Header

Columns 2017

2016

2015 2014

2013

2012

2011

2010

2009

2008

2007

2006

2005

2004

ANDERE TIJDEN(XIII)
(28 december 2018)

De maand december liet het meest sombere beursverloop sinds december 1931 zien. Voorteken? De beursstemming zwabbert al geruime tijd tussen hoop en vrees. In 1929 heerste er een ware hosannastemming. Daarvan is de afgelopen jaren evenwel nooit sprake geweest. In tegendeel, het is de toegenomen twijfel en zorg over de gevolgen van de renteverhogingen op de economie  waarover Trump en Powell (Fed) “enigszins” van mening verschillen.

 

Elke renteverhoging impliceert een groter budgettair tekort terwijl de economische groei bij lange geen gelijke tred met de schuldgroei weet te houden. Daar komt bij dat met Trump aan “aan de helm” de staatskas sterk onder druk is komen te staan. Er gaat veel meer geld uit dan er binnenkomt. Dat geeft “een extra dimensie” aan de steeds verder oplopende staatsschuld. De crisis in 2008 en ‘tech crash’ begin deze eeuw vormden “het voetenwerk”.

Trumps belastingverlagingen en zware defensiebudget zijn mede debet aan het almaar groeiende gat in de begroting. Los hiervan eisen de handelsspanningen tussen de V.S. en China ook hun tol. De hieruit ontstane twijfel en onzekerheid hebben de beurzen al enige tijd parten gespeeld. Tegen deze achtergronden is een beursval van een slordige 12% op Wall Street over het gehele jaar genomen niet dramatisch te noemen en mag als zodanig (nog) niet als een bear market worden weggezet. In elk geval is hiermee wel een stuk “kou” uit de lucht.


Powells belangrijkste missie bij z’n aantreden was om het rentewapen als sturingsmechanisme opnieuw in stelling te brengen. Middels het ongekend ruime geldbeleid (QE, ultra lage rente en opkoop schuldpapier) raakte dit wapen meer en meer in het ongerede. Om het opnieuw te kunnen inzetten dient het rentetarief naar boven te worden bijgesteld, met 4% als algemeen aanvaarde mediaan. De rente verhogen bij een afzwakkende economie gaat niet, juist dan ligt een lagere rentestand meer voor der hand. Vanaf de huidige stand van de Federal Fund Rate (korte rente) van 2½% beschik je als centrale bank nog niet over een adequate “vuurkracht” mocht de economie verder afzwakken. Dit is Powells pijnpunt. Hij heeft dus wel gelijk maar rijdt hiermee thans de economie in de wielen. Nu hoeft hij zich “dit euvel” niet persoonlijk aan te rekenen daar dit valt toe te schrijven aan voorgangers Bernanke en Yellen.

 

Na een zeer lange periode van renteverlagingen en dereguleringen die teruggaat tot begin jaren ’80 dereguleringen staan we nu min of meer met de rug tegen de muur in de wetenschap dat er sinds 2008 geen weg terug meer is. Lichtzinnigheid en gebrek aan risicobesef hebben de monetaire en politieke beleidsmakers tot hoogste goed verkozen om “de crisisrimpels” weg te kunnen strijken. Er werd in feite een ‘va banque’ beleid gevoerd met alle risico’s van dien. Met de eerder aangekondigde renteverhogingen lopen de renteverplichtingen verder op. Deze dienen jaarlijks op de begroting  te worden meegefinancierd, uitmondend in steeds grotere tekorten en een verder oplopende staatsschuld. Dat doet het vertrouwen afnemen maar er is meer. Ook het vertrouwen in de politiek neemt af en in het bijzonder het vertrouwen in de firma Trump die een steeds eigenzinniger om niet te zeggen autocratischer beleid voert. Afzonderlijk van elkaar maakten voormalig Fed voorzitter Alan Greenspan en oud- presidentskandidaat Ron Paul zich ernstig grote zorg over de gevolgen hiervan.

 

Voorts meende de Bank of International Settlements (BIS) te Basel in haar laatste kwartaaloverzicht eveneens van zich te moeten laten horen door te waarschuwen voor een ‘bulge of BBB debt (net boven junk) and financial cycle default waves’ als gevolg van de ‘credit waves’ met een forse kentering tot gevolg.

 

Kentering of niet, de belegger zal oog dienen te houden voor drie onomkeerbare ontwikkelingen:

  • Circulaire economie met de energietransitie als een conditio sine qua non van deze tijd

  • Snelle technologische vooruitgang op diverse deelterreinen

  • Monetaire transitie als gevolg van het “verkrachten” van onze koopkracht via het fiduciaire “fiatpapier”, dat verstrikt is geraakt in ongekend hoge schuldenlasten

Deze ontwikkelingen zullen met het klimaat de toon van de 21e eeuw zetten.  Daarbij zal de monetaire transitie een directe ‘impact’ op onze koopkracht hebben en zeer waarschijnlijk voor onbepaalde tijd een vertraging van bovengenoemde ontwikkelingen met zich meebrengen.  

