Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

WAT HET MEEST OPVALT………
(21 september 2010)
 

is dat de vooruitziende blik in de internationale financieel/economische pers tot dus ver te weinig aansluit op de werkelijkheid. De visies variëren van gematigde groei tot een double dip in het ergste geval. Een dubbele dip dient dan vooral te worden gezien als een terugvallend groeiscenario zonder wezenlijke aandacht voor de reële gevaren die ons meer dan ooit omringen en bedreigen.

 

Intussen heeft een totale injectie van $3,700 miljard in de V.S. niet meer opgeleverd dan een bij voortduring verslechterende vastgoed- en arbeidsmarkt, met het parool voor de consument de hand op de knip te houden. Tot nog toe is marktonrust uitgebleven en daar is het nu precies om te doen. Waarom zou je naar buiten brengen dat de koopkracht van het (fiat)geld volledig wordt “uitgewoond” en in feite niet meer dan een ideële of fictieve waarde vertegenwoordigt? Wie dat kan onderschrijven? De centrale bankiers eux-mêmes, omdat ze de rente als de prijs van het geld hebben teruggebracht naar nagenoeg niks.

 

Er is niemand die je kan wijs maken dat er geen gigantische vraag naar kapitaal bestaat. In tegendeel, de centrale banken annex centrale overheden hikken enorm aan tegen de (her)financiering van schuld. Normaal gesproken stijgt de prijs bij toenemende vraag. Onder de huidige omstandigheden zou een stijgende rente echter de doodsteek voor de economie betekenen. Door de geldmarkt middels de drukpers (zonder onderpand!) te blijven verruimen, is er weer genoeg kapitaal om de rente laag te houden. Deze “rentefictie” is nodig om ook de rentebetalingen zo laag mogelijk te houden in verband met de oplopende staatsschuld.

 

Intussen zien we naast de toxid schulden van banken nu ook toxid schulden van staten op de borden staan. Daar komen binnenkort de schulden van lagere overheden (staten, counties en steden) bij. Volgens niet bevestigde bronnen belopen deze al in de orde van grootte van bijna $3.000 miljard dollar. Met al dit schuldgeweld blijft de triple-A status van de V.S. niettemin  onverminderd gehandhaafd, terwijl de PIIGs-landen om dezelfde reden al flink zijn afgewaardeerd. Het verschil wordt gemaakt door het autonome gebruik van de geldpers. De PIIGS als onderdeel van het eurocircuit kunnen dat niet!

 

Volgens Harvard professor Niall Ferguson zullen de Verenigde Staten alleen al dit jaar bijna evenveel “papier” uitgeven als alle staten in de wereld bij elkaar. Daarvan gaat ca. 45% naar Defensie. De V.S. hebben immers nog steeds around the globe militaire belangen.

 

Voormalig Fed President Alan Greenspan komt nu eindelijk voor de draad met zijn opmerkingen een eind te maken aan de belastingverlagingen en het “doordraaien” van geld, omdat de gevolgen schier onoverzienbaar worden.

 

Goed voorbeeld doet goed volgen

Al reeds geruime tijd blijkt dat veel huiseigenaren niet meer hun hypotheek (het huis staat toch “onder water”) betalen maar er de voorkeur aan geven hun hypotheekcentjes in een soort après nous le déluge (na ons de zondvloed) stemming te besteden aan “leukere zaken” als een bezoek aan een restaurant, de shopping mall of een vakantie. Volgens schattingen ligt het aantal wanbetalers op een slordige zes miljoen dus met het “voordeel” dat de consumentenuitgaven nog enigszins “op peil” blijven. De spaarquote is bijgevolg veel lager.

In de Wall Street Journal van 18 dezer stond vermeld dat de totaal uitstaande hypotheekschuld in twee jaar is teruggevallen van $13,3 biljoen naar $12,6 biljoen of een verschil van $610 miljard. Hiervan blijkt intussen bij de banken maar liefs $588 miljard in rook te zijn opgegaan  de veilingopbrengsten niet meegerekend. Slechts $22 miljard of 0.08% is aan de bank terugbetaald. Dit is een veeg teken voor een besluit inzake opheffing van de renteaftrek in ons land. Voorts werd opgemerkt dat de residentiële vastgoedwaarde vanaf de top in 2005 op $13.1 biljoen bijna is gehalveerd naar $6,67 biljoen.

