Header

Columns 2015 2014 2013 2012 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004

TO QE OR NOT TO QE?
(14 juni 2011)
 

Dit is het “hete” hangijzer deze maand en het “heetste” hangijzer sinds WO II. Drie jaar geleden zou de term QE nog over niemand’s lippen zijn gerold, omdat dit “keelgeluid” toen nog slechts als een oerwoudklank zou zijn versleten. QE is een uitvinding van ‘uncle’ Ben om tegen alle spelregels in “besmuikt” aan te geven dat hij de geldpers zou gaan aanzetten. Vergelijk dit met een zwaar illegaal verdovend middel dat het feel good’ gevoel weliswaar doet herstellen maar zo niet de economie.

Het wordt kiezen tussen een generieke deflatie dan wel een generieke inflatie met een nog zwaardere aanslag op de toekomst van ons nageslacht. Vermoedelijk blijft het parool “tijd kopen” in de hoop dat “alles zal rech kom” zoals de tegelwijsheid op de schoorsteenmantel bij mijn grootouders destijds ook luidde. In beide scenario’s breken er voor Theo en Thea geen prettige tijden aan. Bij een deflatie stijgt de waarde van de munt en dalen de tegenwaarden uitgedrukt in (primaire) goederen en diensten in koopkracht. Dan zou je denken dat dit gunstig en dat is ook het geval ware het niet dat de munt onder een enorme schuldenberg gebukt gaat die zwaarder drukt naarmate de deflatie voortschrijdt. Bij (hyper)inflatie gebeurt precies het omgekeerde en smelt de schuld als sneeuw voor de zon maar stijgt de tegenwaarde van (primaire) goederen en diensten in koopkracht. Welke beleidsmaker staat er nu als eerste op om dit dilemma aan den volke kundig te maken? Of zijn er toch nog andere oplossingen denkbaar?

 

Goede raad
Zolang de Democraten en Republikeinen elkaar in de haren blijven vliegen over het dilemma van de schuldenaanpak is Bloomberg/Business Week haar licht in andere landen gaan opsteken zoals Duitsland, China, Canada, Australië, Brazilië, Turkije, Thailand, Singapore en zelfs Israël. Vooral omdat we ons op zgn. unchartered territory ofwel op onbekend terrein bevinden. Daar de V.S. niet het enige land is dat worstelt met veel te hoge budgettekorten en een te hoge staatsschuld is het interessant te vernemen hoe andere landen als “Genosse” in de reservevaluta aan kijken tegen het gevaar dat de grootste economie onder haar schuld zou bezwijken.

In eerste instantie was de focus gericht op korte termijnoplossingen maar aangezien er maar weinig wondermiddelen voorhanden zijn, werd er ook gekeken naar langere termijn hervormingen met betere vooruitzichten, the case for re-inventing the economy indachtig. Geen small but smart government met zakelijke doelstellingen die boven de partijpolitiek zijn verheven. Wat valt er te leren?

Duitsland
Onder de welvarende naties kent Duitsland het laagste percentage eigen woningbezit van 46% versus de V.S. met 67%. Het land kent ook één van de meest stabiele woningmarkten. De huizenprijzen zijn volgens de Deutsche Pfandbrief Bank Allianz sinds 2003 met slechts 9% gestegen of gemiddeld slechts met 1% per jaar. De aanbetaling bij de koop van een huis is minstens 20%. Dikwijls is 40% van de hypotheekrente niet fiscaal aftrekbaar anders dan in de V.S. of in ons land. Dit voorkomt excessieve leverage. Vandaar dat pandbrieven op basis van een tamelijk degelijk onderpand erg populair zijn. Bovendien is de pandbrief uitgevende bank volledig verantwoordelijk voor een eventuele wanbetaling (default), zodat een bank zich wel twee keer bedenkt een dergelijk hypotheekproduct op de markt te brengen.

China
Het van bovenaf geleide systeem staat de centrale regering toe om een rol te spelen die in de V.S. ondenkbaar is. Het selectief “lenen” van Beijing’s ideeën zou de Amerikaanse economie wel kunnen revitaliseren. Het inmiddels 12e Vijf-Jaren Plan heeft er toe geleid dat het land het leiderschap heeft overgenomen in 7 industriële sectoren met groene energie voorop. Van 2011 tot 2015 wordt op dit terrein maar liefst een dikke $500.000.000.000 geïnvesteerd. In de V.S. daarentegen ligt het zwaartepunt van onderzoek juist in de gezondheidssector. Dit kan weliswaar leiden tot levensverlenging maar tevens tot hogere kosten in die sector met een veel geringere payoff dan op het terrein van bijvoorbeeld de groene energie. Grosso modo ligt het economisch accent in China op de maakindustrie terwijl dat in de V.S. is verschoven naar de dienstensector (m.i. kan alleen een aanzienlijk goedkopere dollar de maakindustrie weer terughalen).