 

Teneinde de schulden weer een “draaglijk aanzien” te geven zal de prijs van het goud drastisch “gerevalueerd” dienen te worden. Een stevige revaluatie resulteert omgekeerd in een even stevige inflatie met waarschijnlijk massaal veel “gele hesjes” op straat. Juist dat is voor de Fed aldoor reden geweest ‘to kick this can further down the road’, zomede Draghi’s ‘whatever it takes’.

 

Wat de intrinsieke waarde van het edelmetaal als ‘barbarous relic’ sinds de  loskoppeling van de dollar is geweest, moge blijken uit de huidige papierwaarde van ca. $1.270 per ounce. Bij de loskoppeling in 1971 hing het aloude “prijskaartje” van $35 (Bretton Woods -1944) nog om de hals. Ondanks de talrijke neerwaartse manipulaties op de COMEX futures beurs in New York (vanaf september 2011) staat er thans nog altijd een stijging van 3.470% op de borden. De Dow stond in 1971 op ca. 1.000 punten. Met dit stijgingspercentage zou deze graadmeter nu op ruim 35.000 punten hebben gestaan. Sinds de loskoppeling deed het goud het ondanks alle “misprijzing” in de pers(!) hoe dan ook anderhalf  keer beter dan de beurs. Over koopkracht gesproken!

 

Onder druk van dezelfde manipulaties is de historische ratio met zilver eveneens “nogal” uit balans geraakt. Deze ratio stond door de eeuwen heen gemiddeld op 16 : 1 in plaats van 85 : 1 thans. Bij een herstel van deze ratio zou zilver bijgevolg met een factor 5 ruim meer dan goud moeten stijgen. Door het edelmetaal af te schilderen als een ‘barbarous relic’ heeft de Fed als “hoedster” van de dollar een duidelijk visitekaartje afgegeven als een instituut dat als zodanig weinig “krediet” meer verdient! Weliswaar is Greenspan hierop later teruggekomen maar lange tijd gold “dit barbarisme” als standaard in plaats van “de Gouden Standaard”.

 

Eind jaren ’70 schoot de goudprijs uiteindelijk door naar ruim $800 en zilver naar bijna $50 per ounce. Dit als gevolg van speculatie en inflatieverwachtingen. De verhouding 16 : 1 bleef ook toen met de  ogen dicht keurig op stand. Wat is de belangrijkste reden geweest om deze ratio te doorbreken? De zilvermarkt is een veel “dunnere” dan de goudmarkt en deze valt bijgevolg gemakkelijker te manipuleren dan goud. Aangenomen mag worden dat de aloude  ratio die eeuwenlang heeft stand gehouden, bij een omslag zal worden hersteld.

Opvallend is nu dat het goud uit de ‘trading range’ van $1.150 - $1.250 is geklommen, met de vraag of een prijs van $1.280  “het voorlopige topje” is gebleken. Een verdere stijging zou op een trendbreuk duiden en zou je er een call optie kunnen zetten.

 

Voor de beurs golden er andere opties en wel om zo snel mogelijk “het valluik” te sluiten nadat de koersen opeens dramatisch door hun “hoeven zakten”, vooral in het laatste uur op maandag 24 december. Er was aanvankelijk geen kruit gewassen tegen algo’s gedreven computerprogramma’s die de ene na de andere limiet wisten te slechten. Het zgn. Plunge Protection Team (PPT) kon niet meer tijdig ageren. Dat lukte pas op Tweede Kerstdag.  Volgens mijn zoon, werkzaam bij Bank of  America/Merrill Lynch, is er maandag nabeurs druk overleg geweest tussen de Fed, minister van Financiën Mnuchin en de zes grootste zakenbanken teneinde “dit tij zo snel mogelijk te keren!” CNBC rapporteerde later dat Mnuchin aanvankelijk niet of te  laat was gealarmeerd. 

 

In elk geval blijkt dat het goud in deze turbulente tijden vooralsnog “weerbarstig”stand weet te houden. Begin volgend jaar mag er evenwel enige actie op de COMEX worden verwacht, zo niet dan is het hek immers van de dam.

Curieus is dat het zilver in die stijging pas veel later een beetje is meegegaan, hetgeen er op zou kunnen wijzen dat goud in rustiger vaarwater “vanzelf” weer in haar oude ‘trading range’ terugveert.  

In elk geval is het goed goud zowel als zilver als markante graadmeters van “alle tijden” scherp te blijven volgen!

 

Robert Broncel


Copyright, 28 december 2018

 

PS. zoals gebruikelijk wordt deze column ook aan DNB president Klaas Knot verzonden.

 

 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2018 © Robert Broncel