 

Volgens opgave van de FDIC ligt de totale leningschuld van huishoudens, bedrijfsleven en overheid opgeteld thans rond $52 biljoen of wel 360% van het Amerikaanse BBP. In 1930 bedroeg dit “slechts” 260%.

 

Vertrouwen

Met thans 44 staten in het rood en meer dan 1.500 banken op tilt, waarvan 19 grote staan zo langzamerhand alle signalen wel op rood. Niettemin blijft Bernanke “de verslaving met meer drugs bestrijden”. Toch blijkt het vertrouwen in het volstrekt waardelozer wordende bankpapier nog steeds niet in ernstige mate te zijn aangetast. Het enige signaal van een “tikkende tijdbom” als motie van wantrouwen wordt weerspiegeld in de stijging van het edelmetaal. Het is dé indicator van het mislukken van een monetaire politiek die is ingezet met het doorknippen van de goudkoppeling in 1971.Vandaar de rabiate manipulaties op de futures markt. De vier grote centrale banken (V.S, U.K., Europa en Japan) hebben in alle vrijheid vier ontembare monsters kunnen creëren zonder dat hiertegen – gegeven de nog onoverzienbare gevolgen (deflatie, stagflatie, (hyper)inflatie) – in geen dezer regio’s van parlementaire zijde effectief verzet is gekomen!
 


Deflatie, Stagflatie, (hyper)inflatie

“In de wandelgangen” lopen de meningen sterk uiteen omtrent een mogelijk deflatie- of (hyper)inflatie scenario. Ook het woord stagflatie – mengeling van economische stagnatie en inflatie – is weer gevallen.

 

Deflatie ontstaat als gevolg van vraaguitval en inflatie door toenemende vraag zonder dat het aanbod hiermee gelijke tred weet te houden (grondstoffen).

 

Hyperinflatie is van een geheel andere orde. Hyperinflatie ontstaat bij het wegvallen van het vertrouwen in de munt. Dat vertaalt zich in omzetting van “papier” in hard assets (ook voedsel), waarvan de vraag snel stijgt met hamstergedrag en een niet meer te stillen prijsspiraal tot gevolg. 

 

Een mogelijke deflatie wordt door de centrale bankiers met niet aflatende geldcreatie te vuur en te zwaard bestreden. Bijgevolg resteert er uiteindelijk maar één scenario en wel dat van de hyperinflatie. Met als “voordeel” dat daarmee alle uitstaande schulden bijna over night verdampen. Dat is rampzalig voor degenen die met schulden achter blijven en “een verlossing” voor degenen die anders bij gebrek aan adequate reserves (bijvoorbeeld goud) in gebreke hadden moeten worden gesteld: de (centrale) banken en de overheden. Andere opties zijn er niet tenzij men kiest voor oorlog! Dat zou ook niet de eerste keer zijn en blijkt goed voor de wapenindustrie. Bovendien scharen de burgers zich in een oorlog doorgaans achter de politici (Iran optie?).

 

Gebakken peren

De volledig uit de hand gelopen schuld- en geldgroei tot in de ‘zillions’  is voor de meesten even onbevattelijk als de implosie van een wereldrijk. Hoewel dit giftige fenomeen al in de verre historie even bekend is als het edelmetaal, gaat onze historische beleving domweg niet zo ver terug. Dat heeft Kondratieff met z’n lange golfbeweging al aangetoond. De motivatie onder deze beweging was gebaseerd op de levensduur van de gemiddelde mens in de 19e, begin 20e eeuw. Echter, zo oud als Methusalem worden we “niet meer” en daardoor missen we rationeel het overzicht.

 

Vóór de oorlog kocht je pas als je geld had, na de oorlog als je krediet kreeg. Als gevolg van de door het krediet versnelde economische groei konden we ons steeds meer krediet veroorloven en was er sprake van een vraag gedreven economie. We zagen niet dat steeds meer krediet ook steeds meer schuld creëert en dat de onderliggende economische groei op z’n minst gelijke tred diende te houden met de kredietgroei. Zo bleef alles maar stijgen: de beurs, het vastgoed en mede als gevolg daarvan onze “fictieve” koopkracht. Het huishoudboekje deed er steeds minder toe. Wie geen schulden maakte was een dief van z’n eigen vooruitgang. Naarmate de rente vanaf de jaren ’80 begon te dalen, nam daarmee bovendien ook de risicoperceptie steeds verder af met als resultaat: de thans gebakken peren.

