Header

Columns 2011 Columns 2010 Columns 2009 Columns 2008 Columns 2007 2006 2005 2004

GOUD ALS SPEELBAL OF BETER SPEELVAL
(05 maart 2010)
 

‘Is gold headed for a fall?’ Zo luidde de titel in de laatste editie van het gezaghebbende zakenblad Fortune van een interview met Mark Johnson, fund manager van het zeer succesvolle USAA Precious Metals and Minerals Fund sinds 1993. Johnson sluit een terugval niet uit bij een oplopende rente, waarvan het edelmetaal in het verleden aangaf geen vriend te zijn. Zo halveerde de goudprijs in de jaren ’80 vanaf het hoogtepunt toen de kersverse Fed president Paul Volcker (thans adviseur van Obama) de renteschroef begon aan te draaien tot zelfs 22% (Federal Fund Rate). Echter, toen bestond er nog geen twijfel over de rol van de dollar als reservemunt, wel over een aantal Amerikaanse banken die veel geld hadden uitstaan in Latijns-Amerika.

 

Onvergelijkbaar

Thans verkeren we in onvergelijkbare omstandigheden. Zeker, de uitstaande schuld in die regio besloeg in z’n totaliteit ook een slordige $2.000 miljard. Deze schuld stond uit in de vorm van leningen die niet meer konden worden terugbetaald als gevolg van de economische recessie na de tweede oliecrisis in 1979. Er was bovendien flinke beroering ontstaan als gevolg van de politieke omwenteling in Iran en de Russische invasie in Afghanistan. Grote Amerikaanse banken als Bank of America en Citibank (nu Citigroup geheten) dreigden ook destijds ten onder te gaan. Dank zij ingrijpen van de toenmalige minister van Financiën Brady werden deze leningen op de veiling gezet, bekend geworden als de Brady Bonds. De betreffende Amerikaanse banken moesten fors op deze leningen afschrijven, maar kregen wel staatsgaranties mee. Naarmate Latijns-Amerika economisch weer opkrabbelde, stegen de koersen van deze Bonds en viel de schade achteraf mee. Echter, thans zwémt de gehele  westerse wereld in schuld en is de ‘point of no return’ inmiddels een gepasseerd station.  

 

Bepalende factoren voor de edelmetaalmarkt

  • de afloop van de monetaire crisis binnen de eurozone en het Britse pond

  • de afloop van de monetaire expansiepolitiek van de V.S. en daarmee samenhangend het moment waarop de wal het manipulatieschip op de COMEX en LME keert

  • het koopgedrag van de centrale banken die nu m.u.v. het IMF niet langer aan de verkoopzijde staan en geschat al meer dan 50% van hun voorraad ad 30.000 ton van de hand hebben gedaan; hiertoe behoort ook de Nederlandse Bank (!)

  • de doorgroei van Azië en de daarmee verband houdende vraaggroei naar edelmetaal

  • de (professionele) beleggersmarkt zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen etc. die nog nauwelijks in edelmetaal beleggen

  • de sinds 2003 dalende goudproductie in samenhang met de stijgende productiekosten (de gemiddelde concentraties uit vondsten zijn in 50 jaar gedaald van 12 – 15 gram per ton erts naar 4 – 5 gram per ton); voorts moet men steeds dieper ‘de put in’

  • het voortwoekerende gezwel in het Midden-Oosten met uitzaaiingen.

    

Logischerwijze hebben diverse marktpartijen met koopintenties belang bij een zo laag mogelijke marktprijs. Er bestaat nog hoop op een kortstondige prijsdaling tot ca. $950. Dat is ook de richtprijs van exploratiemaatschappijen die investeren in onderzoek en de bouw van nieuwe mijnen. Of deze daling nog in het verschiet ligt, hangt geheel af van de huidige ontwikkelingen op de internationale financiële markten.

 

Betrouwbare graadmeter

Een betrouwbare graadmeter is de Barclays iShares 20+ Year Treasury ETF (TLT) die de waarde van staatsobligaties met een langere looptijd volgt afgezet op de waardeontwikkeling van het goud als spiegel van de ‘gezondheid’ van de Amerikaanse munt. Hierbij valt op dat de obligaties (TLT) in het afgelopen halfjaar meer dan 10% in waarde daalden, terwijl het goud (GLD) juist met 10% is gestegen!

 

 

Naast de verder toenemende spanningen op de internationale financiële markten loopt de spanning bij de ‘bullion banks’ eveneens op. Dat heeft alles te maken met hun niet aflatende manipulatieve bachwardation activiteiten (futures prijs lager houden dan de spotprijs) op de COMEX en de LME. Aan de hand hiervan blijkt dat de edelmetaalmarkt tot de grootste financiële markt ter wereld is opgeblazen! Ongelooflijk? Ja, dat wel!

 

Volgens een recente schatting van insider Adrian Douglas in één van zijn publicaties voor GATA, Gold Anti-Trust Committee in Connecticut, staat er voor ca. 50.000 ton goud of 1,6 miljard ounces ‘op de lat’ of bijna een derde van al het gemijnde goud op deze wereld (de grootste shortpositie aller tijden!) dat niet bestaat! Dat is ongeveer 20 maal de mondiale jaarproductie. Hier is sprake van de allergrootste kuiperij aller tijden. Deze wordt in stand gehouden door de zgn. bullion banks nota bene met medewerking van de Fed. Deze de facto illegale activiteit produceert voor de betreffende banken grote winsten uit de spread tussen long en short. Als grootste en sterkste marktpartij beheersen ze de markt en hoeven ze bijgevolg nooit fysiek te kopen. Alleen als ze hiertoe zouden worden gedwongen dan is Leiden in last. Op dat moment explodeert de markt omdat de voorraad gemiddeld genomen nog geen 6% van de vraag beslaat. Dit verschijnsel wordt wel aangeduid als de granddaddy van alle short posities. In dat opzicht zou je ook van ‘fiat’ goud kunnen spreken.

 

 

De Fed heeft er alle belang bij ‘dit kunstje’ te faciliteren, omdat een lagere goudprijs nu eenmaal de perceptie in stand houdt dat het ‘fiat’geld een hogere koopkracht heeft (*). De centrale bank leent dit goud voor een schijntje uit aan de bullion banks. In Fort Knox en in New York wordt een geschatte voorraad van 8.133 ton goud aangehouden. Zeker weten doen we dit niet, omdat er nooit een audit plaats vindt. De vraag is überhaupt hoeveel uitgeleend goud ooit is teruggekomen. Maar ook de complete voorraad in de V.S. is op geen stukken na dekkend voor de bovengenoemde 50.000 ton. Om deze reden is het meeste in buitenlandse handen zijnde goud recent vanuit Londen naar veiliger oorden verscheept (Hong Kong).

 

*) Uitgaande van de goudprijs ad US$ 255 begin deze eeuw is de koopkracht van de dollar intussen met bijna een kwart gedaald. Uitgaande van de totale gezinsvermogenswaarde in de V.S. van een slordige 55 biljoen (anno september 2009) is hiervan dus al 14 biljoen verdampt.

 

Zowel op de COMEX in New York als de LME in Londen is er sprake van een zgn. fractional reserve basis. Dat wil zeggen dat men slechts over een fractie aan fysiek goud en zilver beschikt van wat er dagelijks op de beurzen wordt verhandeld. Volgens een opgave van de LME gaan er dagelijks gemiddeld 20 miljoen ounces of ruim 640 ton goud ‘over de toonbank’. Dat betekent dat dagelijks ongeveer een kwart van de mondiale jaarproductie wordt omgezet. Op jaarbasis gaat het om een omzet in dollars van maar liefst 5.7 biljoen gelijk aan 10% van het Bruto Mondiale Product. Dat kun je dus geen mini-markt noemen!

 

Dus als deze speelbal wordt lek geprikt, betekent zulks voor de ‘long’houders dat ze ‘au moment suprême’ naar hun goud kunnen fluiten! De bullion banks w.o. JP Morgan, HSBC, Barclays Bank en in mindere mate Deutsche Bank en het Zwitserse UBS, die voor ca. 95% deze markt beheersen, blijven buiten schot wanneer de COMEX en de LME plat gaan. Naar verluidt lopen de premies op fysiek goud al in de richting van 25%, afhankelijk van de vraag.

 

Er van uitgaande dat er bij de centrale banken minder goud ‘op stock’ ligt dan waarmee wordt geschermd dan is ook hier het hemd nader dan de rok. Volgens Douglas is de voorraad die door dealers aan de COMEX wordt aangehouden de laatste zes maanden aanzienlijk geslonken. Dat zou er op duiden dat het ‘goudkartel’ de bodem van de ‘schatkist’ in zicht krijgt. Zodra dit in de markt bekend raakt, wordt een run op het edelmetaal reëel met verstrekkende gevolgen voor de financiële markten. Een ware goudvalkuil dus. Opvallend is dat het edelmetaal recent niet is gedaald als gevolg van IMF’s aankondiging 191,3 ton goud te verkopen nóch vanwege het onlangs verhoogde discount tarief met een ¼%. Ook opvallend is dat de goudprijs de laatste tijd in tandem met de dollar beweegt.

 

De eerste aanzet tot stijging van het edelmetaal werd door Bush Jr. in 2001 gegeven middels zijn opstelling inzake de monetaire schuldfinanciering. Sinds het eerste goudadvies in mijn column van 12 juni 2001 heeft het edelmetaal alle beleggingscategorieën behalve grondstoffen ruimschoots verslagen. Meerdere beursanalisten verwezen mij destijds door naar Santpoort als u begrijpt waar deze aanduiding voor staat. Toen echter was de situatie nog lang niet zo dramatisch als thans. Naarmate de waarde van het goud de afgelopen jaren steeg of beter de waarde van het papiergeld daalde, werd het stil mede omdat er op dit terrein door commerciële marktpartijen (banken, brokers) geen droog brood valt te verdienen

 

Geen alternatief voor goud?

Onlangs werd opnieuw van vervanging van de dollar als reservevaluta gerept. Strauss-Kahn van het IMF denkt een alternatief te hebben in de vorm van een mandje valuta’s. De vraag is dan welke valuta’s? ‘Opgeblazen’ munten als de dollar, pond of euro leggen geen gewicht meer in dit mandje, dus hoe krijg je dat dan gevuld? Het antwoord hierop bleef uit. Waarom wordt goud niet als alternatief aangedragen? Simpel, omdat het bezit van goud of zilver, zoals in Azië, in het Westen nooit is aangemoedigd en slechts wordt afgedaan met de Keynesiaanse term van een barberic relic. Invoering van een nieuwe gouden standaard zou bij de have nots van het edelmetaal een onoverbrugbaar koopkrachtverlies opleveren. Hoe sterk de rol van het goud intussen is, vindt je terug in de waardestijging in alle westerse valuta’s!

 

Als een nieuw dekkingsstelsel middels een gouden standaard zou worden ingevoerd dan komen we niet meer weg met een appreciatie van 60% (Roosevelt in 1933) maar van minstens 600% gezien de schuldendruk. Dat valt koopkrachttechnisch niet te ondervangen op straffe van grote sociale onrust.

 

Afgedwongen door de omstandigheden blijft er weinig anders over dan de schulden op termijn middels inflatie te laten verdampen. Daarmee wordt het proces vertraagd, terwijl het eindresultaat ook niet anders dan tot afbouw van de welvaart leidt. Niettemin wees Republikein Ron Paul als criticus van de Fed er wel op dat ‘sound money is the prescription for reversing the approaching economic tsunami created by the Federal Reserve’ (een gezond geldstelsel is het enige recept om de naderende economische tsunami te doen keren die door de Fed is veroorzaakt).

 

De ‘baked in the cake’ vraag

Nu het goud is doorgebroken tot boven $1.000 is de meest intrigerende vraag tot welke hoogte het edelmetaal kan stijgen of veel beter tot welk niveau onze koopkracht kan dalen? Een voorproefje hiervan hebben we al gehad in de jaren ’70 met een inflatie van 15% toen het goud met ruim 2.400% steeg! Veel zal afhangen van het draaien van de perceptie bij de professionele beleggers alsmede van een veel grotere aandacht in de financiële pers.

 

Als houvast wordt ook wel gekeken naar de verhouding goudprijs – Dow Jones. Bij een prijs van $250 per ounce en een Dow op een stand van 10.000 begin deze eeuw was de resultante 40 ounces. Nu ligt de verhouding op nog geen 10 ounces. Dat betekent dat het edelmetaal intussen flink is aangetrokken. Reden om aan een bubble te denken? Alleen voor diegenen die nog vertrouwen hebben in de ‘bekwaamheid’ van politici en financiële beleidsmakers!

 

Najaar 2008 vermocht nog niet de langjarig positieve perceptie ernstig aan te tasten, zeker niet als je naar de beurs kijkt. Zou dat wel het geval zijn dan zou een verhouding van 1 op 1 of 2 niet misstaan. Hou ook in gedachten dat het niets kost om een stapel bankbiljetten bij te drukken, maar ruwweg $700 (als gemiddelde) om 31,1 gram goud (daarom heet het ook edelmetaal!) te produceren.

 

Welke beleidsmaker(s) heeft/hebben de moed om het totaal geërodeerde financiële circuit grondig te saneren en dit megaschuldenprobleem met wortel en tak aan te pakken? Dit voornemen is stellig met goud geplaveid!

 

Hierbij dank ik voor uw reacties op mijn columns. Het zou onze bankpresident Nout Wellink sieren te reageren op de aan hem verzonden column ‘Viva la Restauration’ van 25 nov. j.l.

 

Robert Broncel                                                                                          

copyright, 5 maart 2010

 
 
 

<< vorige

volgende >>

 

 
 

Disclaimer Portefeuille 

Hoewel alle berichtgeving alsmede de fondsprofielen met de grootste zorg worden samengesteld en uitgebracht, kunnen geen waterdichte garanties worden verstrekt. Wel wordt de berichtgeving vanuit eigen bron zowel als van externe professionele research pas na due diligence naar buiten gebracht. De deelnemer is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de opvolging alsmede de aan- en verkoopbeslissingen die hij/zij hieraan ontleent. 

Het portefeuillebeheer blijft onder het ressort van Robert Broncel, waarbij de deelnemer de vrijheid heeft al dan niet opvolging te geven aan de aanwijzingen ter zake. Het kan voorkomen dat door onvoorziene omstandigheden berichten te laat worden opgenomen zonder dat hiervoor verantwoordelijkheid kan worden genomen. Voorts zal de waarde van de portefeuille fluctueren en kunnen er nooit garanties voor de toekomst aan worden ontleend. 

Het intellectueel eigendom van de portefeuille, analyses en copyrights liggen bij Robert Broncel. Verder mag er zonder toestemming NIETS van deze site worden gekopieerd of op de een of andere wijze elders worden weergegeven.

2011 © Robert Broncel