Laatste Stand
van Zaken -
februari 2019 |
Algemeen
De vaste lezer van mijn columns kent inmiddels wel “de
barometerstand”, ook al verkeert de day of reckoning
vooralsnog in nevelen. Deze leek zich aan te dienen bij de val
van Lehman in 2008 maar werd destijds na een buitengewone
krachts-inspanning door de Fed met het
Amerikaanse ministerie van Financiën afgewend waartoe werkelijk
alle “onoirbare” middelen geheiligd bleken. Als antwoord op een
definitieve koopkrachtomslag was een Strategische Portefeuille
meer dan opportuun.
Doordat de banken het krediet als vliegwiel van de economie om
zeep hadden geholpen, probeerden de centrale banken dat euvel
middels geldverruiming (QE), reddingsoperaties etc. te
bestrijden. Daartoe dienden lage rentes, opkoop van staats-leningen
(met afnemende risicopercepties tot gevolg) en voorts
“geminimaliseerde” edelmetaalbeprijzing” na nog een “wankel
moment” in aug/sep 2011 ter ondersteuning van het vertrouwen in
de dollar. Na deze ingrepen liet de inmiddels virale
Strategische Modelportefeuille aanvankelijk een dalend patroon
zien. Bij een omslag toen zou het beeld precies omgekeerd zijn
geweest. Gezien de ongekend grote schuldcreatie staat thans
een veel omvangrijkere monetaire crisis afgetekend ‘in the
cards’.
Ondanks alle onzekerheid (handelsrelatie V.S. – China, Brexit,
Iran) verkeren de beurzen nog altijd “in hogere sferen”en lijkt
er aan deze uitzonderlijk lange bull run geen eind te
komen. Dat houdt verband met de enorme liquiditeit die sinds
2009 in de markt is gestort alsmede de uitzonderlijk lage rente.
Als gevolg van de lage rente diende het rendement vooral in
aandelen te worden gezocht .
Vanwege de verruiming van de kapitaalmarkt begon “het geloof”
steeds meer post te vatten dat er geen grenzen meer aan de
schuldgroei kleven en centrale banken zich in feite weinig zorg
hoeven te maken over een afnemend vertrouwen in het functioneren
van de huidige financiële markten. Intussen zou een verdere
beursstijging van 20% tot 25% binnen het raam der mogelijkheden
liggen. Inderdaad, indien de economische groei gelijke tred zou
houden met de schuldgroei valt hiervoor wel wat te zeggen.
Echter, deze verhouding is volslagen ‘out of sync’ nu de
mondiale schuld op een factor drie van het mondiale BBP ligt.
Onderwijl dreigen de midden- en lagere sociale klassen buiten de
boot te vallen . Zie hieronder de inkomensontwikkeling tussen
het top 5% inkomenssegment en het 50% middensegment die nog niet
zo lang geleden stond afgedrukt in de Washington Post, een
bijzonder schrijnend beeld! De top 5% zit op een stijging van
ruim 50% terwijl de 50% middengroep neerkijkt op een daling van
ruim 4%. Deze grafiek is al niet actueel meer en draagt intussen
cijfers van 55% plus en 5% min. |
|
De meeste mensen zijn voor het levensonderhoud puur afhankelijk
van hun inkomen (en later pensioen) en anticiperen daarbij op
dezelfde koopkracht in de toekomst. Over onze toekomstige
koopkracht worden maar weinig concrete uitspraken gedaan.
Echter, naarmate die toekomst een ongewisser beeld krijgt, zal
dat de onrust in de samenleving aanwakkeren.
Gelet op het behoud van koopkracht als belangrijkste
overlevingsprioriteit is het zaak hierop zo goed mogelijk
voorbereid en ingespeeld te zijn waarbij basisbehoeften als
water, voedsel, (groene) energie, grondstoffen èn edelmetaal
(koopkracht!) buiten een dak boven het hoofd de basis
vormen. Ons huis wordt tegen brand, inbraak en stormschade
verzekerd maar een adequate verzekering tegen toekomstig
koopkrachtverlies bestaat er niet. Dat geldt ook voor ons
pensioen. Een door koopkracht “uitgewoond “ pensioen helpt je
geen steek verder. Juist om deze reden heeft de Strategische
ModelPortefeuille een basisfunctie als “polis” tegen toekomstig
koopkrachtverlies!
NB. Voor een
compleet en gedetailleerd beeld per sector leest u alles in de
Portefeuille. De Portefeuille vraagt geen groot kapitaalbeslag
en is geschikt voor zowel kleinere en ook grotere
(professionele) beleggers. De Portefeuille is zodanig ingericht
dat alle facetten van behoeftevoorziening en liquiditeit hierin
voorzien.
