht “uitgewoond “ pensioen helpt je
geen steek verder! Om deze reden heeft de Strategische
ModelPortefeuille een belangrijke functie als “polis” tegen
toekomstig koopkrachtverlies!
NB. Voor een
compleet en gedetailleerd beeld per sector leest u alles in de
Portefeuille en per fonds tevens hoe te handelen. De
Portefeuille vraagt geen groot kapitaalbeslag en is geschikt
voor zowel kleinere en ook grotere (professionele) beleggers.
Uiteraard zou je je ook op andere wijze kunnen
verzekeren bijvoorbeeld middels vastgoed of eventueel kunst.
Alleen vragen deze bij aanvang een aanzienlijk groter
kapitaalbeslag en zijn minder liquide bij aan- en verkoop. Deze
Portefeuille is zodanig ingericht dat alle facetten van
liquiditeit en behoeftevoorziening zonder veel omzien zijn
gedekt, zonder veel ruimte tot een onzekere toekomst.
Voor zover men reeds over een
beleggingsportefeuille beschikt, verdient het aanbeveling deze
kritisch tegen het licht van de Strategische Modelportefeuille
te houden en waar nodig aanpassingen aan te brengen. Bij twijfel
of onzekerheid staat altijd een kosteloos consult ten dienste.
Dat geldt ook voor de doorlichting van uw portefeuille. In dat
kader is het meer dan gewenst om afstand te nemen van “de waan
van de dag”.
Meer dan ooit verkeert de beurs in ‘unchartered territory’.
Dat is het gevolg van het veel te ruime (goedkoop geld) beleid
waarmee de beursstijging werd gevoed. Dat heeft ertoe geleid dat
sprake is van een flinke disconnectie tussen het beurssentiment
(marktperceptie) en de heersende financieel/ economische
onzekerheden voortvloeiend uit “het gladstrijken” van de
pijnpunten na de val van Lehman in 2008. Die onzekerheden als
gevolg van de rente- en inflatieontwikkeling , economische
groei, de handelsperikelen en de geopolitieke spanningen lijken
tot dusver geen enkel vat op het beurssentiment te hebben.
Kortom, het beursvertrouwen lijkt onaantastbaar. Dat is tot
dusver prettig voor de centrale bankiers die “dit medium”
nauwlettend blijven volgen.
De beursgroei dient evenwel vooral te worden
aangestuurd door de activiteiten van het bedrijfsleven. Hoewel
het bedrijfsleven de laatste tijd meer neigde tot nieuwe
investeringen, verkeert men thans in het onzekere door de
verscherpte handelssancties. Derhalve wordt nog steeds voorkeur
gegeven aan inkoop van eigen aandelen (zelfs op topniveau) en
blijven de toekomstige winstmarges achter om thans de
aandeelhouders aan zich te binden. Daardoor stijgt intrinsiek
weliswaar de winst per aandeel maar dat is meer schijn dan
werkelijkheid omdat de winstpotentie als zodanig niet groeit.
Voorts blijkt dat een investering van één dollar in 1950 een GDP
groei van $3,42 opleverde tegen nu nog slechts $1,39!
Hoewel er op Wall Street weer nieuwe hoogtepunten
werden neergezet, schijnen beleggers zich weinig zorg te maken
over de schuldenpositie van het gros van de bedrijven. Volgens
de Wall Street Journal staat 60% van alle bedrijfsschuld van
bedrijven in de Russell 2000 genoteerd als ‘junk’. Niettemin
staan de koersen op een all-time high. Ergo, de belegger blijft
er van uitgaan dat zelfs op dit niveau de bomen tot in de hemel
zullen groeien. Hij betaalt rustig RUIM tweemaal de CAPE RATIO
(zie beneden) in de hoop dat er straks nog andere “idioten” zijn
die er nog meer voor willen neerleggen. De belegger betaalt niet
alleen een te hoge prijs voor de toekomstige winst maar tegelijk
ook een te hoge prijs voor de ‘net assets’ (vermogen minus
schuld)! Daarbij in aanmerking genomen dat de netto koopkracht
(inkomen minus inflatie) de laatste decennia de facto stagnerend
is geweest. Dus uit hoofde waarvan dient dan de langere termijn
groei van de bedrijfswinst te komen? |
|
De ‘corporate debt’ staat intussen op een stand
van bijna ruim $13 biljoen (bron: Weiss Research) of op ruim de
helft van het Amerikaanse BBP. Ook dit is een ongehoorde
ontwikkeling die zich in het verleden op deze schaal nog nooit
heeft voorgedaan. Als de rente stijgt, zullen er ongetwijfeld
slachtoffers gaan vallen.
Andere indicatoren
De door Dr. Robert Shiller ontwikkelde CAPE Ratio
(Cyclically Adjusted Price-to Earnings) gemeten over een
10-jarige periode vertoont al geruime tijd een stijgende
tendens. Dat kan alleen wanneer de koersen op grond van
verbeterde resultaten en vooruitzichten stijgen of de winsten
daarmee geen gelijke tred weten te houden maar dat gebeurt nú
gelijktijdig. Als gevolg hiervan ligt de S&P mediaan met ruim 30
al sinds 2010 (begin QE) ver boven het historisch gemiddelde van
16. Op grond hiervan zou de Dow eerder rond het niveau van
12.500 punten moeten vigeren. Een dergelijke CAPE stand heeft
zich in het verleden maar tweemaal eerder voorgedaan, met in
beide gevallen desastreuze gevolgen. |
|
Opvallend genoeg wordt aan deze index nauwelijks
nog aandacht geschonken en blijkt de angst groter om de boot te
missen. Het beurssentiment is ondanks alle onzekerheden steeds
meer op “mooi weer” komen te staan maar mocht de Fed de
aangekondigde renteverhogingen ‘sooner or later’ doorzetten dan
zal het sentiment omslaan. Vergeet ook niet dat de door Trump
geïnitieerde belastingverlagingen en investeringen gefinancierd
dienen te worden en opgeteld belanden bij de budgettekorten in
het staatsschuld cohort. Ook deze financiering vraagt om een
rentevergoeding.
Opvallend genoeg ligt Warren Buffett’s
total market cap to GDP ratio volkomen in lijn met
Shiller’s CAPE Ratio, zij het op basis van een andere
benadering maar wel met dezelfde conclusie: aandelen zijn
veel te duur! Vlak vóór de dot-com bubbel in 2000 stond de
Buffett indicator op 136% en op bijna 105% (relatief laag) vlak
vóór de financiële crisis in 2008. Bij deze ratio geldt als
algemene regel een niveau beneden 80% - 90% als een gunstig
instapmoment terwijl bij een niveau boven 100% aandelen te duur
worden. Waar staan we op dit moment? Wel, op ruim 140% en deze
stand werd nog niet eerder bereikt. Geen wonder dat Buffett z’n
kruit ad $110 miljard liever droog houdt! |
|
Zoals reeds gemeld liggen er meerdere grote beren
op de weg die het marktvertrouwen ernstig kunnen verstoren. Eén
daarvan; de biljoenen “stille” derivaten (afgeleide producten),
door Warren Buffett omschreven als financial weapons of mass
destruction, waarvan intussen weinig meer wordt vernomen!
Een andere graadmeter is de Volatiliteitsindex (VIX),
die de (on)rust op de beurs meet. Na de recente kortstondige
opwinding vanwege de handelsperikelen is de rust op dit front
weer teruggekeerd. Dat deze graadmeter ook een geheel ander
beeld kan laten zien, bleek bijvoorbeeld ten tijde van de crisis
in 2008 toen er in korte tijd een stand van ruim boven de 50
werd gemeten. Op welk moment dien je op je ‘quivive’ te zijn?
Geheel precies is dat niet aan te geven maar bij een stand van
20 of meer wordt het wel oppassen geblazen en dat kan vrij snel
gebeuren. Een stijging van de optieprijzen (risicopremie) is het
gevolg en dan betreft het typisch de puts, terwijl de calls
juist in waarde dalen. Zoals bekend vormen puts de meest
adequate bescherming tegen koerserosie. Door deze bij veel
beurseuforie te kopen, betaal je er relatief het minste voor, of
de hoogte van de call- en putprijzen vormt de afspiegeling van
het beurssentiment zich in het beurssentiment. |
|
Wat de Portefeuille betreft, is het verstandig om
vooral langer lopende puts te kopen en zo nodig door te rollen.
In de Portefeuille worden te dien aanzien ook optieadviezen
verstrekt. Je kunt er zelfs een veel lagere aankoop mee
realiseren, terwijl je de premie opstrijkt vooropgesteld dat de
kasmiddelen bij je bank of broker in voldoende mate aanwezig
zijn.
De risicopremie heeft betrekking op de
opbrengsten en is bedoeld ter compensatie van het risico van een
mogelijk optredend verlies voortvloeiend uit onverwachte
ontwikkelingen. Als je een aandeel koopt tegen een relatief (te)
lage koers afgezet tegen de winstcapaciteit van een bedrijf met
een relatief lage P/E ratio dan verlaag je hiermee je ‘downside’
risico. Of anders: de risicopremie verhoogt de ‘cost of capital’
voor de belegger. Dit legt een drempel om een te hoge
risicobelegging aan te gaan.
Centrale banken hebben met hun rentebeleid de lat
van de risicopremie al bijna 10 jaar lang tot ver onder het
minimum gelegd. In feite wordt hiermee “het vangnet” onder het
risico tegen een potentieel verlies weggenomen. Je vindt dit
terug in de zgn. credit spreads tussen de korte en lange rente
en ook in de Credit Default Swaps (CDS). |
|
Een recentere tekening dan de bovenstaande was op
het moment van schrijven niet voorhanden maar anderzijds is
hierin nauwelijks verandering opgetreden. In beide gevallen
weerspiegelen zich de veel te lage risicopercepties. Een
onverwachte sentimentsdraai kan oorzaak zijn van een stevige en
paniekerige beursval.
Deze charts maken zeer zichtbaar dat de centrale
banken de risicoperceptie van de belegger in slaap hebben
gesust. Vandaar dat de aandelenmarkten vooralsnog in een
overwegend positieve stemming verkeren, mede aangezet door het
nog steeds goedkope geld om bij te kopen. Dit betekent dat de
financiële markten meer dan ooit zijn overgeleverd aan het in
wezen veel te lang fnuikende beleid van de centrale banken.
Zodra de rente verder stijgt, komt er een einde aan deze
“sprookjeswereld”. Hedge fund managers
als Stan Druckenmiller (Duquesne), Ray Dalio (Bridgewater),
George Soros (Quantum) en Paul Singer (Elliott Management Corp),
elk met tientallen miljarden onder beheer, zetten al langere
tijd zeer grote vraagtekens achter het huidige centrale
bankenbeleid temeer nu de inflatie “kritisch” begint op te lopen
richting 3%. Hier ligt nogmaals de zwakte van het monetaire
systeem sinds 2008. De centrale banken onder leiding van de Fed
hebben middels de door hen zelf ingestelde lage rentes het
rentewapen uit handen gegeven, waardoor de inflatie niet meer
effectief bestreden kan worden. Met hogere rentes zwakt de
economie af die juist moet blijven groeien om de schuldenlast
enigszins “bij te benen”. Plus: een hogere rentelast vergroot
de staatsschuld!
Een graadmeter die evenmin dagelijks wordt
gevolgd is de snelheid van het geld in omloop die lange tijd een
flink dalende trend heeft vertoond. Naarmate de omloopsnelheid
daalt, neemt de economische activiteit af. Ondanks alle verwoede
pogingen om de economische groei te stimuleren blijkt hiervan
nog steeds te weinig terug te zien, ook al is de daling nu
gestabiliseerd en is er klaarblijkelijk (?) sprake van enige
verbetering in de V.S. |
|
Overigens geven ook de vooruitzichten van het IMF
en de OECD voor de toekomst de nodige voorzichtigheid mee, met
licht neerwaarts gerichte groeiverwachtingen voor 2019 en 2020.
Deze chart dateert van april j.l. aangezien de
St. Louis Fed, het instituut dat dergelijke charts naar buiten
bracht, het niet langer nodig of zinvol acht dit soort
informatie te verstrekken. Onduidelijk is waarom dit besluit is
genomen maar het heeft wellicht te maken met “een consigne" van
het Witte Huis om de huidige ontwikkelingen een wat
rooskleuriger beeld mee te geven. In dat kader ligt dan ook het
jongste door het Bureau of Economic Analyses (BEA) uitgebrachte
BBP cijfer dat “uit het niets” met bijna een biljoen werd
verhoogd, terwijl het inflatiecijfer juist met enkele
procentpunten werd verlaagd.
Dit soort bijstellingen dateert niet van vandaag
of gisteren maar gaat al terug tot 1929 toen deze uitkomsten
door de National Income and Product Accounts (NIPA’s) als
onderdeel van de BEA activiteiten eenmaal per vijf jaar werden
“geijkt”. Het zgn. window dressing van de overheid kent een
veel langere geschiedenis er in resulterend dat de overheid zich
laat kenschetsen als je minst betrouwbare “levenspartner”!
