Kennelijk heeft mijn laatste column het nodige losgemaakt. Dank
voor uw bijdragen en inzet. Een en ander spitste zich toe op het
eventueel (her)invoeren van een monetaire (gouden) standaard.
De zwakste schakel
Laat ik voorop stellen dat elk system zo goed is als z’n zwakste
schakel. Je kunt menen een weldoordacht en doortimmerd systeem
te hebben gecreëerd en niettemin na verloop van tijd tot de
ontdekking komen dat er toch één of meerdere zwakke schakels aan
het licht treden. Daarbij heeft historisch gezien niet één
systeem het op de lange duur overleefd of het moet het geloof
zijn dat weer geen systeem is. Ook het kapitalisme is an sich
geen systeem maar duidt op de vrije ondernemingsgewijze
productie gedicteerd door de markt van vraag en aanbod waarvan
de prijs de functie is. De term ‘kapitalisme’ kreeg pas lading
nadat Karl Marx zijn werk ‘Das Kapital’ (1867-’85) publiceerde.
Dit werk zou eigenlijk weer verplichte kost op de economische
faculteit moeten worden, vooral nu we afglijden naar een soort
staatskapitalisme waarbij de meest essentiële marktwerkingen van
bovenaf worden beïnvloed en gemanipuleerd: de aandelenmarkt, de
rentemarkt en delen van de grondstoffenmarkt.
Kennelijk hebben wij mensen een nogal destructieve neiging met
de intentie om de zwakheden van een systeem zo snel mogelijk te
moeten bloot te leggen dan wel uit te buiten of uit te hollen.
Dat gold voor monetaire systemen, dat geldt ook voor het
democratische bestel (de verkiezingen vormen altijd de zwakste
schakel) en niet in de laatste plaats ons ecologisch systeem dat
van een geheel andere en ernstiger orde is.
Gouden standaard
Terug naar de gouden standaard. Hier was geen sprake van een
systeem maar van een afspraak. Dit onderwerp is al menigmaal in
mijn columns belicht. Het is inderdaad juist dat de levensduur
van elke gouden standaard periode hoe dan ook een beperkte
houdbaarheid kende. Je kunt namelijk nog zoveel afspraken maken
maar als één der partijen zich er op goed moment niet meer aan
wenst te committeren dan houdt het op.
Nu we echter in een geglobaliseerde markt leven, zijn
systeemafspraken van zodanig belang dat hieruit bij gebrek
straks oorlog(en) kan/kunnen voortvloeien.
Waarom is het in het verleden misgegaan? In simpele bewoordingen
komt het bij een gouden standaard er op neer dat je als overheid
je geldhoeveelheid afstemt op je goudvoorraad. Dat was vroeger
al zo ten tijde van de Wisselbank. Iedereen wist dat je bij
inlevering van zoveel papier er zoveel goud voor terug kon
verwachten. Het ging fout doordat er meer papier werd uitgegeven
dan dat er goud in de kluis zat. Zolang dat een bank betrof dan
had die bank een probleem. Wanneer het de overheid betrof, werd
het een nationaal en in het huidige bestek zelfs een
internationaal probleem, in het laatste geval veroorzaakt door
het loskoppelen van de dollar in 1971.
Sigaar uit eigen doos
De vraag is waarom het voor een centrale overheid lastig is zich
aan een dergelijke bindende afspraak te houden. Dat heeft puur
te maken met het politiek bedrijven door lieden die daarmee hun
politieke doeleinden wensen te bereiken om de volgende
verkiezingsronde weer te kunnen halen. Zo niet dan is het
gestichte kwaad voor de daaropvolgende regering. Het kiezersvolk
vindt dit allemaal best zolang het er maar niet slechter van
wordt of liever beter. De kiezer heeft meestal niet in de gaten
dat ‘alle leuke dingen voor de mensen’ van links of van rechts
altijd een sigaar uit eigen doos blijken te zijn. Op deze wijze
hebben we reeds meer dan de helft van onze aardgasbel letterlijk
in rook zien opgaan zonder een reserve te hebben gevormd ergo
zelfs een beste staatsschuld hebben weten op te bouwen.
Gerichte financiële politiek
Alvorens een adequate en consistente financiële politiek te
kunnen voeren, zal er eerst sprake moeten zijn van een adequate
opleiding en geen opleiding die ‘ieder voor zich en god voor ons
allen’ predikt. Dat levert steeds weer een kouwe kermis op en
dito frustraties bij de kiezers. Zo is er ooit een centrale bank
in het leven geroepen om de staatsfinanciën ‘in goede banen te
leiden’. Zolang de centrale bankier geen hoofdboekhouder maar in
feite slechts (zogenaamd onafhankelijk) handlanger van ’s land’s
financiële politiek is, kan hij nooit als klokkenluider
optreden. U weet intussen wat Thomas Jefferson over het
instituut ‘centrale bank’ heeft vastgelegd.