Voor zover men
reeds over een beleggingsportefeuille beschikt, verdient het
aanbeveling deze kritisch tegen het licht van de Strategische
Modelportefeuille te houden. Bij twijfel of onzekerheid staat
altijd een kosteloos consult ten dienste.
Gegeven de beursontwikkelingen schijnen beleggers zich
vooralsnog weinig zorg te maken over de schuldenpositie van de
overheid, bedrijfsleven en de uitstaande particuliere schulden.
Volgens de Wall Street Journal staat 60% van alle bedrijfsschuld
van bedrijven in de Russell 2000 genoteerd als ‘junk’. Niettemin
staan de koersen nagenoeg op een all-time high. Op Wall Street
betaalt de belegger nu ruim tweemaal Shillers CAPE RATIO (zie
beneden) in de veronderstelling dat de belegger in de toekomst
bereid is er straks nog hogere koersen kunnen worden gemaakt
(?).
De belegger betaalt niet alleen een te hoge prijs voor de
toekomstige winst maar tegelijk ook een te hoge prijs voor de
‘net assets’ (vermogen minus schuld)! Daarbij in aanmerking
genomen dat de netto koopkracht (inkomen minus inflatie) de
laatste decennia de facto stagnerend is geweest. Dus uit hoofde
waarvan dient dan de langere termijn groei van de bedrijfswinst
te komen?
|
|
De ‘corporate debt’ staat intussen op een stand van bijna ruim
$13 biljoen (bron: Weiss Research) of op ruim de helft van het
Amerikaanse BBP. Ook dit is een ongehoorde ontwikkeling die zich
in het verleden op deze schaal nog nooit heeft voorgedaan. Als
de rente stijgt, zullen er ongetwijfeld slachtoffers vallen.
Andere indicatoren
De door Dr. Robert Shiller, Nobelprijs 2013, ontwikkelde CAPE
Ratio (Cyclically Adjusted Price-to Earnings Ratio) gemeten over
een 10-jarige periode vertoont al geruime tijd een stijgende
tendens. Dat kan alleen wanneer de koersen op grond van
verbeterde resultaten en vooruitzichten stijgen of de winsten
daarmee geen gelijke tred weten te houden maar dat gebeurt nú
gelijktijdig. Als gevolg hiervan ligt de S&P mediaan op een
stand rond 30 punten ver boven de gemiddelde verhouding van 16.
Op grond hiervan zou de Dow eerder rond het niveau van 12.500
punten moeten vigeren. Een dergelijke CAPE stand heeft zich in
het verleden maar tweemaal eerder voorgedaan, met in beide
gevallen “nogal” desastreuze gevolgen.
Er liggen meerdere grote beren op de weg die het marktvertrouwen
wezenlijk kunnen verstoren. De eerste betreft uiteraard de
ongekende geldmarktverruiming, de tweede omvat het “opgevoerde”
gebrek aan beleidsruimte van centrale banken als de Fed, ECB,
BoE en BoJ bij zich wijzigende marktomstandigheden in termen van
groei en inflatie als gevolg van het langdurige ZIRP beleid.
Daarbij komen de biljoenen aan “stille” derivaten (afgeleide
producten), door Warren Buffett omschreven als financial
weapons of mass destruction, die geheel naar de achtergrond
zijn verdrongen maar bij grote marktspanningen tot een dito
katalysator zullen leiden. |
|
Een graadmeter die
evenmin dagelijks wordt gevolgd is de snelheid van het geld in
omloop die al lange tijd een flink dalende trend laat zien.
Naarmate de omloopsnelheid daalt, neemt de economische
activiteit af. Ondanks alle verwoede pogingen om de economische
groei te stimuleren blijkt hiervan nog steeds te weinig terug te
zien, ook al is de daling nu even licht gestabiliseerd. |
|
Deze chart dateert van april 2018 aangezien de St. Louis Fed,
het instituut dat dergelijke charts naar buiten bracht, het niet
langer nodig of zinvol acht dit soort informatie te verstrekken.
Onduidelijk is waarom dit besluit is genomen maar het heeft
wellicht te maken met “een consigne" van het Witte Huis om
verder geen slapende honden meer wakker te maken.
Een dergelijk ‘consigne’ dateert niet van vandaag of gisteren
maar gaat in feite al terug tot 1929 toen de uitkomsten door de
National Income and Product Accounts (NIPA’s) als onderdeel van
de BEA (Bureau of Economic Assessments) activiteiten eenmaal
per vijf jaar werden “geijkt”. Deze zgn. window dressing van de
overheid blijkt een veel langere geschiedenis te kennen er in
resulterend dat de overheid zich laat kenschetsen als je minst
betrouwbare “levenspartner”!