Een niet “gedresseerde” index is de Baltic Dry
Index die de droge bulk vervoersstromen meet en na een ‘all time
low’ in 2016 intussen weer aardig is opgeveerd. De houdbaarheid
van de opgaande trend is gezien de handelsperikelen nu wel weer
twijfelachtig geworden. |
|
Terugblik
De voorgaande ontwikkelingen zijn uiteindelijk
terug te voeren tot de welbekende historische datum van 15
augustus 1971 toen ‘tricky Dick’ Nixon - ‘I’m not a crook’ - de
dollar liet loskoppelen van het goud (“tijdelijk” zei hij er
nadrukkelijk bij) om daarmee ruim baan te maken voor een
schuldcreatie zonder weerga. Zijn uitspraak werd gemotiveerd
met: ‘to defend the dollar against the shadowy and intangible
money speculators by removing its convertibility’,
een uitspraak die er niet om “loog”. Even
treffend waren z’n woorden: ‘I’ll promise you that the dollar
will be as good as gold’. Hij moest daarbij wel even met z’n
ogen knipperen. |
|
In die tijd had nagenoeg niemand in de gaten wat
de vergaande gevolgen zouden zijn van dit NOOIT meer
teruggedraaide besluit. Nauwelijks was er een econoom die er op
wees dat hiermee de poorten open zouden gaan voor een
ongelimiteerde bijdruk van dollars, met een “gratis” import
(olie!) tot gevolg. De V.S. “kampte” vervolgens decennia lang
met tekorten op de handelsbalans zonder dat er iemand om maalde.
Trump wil hierin nu verandering brengen met het risico dat de
dollar op termijn meer en meer ‘dysfunct’ zal geraken juist door
gebrek aan voldoende dollarliquiditeit op de internationale
kapitaalmarkten. Hij is door z’n “adjudanten” nog niet
teruggefloten, kennelijk omdat deze ontwikkeling vooralsnog in
het geheel niet is door- en/of voorzien.
Buiten de
oprichting van de Federal Reserve Board in 1913 als quasi
centrale bank die steeds meer als “regisseur” van de mondiale
monetaire markt dit alles heeft gefaciliteerd, bleek de
loskoppeling van de dollar/goud relatie de grootste miskleun in
de vorige eeuw te zijn geweest. Het grootste “schuldcomplex”
aller tijden was hiervan het gevolg (zie charts beneden). Hoewel
dit tot dusver nog maar weinigen lijkt te beroeren, durf ik wel
met zekerheid te stellen naar ‘the mad house’ te zijn verwezen
door tien jaar geleden een dergelijk scenario te hebben
voorspeld. Om met koning Willem Alexander te spreken, “het is
welhaast onvoorstelbaar hoe snel ‘het ongewone gewoon begint te
worden”.
Het onvoorstelbare gevolg: bij een Dow stand van
ca. 1.000 punten en een goudprijs van $35 per ounce op de dag
van de loskoppeling zou je de Dow destijds nog voor een slordige
30 ounces hebben kunnen kopen. Thans op een Dow stand van ruim
25.000 punten (all-time high) en goud op ca. $1.200 per ounce (7
jaar ‘low’) zou je niet meer dan 20 ounces hoeven neer te
leggen. Over koopkracht gesproken! Kortom, had je sinds die tijd
nooit iets anders gedaan dan in goud dan zou je thans anderhalf
maal de Dow “op zak” hebben gehad’ (zonder aftrek van de
transactiekosten). Over de relativiteit van aandelenbelegging
gesproken!
Terzijde: op verzoek van een aantal high net
worth investors is buiten de bestaande sectoren in de
Portefeuille ook gekeken naar de mogelijkheid van een niet-beurs
gerelateerd alternatief. Als voorwaarden golden een uniek
investeringsconcept, langjarig solide track record, een
buitengewoon gunstige opbrengst/risico verhouding, geen
management fees en niet minder belangrijk: bovengemiddelde
resultaten. Na bijna vier jaar ervaring heeft dat de instappers
intussen geen windeieren gelegd. Dit “alternatief” geldt als
supplement in de Portefeuille en staat een ieder vrij hiervan
ook separaat gebruik te maken. Hieraan zijn additionele geen
kosten verbonden.
De huizenhoge schuld als zwaard van Damocles
De onderstaande chart staat al jaren op “eenzame
hoogte” in het Voorbericht van de Portefeuille, er op duidend
dat we hier te maken hebben met een fenomeen dat niet alleen
nooit eerder is vertoond maar ook omdat de schuldgroei nog
geenszins is afgenomen maar juist aldoor toeneemt!
Deze schuldgroei vormt niet alleen voor de V.S.
als de allergrootste bedreiging maar voor de gehele financiële
wereld en de wereldeconomie. Maar wie let hier nog op?