Waar het fout gaat, heeft dat in essentie te maken met de
risicoperceptie. Deze hangt nauw samen met de hoogte van de
rentevoet. Hoe hoger de rentevoet hoe minder kredietvraag en
omgekeerd. Dat gold in 1929 en dat gold ook na de ‘tech wreck’
met daaropvolgend 9/11. De rente ging als een steen naar beneden
en werd veel te traag weer bijgesteld. Europa volgde op enige
afstand. Met name de prijzen in de huizensector bleven bijgevolg
stijgen tot onaanvaardbaar hoge niveau’s. Toen eenmaal de
hypotheekrente omhoog ging was het sprookje uit. Waarom? Omdat
er absoluut geen sprake was van enige gerichte financiële maar
een ad hoc politiek anders dan de inflatie controleren en de
economie stimuleren. Die twee zaken gaan lang niet altijd samen
(VS)!
Krediet en onderpand
Hoewel krediet enerzijds het vliegwiel van de economie is, dient
er anderzijds een adequaat onderpand tegenover te staan. Het
onderpand is het cruciale element. Als het onderpand in waarde
daalt, heeft de kredietverstrekker een probleem. Als dat op
grote schaal is gebeurd dan heeft dat een dito impact. Dat geldt
in het bijzonder de VS waar de hypotheek meestal ‘non-recourse’
wordt verstrekt. Dat wil zeggen: zonder verdere repercussies kan
de eigenaar de sleutel aan de bank geven indien hij niet meer
aan zijn hypotheekverplichtingen kan voldoen. In een sterk
dalende markt ligt de hypotheek op goed moment boven de
marktwaarde van het onderpand. De bank veilt dan niet graag
omdat daarmee de markt verder onder druk wordt gezet. Dus werd
er niet geliquideerd en klopten de banken voor liquiditeit aan
bij de staat (dat zijn wij en we betaalden ook nog voor iets,
waarvoor we zo op het oog niets terugkrijgen!).
Nu de dollar is losgekoppeld van het goud, terwijl de dollar ‘as
good as gold’ intussen tot in de klucht is geïnfleerd, zet je
het hek wagenwijd open voor een systeemcrisis. Zou die
loskoppeling destijds nooit hebben plaats gevonden dan was ons
deze misère bespaard gebleven. Toegegeven, we zouden ook minder
welvaart hebben gekend. Bij het fabrieken van meer schuld zou de
VS dus ook steeds meer goud hebben moeten aankopen dan wel
opwaarderen maar dat hoefde sinds 1971 niet meer. Juist om de
inflatie van de munt te camoufleren werden en worden goud en
zilver op de COMEX in dollars en op de LME in ponden in
tegenwaarde zoveel mogelijk gedrukt (backwardation).
We zullen hoe dan ook opnieuw moeten streven naar een
verduurzaming van ons financiële systeem. Zou je nu wederom ter
dekking een gouden standaard invoeren dan zal de koopkracht
dalen met het opwaarts bijstellen van de goudwaarde in goederen
uitgedrukt. Dat gebeurde ook in 1933 na eerst het goud te hebben
geconfisqueerd. De tegenwaarde van goederen steeg overeenkomstig
de opwaardering van het goud met 60% zonder dat er een
inkomensstijging tegenover stond. Voor velen brak er toen na
eerst al de beursverliezen een uiterst zure tijd aan. Een
tussenoplossing zou kunnen zijn door slechts een deel van de
geldhoeveelheid middels goud te dekken met een bindende afspraak
dat de gouddekking op termijn bijvoorbeeld naar minimaal 50% van
de geldhoeveelheid zou moeten oplopen.
Al met al zou dat weliswaar een langzamere maar tegelijkertijd
een langdurige teruggang van onze koopkracht betekenen. Voor het
milieu zou dat overigens geen ramp zijn en ook niet voor de
degenen die zich intussen hiertegen hebben gewapend (zie
portefeuille).
Het probleem is echter dat niemand z’n huidige welvaart wil
opgeven! Wat is het alternatief? Dat we steeds meer schuld
afwentelen op volgende generaties. De keerzijde van schuld is
dat deze op enige termijn dient te worden geherfinancierd c.q.
terugbetaald. Vroeger was de mens in staat het bevredigen van
zijn behoefte uit te stellen totdat hij er het geld voor had. Nu
hoeft dat niet meer. Hij koopt het op afbetaling met de intentie
dat terug te betalen wanneer het is verdiend. Voor het directe
genot betaalt hij rente. Met name de westelijke staten proberen
naast de herfinanciering van reeds bestaande schulden ook nieuwe
schulden te creëren, zelfs in de wetenschap dat de instromende
middelen daartoe ontoereikend zijn! Politiek gezien hou je het
zaakje nog wel even rustig totdat inflatie de koopkracht gaat
aanvreten. Want hoe meer geld in omloop, hoe minder het waard
wordt en de waarde van goederen bijgevolg navenant stijgt. Dat
is een economisch axioma.
Inflatiedruk
Als de groei in Azië doorzet en de druk op de
grondstoffenmarkten toeneemt, zullen de grondstoffenprijzen ook
verder stijgen. Hier tekent zich de eerste directe inflatiedruk
af. Zolang het uitgavenpatroon wordt gedragen door economische
groei hou je de inflatie laag en heb je niet direct een (gouden)
standaard nodig. Het wordt anders onder de huidige
omstandigheden. Om onze koopkracht op termijn niet verder te
grabbel te gooien zal er op een of andere manier opnieuw een
bindende afspraak moeten worden gemaakt op basis van een
koppeling met een algemeen wereldwijd bekend en aanvaard
ruilmiddel. Maanstenen lijken een aardige vondst maar kennen
geen eenheid van gewicht noch eenheid van waarde, afgezien van
het transportprijskaartje.
Hoe dan ook, het is geen leuk vooruitzicht om op onze
economische schreden te moeten terugkeren maar met zoveel
schuldcreatie is geen toverformule meer voorhanden anders dan
massale economische groei. Die komt er wellicht wel in Azië maar
zeker niet hier daar we bovendien te maken hebben met een
verzadigings- en vergrijzingseconomie.
Oplossing
Als er een pasklare oplossing voorhanden zou zijn dan zou deze
al lang zijn aangedragen. Daar politici met visie ontbreken,
wacht men kennelijk liever tot de oplossing van buitenaf wordt
gedicteerd. Zolang de ‘Derde Wereld’ nog te veel van de onze
afhankelijk is, zul je vanuit die hoek niet meer dan verbale
toespelingen horen. Ook een andere munt als de Chinese zal niet
de rol van reservevaluta kunnen overnemen. Daarmee zou het
probleem alleen verplaatst worden. Een mandje munten zou een
overweging kunnen zijn maar welke dan? Een zwakke dollar naast
een zwakke euro, een uiterst zwak pond of een nog ‘onvolwassen’
Chinese c.q. Indiase munt of de roebel? Papiergeld zal bovendien
altijd met schuld worden belast dan wel ‘uitgewoond’. Met
edelmetaal kan dat niet!
Natuurlijk bij een herinvoering van een gouden standaard hebben
landen met het meeste edelmetaal in voorraad het meeste
voordeel. Maar geldt dat niet voor elke grondstof?
Zonder de nodige voorraad goud in de kelders zouden de Europese
landen in dat geval het slechtste af zijn. Immers, dit
werelddeel kent de geringste voorkomens. Maar ondanks de
(idiote) verkopen door de centrale banken van gemiddeld 400 ton
op jaarbasis (sinds 1998) is het zo slecht nog niet gesteld. Hoe
dan ook, het edelmetaal blijft vooralsnog de beste
koopkrachtgarantie houden. Dat geldt in het bijzonder in tijden
van monetaire discrepanties, de daaruit ontstane financiële
onzekerheden en toenemende spanningen op grondstoffengebied.
Hierbij bedenke men dat landen de export er van kunnen gaan
verbieden. Dit gebeurt nu al ten dele door landen als China,
Venezuela en Bolivia. Het is om deze reden aan te raden je hoe
dan ook zo veel mogelijk tegen toekomstig koopkrachtverlies in
te dekken, zolang dat nu nog kan.
Tenslotte
Omdat de meesten onder ons geen besef hebben van wat zich
‘bovenskamers’ afspeelt, biedt dat de beleidsmakers nog steeds
voldoende speelruimte om op de ingeslagen weg voort te blijven
gaan. Daarom herhaal ik dat zolang er in de toonaangevende
financiële media aan dit onderwerp onvoldoende aandacht wordt
besteed het bij de burger ook niet gaat leven. Bush heeft
destijds van de media ‘lip service’ aan de regering geëist
i.v.m. terrorisme, oorlog in Irak, Afghanistan en ook de
financiering daarvan. Naar het schijnt is dit onder Obama
ondanks zijn ‘change’ ideëen niet veel veranderd. Dat zou immers
alleen maar schokgolven onder de publieke opinie kunnen
veroorzaken. Het trieste van de nieuwsgaring is derhalve dat je
het meeste nieuws pas achteraf mag vernemen.
Voor de goeie orde doelde ik in mijn vorige column niet op de
berichtgeving van kritische analisten maar op toonaangevende
media als de New York Times, de Wall Street Journal, de
Financial Times, Frankfurter Allgemeine etc.
Robert Broncel
19 januari 2010 |