Canada
Opvallend genoeg viel er vanuit dit land als belangrijkste handelspartner maar weinig “muziek” te beluisteren. Wel liet econoom Livio di Matteo van de Lakehead University in Ontario zich uit als zou de V.S. met een nationale omzetbelasting i.p.v. een state sales tax en een aanzienlijk hogere nationale brandstofheffing tegemoet kunnen komen aan het budgettekort. Dit lost echter het probleem niet op. Om het budgettekort sterk te reduceren zal er m.i. in de eerste plaats zwaar bezuinigd moeten worden op de defensie-uitgaven die meer dan de helft van de staatsuitgaven opsouperen en hoger zijn dan de gezamenlijke defensie-uitgaven in de rest van de wereld. Zie ook mijn commentaar onderaan deze column.

Australië
Dit land is met Canada één van de weinige Westers georiënteerde landen dat niet lijdt onder de huidige monetaire crisis, zonder banken die op de bailout lijst staan. Australië zowel als  Canada zijn grondstoffenlanden bij uitstek met bovendien een sterke landbouwsector. Wel liggen er mogelijk hogere belastingen in het verschiet om grondstoffenproducenten zoals BHP en Rio Tinto zwaarder te belasten. Dat stuit evenwel op een even zwaar verzet omdat de investeringsuitgaven in deze sector gigantisch zijn zoals dat ook geldt voor de oliesector.

Aangezien de vergrijzing daar ook speelt, wordt oudere werknemers een bonus voorgehouden om langer te blijven werken dan wel in hun pensioentijd een part-time job te aanvaarden. Econoom Matthew Weinziert van Harvard Business School daarentegen zou liever de jongere generatie die nog een leven moet opbouwen, minder willen belasten dan de “gearriveerde” generatie vanaf vijftig. Dit zou naar zijn berekening het staatsinkomen in Australië met $100 miljard vergroten. Voor de V.S. met een grofweg tien maal grotere bevolking zou dit $1.000 miljard kunnen opleveren. Amerikanen zouden verder sowieso minder van hun eigen toekomst mogen lenen zoals een hypotheek verhogen naarmate de waarde van het huis toeneemt. Dit heeft ertoe geleid dat nu ruim 28% van het eigen woningbezit in de V.S. “onder water staat” en 4,1 miljoen huizenbezitters hun hypotheek niet meer betalen.

Brazilië
Waar de vorige president Lula de randvoorwaarden heeft gecreëerd om de inflatie te beteugelen en de economische ontwikkeling op een veel bredere leest te schoeien, heeft de nieuwe president Dilma Rouseff daarop met een nieuw programma voortgeborduurd onder de titel “Brasil Sem Miseria” (Brazilië zonder armoede). De bedoeling hiervan is om de 16 miljoen armste mensen met een huishoudinkomen beneden $45 equivalent per maand uit de armoede te verlossen. Dit programma behelst o.m. verheffing uit het analfabetisme, beroepstraining, aanleg van elektriciteit en waterleiding, medische en sanitaire voorzieningen. Vergelijk dit met het snel groeiende leger (thans 44 miljoen) van op voedselbonnen levende Amerikanen dat oprukt naar 50 miljoen of bijna 15% van de totale bevolking. Toch heeft die groep het dan nog altijd beter dan die 16 miljoen Braziliaanse sloebers.

Turkije
Hier wordt de vraag gesteld of Amerika nog het land van opportunity (de onbegrensde mogelijkheden) is. Weliswaar is er vorig jaar door het buitenland nog voor een slordige $200  miljard geïnvesteerd in bedrijven, mijnen en vastgoed – meer dan het gemiddelde over de laatste 10 jaar maar toch lijkt de V.S. minder gastvrij dan een land als Turkije. Dit land kent één centraal aanspeelpunt in de vorm van de Investment Support and Promotion Agency dat dient voor de aanvraag van alle permits, licenties en landacquisities. Het coördineert gespecialiseerde trainingen voor werknemers in dienst van buitenlandse ondernemingen en voorziet ook in upfront belastingvoordelen. Stafmensen zijn multilingual en spreken diverse talen zoals Engels, Arabisch, Chinees, Frans, Duits, Italiaans, Spaans en Russisch. In de V.S. spreekt men naast de taal van herkomst doorgaans niet meer dan Engels en soms ook Spaans.