Vermoedelijk heeft dit maar één reden en dat is dat het
verval doorgaans te laat wordt opgemerkt zoals dat zich
in het verleden telkens weer heeft voorgedaan! |
|
Dit gebrek aan inzicht is typisch te wijten aan
het gebrek aan kennis op monetair terrein, een terrein dat bij
uitstek het speelterrein blijft van de centrale overheden. De
voorbeelden hiervan in heden en verleden liggen voor het
oprapen. Alleen in China en Rusland wordt deze “donderwolk” wel
nadrukkelijk onderkend. Naast inkoop op de edelmetaalmarkt
blijken deze landen tevens de twee grootste goudproducenten te
zijn. Met een voorraad van bijna 2.000 ton in Rusland (officieel
cijfer) en wellicht tegen de 20.000 ton in China (taxatie
GoldBullion van jan. j.l.) is men aldaar intussen redelijk goed
geprepareerd.
Kijken we naar Europa dan blijkt dat ook hier de
niet minst onbelangrijke landen tegen een veel te hoge
staatsschuld in verhouding tot het BBP aanhikken. Bij de opzet
van de Europese Monetaire Unie (EMU) vastgelegd in de Akkoorden
van Maastricht in 1991 gold een maximale schuldquote van 60%.
Deze bleek voor Duitsland na de eenwording in oktober 1990 al
snel niet haalbaar en werd ras overschreden. Een slecht
voorbeeld voor de andere EMU deelnemers nadat de hierop rustende
sancties in de vorm van boetes niet werden (konden worden)
opgelegd gezien het kostenplaatje van de samensmelting met een
totaal obsoleet Oost-Duitsland.
Zo zijn er nu diverse landen met een aanzienlijk
hogere schuldquote dan oorspronkelijk was overeengekomen,
waarbij de grens van 95% als zeer kritisch wordt beschouwd. De
vraag is of deze schuldquote ueberhaupt nog weer het niveau van
60% zal bereiken, vooral tegen de achtergrond van de relatief
trage economische groei. Daarbij komt dat In de zuidelijke
landen de groei bovendien in sterke mate met schuld wordt
gefinancierd.
Het zorglijke is bovendien dat het gros van deze
schulden middels de aankoop van (staats)schuldpapier door de ECB
in Frankfurt geparkeerd staat. Weliswaar is de ECB nu doende
deze vorm van QE af te bouwen maar stopt er op z’n vroegst
aanvang 2019 mee (als dat al gebeurt!). Dan is nog de vraag of
“dit papier” opnieuw in de markt zal worden “gedumpt”. |
|
Eindspel
Alles bijeengenomen was dit voor JP Morgan vorig
jaar voldoende reden zich nog eens van ruim 31 ton goud te
verzekeren (naast de reeds aangelegde voorraad geschat op totaal
150 ton). Tevens werden er 83 miljoen ounces zilver ingeslagen.
Tot dusver wordt hieraan weinig ruchtbaarheid gegeven maar ga er
maar van uit dat ook andere bankinstituten op dit terrein
“stiekem” opereren. Over dit soort transacties wordt doorgaans
weinig naar buiten gebracht.
Het zou er op kunnen duiden dat JPM in elk geval
de contouren van “het eindspel” in zicht heeft en hierop heeft
geanticipeerd er van uitgaande dat de opvraag van fysiek goud
vanuit de shortposities op de COMEX (in een verhouding van
minstens 1 : 100) straks z’n weerga niet zal kennen. Voor de
(individuele) belegger is het juist van het grootste belang goud
niet bij een bank te “te parkeren”, evenmin via een
goudrekening bij een bank noch in fysieke vorm in de kluis bij
een bank noch in de vorm van een goud ETF (de Portefeuille
geeft hierover gedetailleerd uitsluitsel). Ook voor zilver zijn
dit geen zinvolle opties.
Samenvattend mogen we concluderen dat de
toekomst nog nooit om zoveel financiële aandacht heeft gevraagd
als in deze fase van monetaire “verwildering”. Het is
onverminderd de hoogste tijd om de ‘normalcy bias’ vaarwel te
zeggen en terug te keren tot de ‘back to basics’ waar het onder
cruciale omstandigheden de facto altijd om gaat!
Op grond hiervan blijft inschrijving op de
Strategische Modelportefeuille anno 2018 de meest zinvolle
beslissing om straks niet verrast te worden door een
onontkoombare en totaal onoverzienbare koopkrachtdaling. Maak
gebruik van deze eenmalige inschrijving voor slechts 195 euro
inclusief een kosteloos persoonlijk advies en toezending van
mijn column. Aanmelding uitsluitend per email via
info@robertbroncel.com.
Robert Broncel
Copyright, augustus 2018 |
|
|
|
Homepage |
De Markt |
Columns | Quotes| Archives |
Introducties |
Aanmelden | Contact |
|
Disclaimer Portefeuille
Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent.
Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend.
Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.
2017 ©
Robert Broncel
|
|