 

Einde groeiscenario

Het groeiscenario is met het Lehman débâcle in 2008 voorgoed verdwenen. We zijn toen langs de rand van de afgrond gescheerd zonder de contouren van die afgrond nog voldoende op ons netvlies te hebben gekregen. Achteraf lijkt het meer op een boze droom met daaraan gekoppeld de “prettige” droom dat de ontspoorde trein van de economie middels ongebreidelde stimuleringen weer op het juist spoor kan worden gezet. Dit sprookje zal nog wel even gaande worden gehouden, omdat er over zes weken tussentijdse verkiezingen plaats vinden. Begrijpelijk dat Obama alle zeilen zal willen bijzetten om er niet al te “gedeukt” uit te komen. Thans heeft hij geen andere optie meer dan zijn “klanten” met nog meer geldinjecties tevreden te stellen en dat voorspelt nog minder goeds voor de toekomstige koopkracht van de dollar. Een echte crisis is hoe dan ook onvermijdelijk, over change gesproken! Of zoals een Amerikaans econoom het uitdrukte: ‘the U.S. is out of bullits!’

 

Crisis

Dat woord kennen we nog uit de jaren ’30. Eigenlijk is het een onjuiste aanduiding, omdat het woord “crisis” niet meer of minder dan “omslag” betekent. Omslag betekent in dit kader niet anders dan een drempelproces naar een andere tijd dat onze voorouders nog kennen van grote verliezen voor velen en tegelijk grote winst voor enkelen die hun tijd goed hadden verstaan. De markt beloont immers zelden de meerderheid! Een crisis is nodig om een zuiveringsproces af te dwingen.

 

Om even bij stil te staan

Tot dusver vinden we het vanzelfsprekend dat we met één druk op de knop beschikking hebben over elektriciteit, leidingwater, telefoon, koelkast, geyser, bad, tv, computer, smart phone, (2e) auto, pinpas, credit cards, een (2e) vliegvakantie, prachtig sociaal vangnet, achterdeurtje voor de oude dag ‘and what have you’ zonder er bij na te denken welke complexe (geld)infrastructuur hieraan ten grondslag ligt. We zouden geen dag meer zonder kunnen, terwijl al deze zaken een eeuw geleden nog nagenoeg onbekend waren. Een dergelijke ontwikkeling zou destijds voor onmogelijk zijn gehouden en zou zonder de almaar stijgende economische (krediet)- en koopkrachtgroei sinds WO II nooit zijn gerealiseerd. Nu staan we op het snijvlak van deze ontwikkeling maar kunnen nog niet geloven dat de bergen uiteindelijk niet tot in de hemel zullen reiken.

 

Tekenen aan de wand

De onverwachte ondergang van zakenbanken als Bear Stearns en Lehman in 2008 stond borg voor zware paniekreacties als gevolg waarvan alle beleggingscategorieën “door het putje” gingen. Ingegeven door de recente opstelling van opinieleiders als Warren Buffett (er komt geen dubbele dip) en het National Bureau of Economic Research (dit instituut bleek een dik jaar(!) nodig te hebben om uit te rekenen dat de langste en diepste recessie van 18 maanden sinds juni 2009 “voorbij” is) mag je evenwel een nieuwe paniekreactie niet uitsluiten. Zo zijn er meerdere marktpartijen met té grote belangen in de financiële wereld die de bui wel zien hangen maar er niets meer tegen kunnen doen dan melden dat ze het achteraf niet hebben zien aankomen. Zonder dit naar buiten te brengen zullen zij zich ongetwijfeld wel hebben ingedekt.

 

Onheil voorkomen

Alleen als belegger uitgerust met een degelijke strategie en een juiste asset mix gericht op koopkrachtbehoud kun je dit onheil voorkomen. Dat klinkt misschien niet echt opwindend maar wel als blijkt dat je straks met “uitgewoond papier” weinig meer kunt uitrichten.

 

Robert Broncel                               

Copyright, 21 september 2010

 

 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel