In een boeiend betoog op Plata.com.mx refereerde
Hugo Salinas Price, econoom en voorzitter van de Mexicaanse
Zilverassociatie aan de zorgelijke situatie ten tijde van de
revolutionaire Nationale Assemblee in Parijs in 1790 onder de
titel ‘It’s 1790 All Over Again’. In die tijd was er sprake van
een stagnerende economie, grote werkloosheid en gebrek aan geld.
Dit vloeide voort uit het gebrek aan voldoende
gezag van de toenmalige autoriteit zo vlak na de bestorming van
de Bastille in 1789 toen de Franse Revolutie een bruut einde
maakte aan het instituut van het koningschap waarbij Louis XVI
en zijn jonge koningin Marie Antoinette onder de guillotine
belandden. Reden: het koningschap leefde op veel te grote voet,
de bevolking in armoede achterlatend. Goede raad was duur en
bijgevolg werd er in 1790 in Parijs een soort raad van wijze
mannen in het leven geroepen aangeduid als de Nationale
Assemblee. De hamvraag was ook toen hoe de economie weer nieuw
leven kon worden ingeblazen. Wat lag méér voor de hand dan de
noodzakelijke middelen (uit het niets) te creëren?
De meesten van ons zullen zich uit hun
geschiedenisboekjes nog de zgn. Assignaten herinneren als claim
op de landuitbreiding verkregen op het prachtige landeigendom
van de Katholieke Kerk. De Assignaten werden uitgebracht in
denominaties met een monetaire waarde uitgedrukt in goud.
Aanvankelijk circuleerden de Assignaten naast de gouden munt in
gelijke waarde. Maar al spoedig begon de waarde van de
Assignaten tegenover het goud te dalen. De daaruit
voortvloeiende nachtmerrie sleepte zich zeven jaar voort. Hoe
kwam dat? Wel, de economie groeide niet wezenlijk. Dus werd er
een nieuwe ronde van Assignaten uitgebracht gevolg door een
derde, vierde en zo door maar, aldoor dalend tegenover goud.
De Assemblee concludeerde dat de waardedaling het
gevolg moest zijn van onbetrouwbare en niet vaderlandslievende
lieden die gestraft moesten worden. Zo hadden kooplieden de
keuze tussen de galeien of de guillotine als deze bij hun
klanten informeerden op welke wijze zij wensten te betalen: in
Assignaten of in gouden munten. Er werd een nationaal netwerk
van handlangers in het leven geroepen om het goud bij de “sluwe”
goudsprokkelaars te kunnen confiskeren.
Intussen zetten de slimmerikken hun schuld om in
Assignaten met de zekerheid dat de koopkracht ervan spoedig in
waarde zou dalen. Met de geleende Assignaten werden zaken van
blijvende waarde gekocht zoals vastgoed, kunst en juwelen. Het
behoefde geen uitleg dat de koopkracht van de Assignaten van
‘next to nil’ daalde waardoor de schulden verdampten. Op deze
wijze werden de vermogens van de massa onwetenden getransfereerd
naar de ‘happy few’ die inzagen hoe het systeem in elkaar bleek
te steken. Uiteindelijk was er nog maar moeilijk aan brood te
komen, met honger in het vizier. Dat was het moment waarop in
1797 Napoleon toesloeg en verklaarde dat alleen goud het enige
geld zou zijn.
Op de Place de Vendôme, waar nog altijd een grote
gedenknaald staat, ontstond een groot vreugdevuur waarbij
stapels vers gedrukte Assignaten met de houten drukpersen de
brandstapel op gingen. De “wijze mannen” van de Assemblee waren
er in geslaagd om middels hun gefabriekte Assignaten Frankrijk
op haar knieën te brengen. Voor zover bekend heeft er nooit één
bekend het bij het verkeerde eind te hebben gehad. Lijkt deze
situatie niet griezelig veel op anno NU met de talrijke
derivatieve valuta’s? Ook nu wordt in dat zelfde kader de waarde
van het goud onder druk gehouden.
Of zoals Hugo Salinas het uitdrukte ‘today, gold
is once again the enemy of our conceited masters: gold whose
value threatens to expose the falsity of the irredeemable
dollar’.
Salinas gaat verder door te stellen dat de waarde
van de dollar in 1933 nog 1½ gram was. Vandaag de dag is die
dollar niet meer waard dan 0,025 gram, terwijl deze in 2011
zelfs 0,014 gram noteerde. Om verder naar nul af te dalen zodra
de omslag een feit is (RB). Daar alle valuta’s ter wereld in
meerdere of mindere mate derivaten van de dollar zijn, sterven
ze dezelfde dood.
De fundamentele breuklijn in het denken van onze
‘conceited Masters of the Universe’ is niet anders dan die van
de Nationale Assemblee in Frankrijk in 1790 leidend tot de
ineenstorting van de economie in zeven jaar. Gelet op deze
tijdspanne zouden we thans dus niet ver meer af kunnen zijn van
een soortgelijke époque in de internationale monetaire wereld,
met een leidende rol voor het edelmetaal.
Met Hugo Salinas heb ik enige malen mogen
corresponderen. Hierin verklaarde ik mijn columns ook “toe te
vertrouwen” aan de belangrijkste politieke leiders, de premier
alsmede aan onze centrale bank, maar ook aan de ECB.
In 2009 antwoordde hij mij: ‘No, I do not send
any material to the White House as it would be entirely
useless’.
Robert Broncel
28 maart, 2016 |