Een neutrale index is de Baltic Dry Index die de droge bulk
vervoersstromen meet. Gegeven de handelsperikelen tussen de V.S.
en China laat deze een duidelijk neerwaartse richting zien,
duidend op afnemende economische activiteiten op mondiale
schaal. |
|
Terugblik
De voorgaande ontwikkelingen zijn uiteindelijk terug te voeren
tot de welbekende historische datum van 15 augustus 1971 toen
‘tricky Dick’ Nixon - ‘I’m not a crook’ - de dollar liet
loskoppelen van het goud (“tijdelijk” zei hij er nadrukkelijk
bij) om daarmee ruim baan te maken voor een schuldcreatie zonder
weerga. Zijn uitspraak werd gemotiveerd met: ‘to defend the
dollar against the shadowy and intangible money speculators by
removing its convertibility’, een uitspraak die er
niet om “loog”. Even treffend waren z’n
woorden: ‘I’ll promise you that the dollar will be as good as
gold’. Hij moest daarbij wel even met z’n ogen knipperen. |
|
In die tijd had nagenoeg niemand in de gaten wat de vergaande
gevolgen zouden zijn van dit NOOIT meer teruggedraaide besluit.
Nauwelijks was er een econoom die er op wees dat hiermee de
poorten open zouden gaan voor een ongelimiteerde bijdruk van
dollars, met een “gratis” import (olie!) tot gevolg. De V.S.
“kampte” vervolgens decennia lang met tekorten op de
handelsbalans zonder dat er iemand om maalde. Trump wil hierin
nu verandering brengen met het risico dat de dollar op termijn
meer en meer ‘dysfunct’ zal geraken juist door gebrek aan
voldoende dollarliquiditeit op de internationale
kapitaalmarkten. Hij is door z’n “adjudanten” nog niet
teruggefloten, kennelijk omdat deze ontwikkeling vooralsnog in
het geheel niet is door- en/of voorzien.
Buiten de
oprichting van de Federal Reserve Board in 1913 als quasi
centrale bank die steeds meer als “regisseur” van de mondiale
monetaire markt dit alles heeft gefaciliteerd, bleek de
loskoppeling van de dollar/goud relatie de grootste miskleun in
de vorige eeuw te zijn geweest. Het grootste “schuldcomplex”
aller tijden was hiervan het gevolg (zie charts beneden). Hoewel
dit tot dusver nog maar weinigen lijkt te beroeren, durf ik wel
met zekerheid te stellen naar ‘the mad house’ te zijn verwezen
door tien jaar geleden een dergelijk scenario te hebben
voorspeld. Om met koning Willem Alexander te spreken, “het is
welhaast onvoorstelbaar hoe snel ‘het ongewone gewoon begint te
worden”.
Het onvoorstelbare gevolg: bij een Dow stand van ca. 1.000
punten en een goudprijs van $35 per ounce op de dag van de
loskoppeling zou je de Dow destijds nog voor een slordige 30
ounces hebben kunnen kopen. Thans op een Dow stand van ruim
25.000 punten (all-time high) en goud op ca. $1.300 per ounce
zou je nog geen 20 ounces hoeven neer te leggen. Over koopkracht
gesproken! Kortom, had je sinds die tijd nooit iets anders
gedaan dan in goud dan zou je thans anderhalf maal de Dow “op
zak” hebben gehad’. Over de relativiteit van aandelenbelegging
gesproken!
Terzijde: op verzoek van een aantal high net worth investors
is buiten de bestaande sectoren in de Portefeuille ook
gekeken naar de mogelijkheid van een niet-beurs gerelateerd
alternatief. Als voorwaarden golden een uniek
investeringsconcept, langjarig solide track record, een
buitengewoon gunstige opbrengst/risico verhouding, geen
management fees en niet minder belangrijk: bovengemiddelde
resultaten. Na ruim vier jaar ervaring heeft dat de instappers
geen windeieren gelegd. Dit “alternatief” geldt als supplement
in de Portefeuille en staat een ieder vrij hiervan ook separaat
gebruik te maken. Hieraan zijn additionele geen kosten
verbonden.
De huizenhoge schuld als zwaard van Damocles
De onderstaande chart staat al jaren op “eenzame hoogte” in het
Voorbericht van de Portefeuille, er op duidend dat we hier te
maken hebben met een fenomeen dat niet alleen nooit eerder is
vertoond maar ook omdat de schuldgroei nog geenszins is
afgenomen maar juist aldoor toeneemt!
Deze schuldgroei vormt niet alleen voor de V.S. de allergrootste
bedreiging maar voor de gehele financiële wereld en de
wereldeconomie. Maar wie let hier nog op? Vermoedelijk heeft dit
maar één reden en dat is dat het verval doorgaans te laat wordt
opgemerkt zoals dat zich in het verleden telkens weer heeft
voorgedaan! Als “heilige graal” blijft de economische groei
centraal in beeld staan., terwijl deze NOOIT meer in staat zal
zijn om “het vlekje” van de schuldgroei te kunnen wegwerken. De
vraag is bovendien of de noodzakelijke energietransitie op
wereldschaal zal bijdragen tot meer groei ervan uitgaande dat de
koopkracht van bedrijf en individu als gevolg van de financiële
inspanningen (tijdelijk) zal terugvallen. Ook zijn de gevolgen
van de handelsspanningen tussen de V.S. en China alsmede de
Brexit nog volstrekt onoverzienbaar. De almaar groeiende
piramide hier beneden stemt tenminste tot “enig nadenken”!
|
|
Nergens beter dan in China en Rusland wordt deze “donderwolk”
nadrukkelijk onderkend. Niet voor niets blijken deze twee landen
de grootste goudproducenten alsook de grootste kopers op de
edelmetaalmarkt te zijn. Met een voorraad van bijna 2.000 ton in
Rusland (officieel cijfer) en wellicht tegen de 20.000 ton in
China (taxatie GoldBullion in 2018) is men in die landen
redelijk goed gepositioneerd en geprepareerd op toekomstige
monetaire “verwikkelingen”. Deze landen kunnen zich ook een
relatief hogere schuldquote permitteren dan vele Westerse landen
met minder goud “in huis”.
De meeste Europese landen blijken tegen een hogere schuldquote
(staatsschuld vs. BBP) aan te hikken dan bij de opzet van de
Europese Monetaire Unie (EMU) was vastgelegd in de Akkoorden van
Maastricht (1991). De overeengekomen maximale schuldquote
bedraagt weliswaar niet meer 60% maar bleek voor Duitsland na de
eenwording in oktober 1990 al snel niet haalbaar te zijn en werd
ras overschreden. Een slecht voorbeeld voor de andere EMU
deelnemers nadat de hierop rustende sancties in de vorm van
boetes (beter) niet werden opgelegd gezien het kostenplaatje van
de samensmelting met een totaal obsoleet Oost-Duitsland.
Zo zijn er nu diverse landen in Europa met een aanzienlijk
hogere schuldquote (verhouding tussen BBP en de staatsschuld)
dan oorspronkelijk was overeengekomen, waarbij de grens van 95%
als zeer kritisch wordt beschouwd. De vraag is of deze
schuldquote ueberhaupt nog weer het niveau van 60% zal weten te
bereiken, vooral tegen de achtergrond van de relatief trage
economische groei. Daarbij komt dat In de zuidelijke landen de
groei bovendien in sterke mate met schuld wordt gefinancierd.
Nederland (niet opgenomen) met een huidige quote beneden 60%
steekt hierbij gunstig af (ten koste van sectoren als de zorg,
onderwijs en justitie). Volgens onderstaande chart van het
Duitse statistiekbureau Statista blijken de grootste pijnpunten
zich in onderstaande landen te bevinden.
|
|
Het zorglijke is bovendien dat een groot deel van deze schulden
middels de aankoop van (staats)schuldpapier door de ECB in
Frankfurt geparkeerd staat. Weliswaar is de ECB nu doende deze
aankoop af te bouwen maar de vraag is of dit proces zal worden
afgebouwd of dient te worden gestopt (Italië!). Dan resteert nog
de vraag of “dit papier” opnieuw in de markt wordt “gedumpt”.
Conclusie
Samenvattend mogen we concluderen dat de toekomst nog nooit
om zoveel financiële aandacht heeft gevraagd als in deze fase
van monetaire “verwildering”. Het is onverminderd de hoogste
tijd om de ‘normalcy bias’ vaarwel te zeggen en terug te keren
tot een ‘back to basics’ module waar het onder cruciale
omstandigheden de facto altijd om gaat!
Op grond hiervan vervult de Strategische Modelportefeuille ook
anno 2019 een zeer zinvolle overweging om straks niet verrast te
worden door een onontkoombare en totaal onoverzienbare
koopkrachtdaling.
Eenmalige inschrijving bedraagt €
195,- inclusief een kosteloos persoonlijk
advies en toezending van mijn column. Aanmelding uitsluitend per
email:
info@robertbroncel.com.
Robert Broncel
Copyright, februari 2019 |
|
|
|
Homepage |
De Markt |
Columns | Quotes| Archives |
Introducties |
Aanmelden | Contact |
|
Disclaimer Portefeuille
Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent.
Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend.
Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.
2017 ©
Robert Broncel
|
|