Dow Chemical CEO Liveris roemt bovengenoemd Turks instituut als een perfect rolmodel en voegt er aan toe: ‘the U.S. is perceived as a risky place tot do business by foreign companies’ (de V.S. wordt gezien als een riskant land voor buitenlandse bedrijven om er zaken te doen). De Turkse mix van belastingvoordelen, taalbeheersing, job training en juridische bijstand waar nodig zouden voor de V.S. beslist werkgelegenheidsvoordelen opleveren. De Turken zijn nog het meest verbaasd over het feit dat de V.S. zo weinig op het buitenland is georiënteerd anders dan er hun militaire aanwezigheid te tonen.

Thailand
Ook dit land is sterk afhankelijk van buitenlandse investeringen en toerisme en doet er buiten de alom bekende gastvrijheid veel aan om dit te bevorderen. Zo zijn de logiesbelastingen in de Thaise hotellerie verlaagd, vooral bedoeld om nadruk te leggen op meer inkomend toerisme maar tegelijk ook om buitenlandse zakenmensen te lokken meer tijd te spenderen om investeringsplannen te onderzoeken. Voorts wordt buitenlandse investeerders weinig in de weg gelegd om van daaruit te kunnen exporteren. Thailand en Vietnam proberen zich zich als goede opties voor China te profileren, waarmee de V.S. voordeel zou kunnen doen.

Singapore
Als meest efficiënt geleide stadstaat was Singapore niettemin gevoelig voor de economische neergang in 2008/9 vanwege de grote afhankelijkheid van de internationale handel. Komt deze stil te liggen dan heeft dat direct z’n neerslag op de economie. De werkloosheid in 2009 kwam toch niet hoger uit dan 3,3%. Dit was vooral te danken aan het zgn. Jobs Credit Program dat werkgevers een suppletie verstrekt totdat de banensector weer aantrekt. Naar dit voorbeeld heeft “onze” minister van Sociale Zaken Donner een brug geslagen om de grote ontslagronde in het Nederlandse bedrijfsleven deels te kunnen opvangen. Landen als België, Finland, Duitsland en zelfs Japan hebben dit voorbeeld eveneens in de praktijk gebracht.

Voorts bestaat er in Singapore een trainingsprogramma voor werknemers ter voorbereiding op ander werk. Dit leidt tot veel minder banenverlies en inlevering van koopkracht. Hiermee is de plaatselijke economie gediend waaraan de V.S. een voorbeeld zou kunnen nemen.

Israël
Als ’s werelds grootste spender op het terrein van defensie zou de V.S. nog wel iets kunnen leren van het “nietige” Israël n.l. op welke manier militaire toepassingen zouden kunnen worden aangewend voor commerciële doeleinden waarvan de gehele economie zou kunnen profiteren. Veteranen van het Israëlische Intelligence Corps hebben succesvolle vindingen gedaan die zijn ondergebracht in een bedrijf als Check Point Software Technologies met notering aan de NASDAQ onder ticker symbool CHKP. Andere pioniers zijn ICQ op het terrein van instant messaging en NICE Systems om fraude op te sporen. Ook is er een Unit 8200 (geheim) opgestart dienend als technology intelligence  voor het leger.

Volgens Israël’s consul-generaal in New York Ido Aharoni zou Amerika met een instituut als DARPA (Defense Advanced Research Projects Agency) veel meer kunnen uitrichten. Maar niemand in het Pentagon is verantwoordelijk ‘for getting the commercial bang for military bucks’. M.a.w. een vruchtbare bodem om commercieel voordeel bij te halen.

Mijn commentaar:
Er zal in de V.S. een rigoureus andere aanpak moeten komen om de schuldproblemen op te lossen – Obama’s change? Het eerste en gemakkelijkste “slachtoffer” zou defensie moeten zijn. Zelfs bij terugtrekking van alle troepen uit de meer dan 100 landen en totale opheffing van dit ministerie wordt er min of meer een balans bereikt waarbij de uitgaven de inkomsten jaarlijks niet meer overstijgen. Althans, voor zover de rente niet gaat oplopen.

Robert Broncel


Copyright, 14 juni 2011
 

PS. mocht u zelf zinvolle ideeën hebben dan zal ik ze onder verwijzing naar Bloomberg’s artikel voorleggen aan de U.S. Embassy in de Haag, onder vermelding van uw naam en adres.

 

 
 

<< vorige

volgende >>

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel